pingui
bant.
J O A N N I S S W A M M E R . D A M M Í I
, aquae innatans, refer
Tab. XI.
fig. v i i .
1
Quodfi Thorax fiipeme in dorib aperitur,
prima pars,quae ibi detegitur, Ventriculuseft,
fuis cum Mufculis , qui notabili gaudet hoc in
Animali magnitudine , & revera in dorlo iìtus
eft ; quamvis eum , tanquam in Abdomine collocami
» , ordinis ergo defcripferim. Retro
hunc Ventriculum, fupra Inteftinum, quo loco
id enafcitur, fitum eft Cor a a, quod regulärem
refert carnis particulara , 8c nonnihil acuminatum
convergit : colore id ibidem eft rubello,
at fubtus & ad latera albefcit. Superne quatuor b,
infra autem duo c ex co vaia prodire vidi :
8c inferiorum quidem alterum erat majus, am-
plius, atque tenui us, altero ; quod ipfum tarnen
viciflim craifioribus nonnihil conftabat lateribus,
& vafculofas quafdam propagines emittebat d.
Extus in fupcrficie Gordis foveae quaedam con-
fpiciebantur ; intus autem penitus fibrofum id
erat, columnifque haud akter, ac humanum
Cor , inftruétum. Unicum tantum in eo de-
texi Ventriculum} quemadmodum 8c in aliis
Pifcibus obtinet : Auriculam tarnen ejus confpi-
cere mihi haud licuit. Porro & obfervavi,
quomodo albicantia Vafa hoc e Corde furfum
deorfumque per corpus, praefertim vero verfus
. Branchias, quarum unam e, magnitudine auóta,
repraetento, diftribuantur.
Branchiae, utdixi, ab utroque corporis late-1
heic dantur undecim, ut adeo iìmul omnes
computatae cfficiant numerum xxi i. Sunt autem
proprie ad latera Thoracis litae, inter oiteas
illas cavitates, quas Pedum articulationes ibidem
efìbrmant. Figura Pyramidem referunt,
lata bafi f exortae, inque apicem tenucm acuminatum
g deiinentes. Earum fingulae fuperne
in duas adhuc partes funt diviiàe ; quarum deinde
partium quaelibet ex infigni conftat numero
planarum Lamellarum h, quae, uti folia
libri cujufdam, libi mutuo applicatae funt, &
iingulae admodum profunde a fe invicem diduci
atque dehifcere poflunt : quod quidem per^uam
elegans oculis fpeétaculum exhibet. Branchia-
rum fabrica ex parte cartilaginea e ft, ex parte
membranacea; & vaia fànguinea quidem juxta
earum cartilagines exporriguntur. Principia
infuper Appendicum quam clariifime heic in
Thorace confpiciuntur, ut ante fatis indicatum
eft.
Particulis hifce,una cum Ventriculo* Corde,
& Inteftino, remotis, Medulla Spinalis in confpeerbergt.
Tuffeben de aanhangfels feg || vecfe
droppelkens vet dryven, die als een traun olie , die
op bet water dry/t, haar vertoonden.
Als men de Borfl van bovenen op de rüg openti
foo • is bet eerße, dat men aldaar ondekt, de Maag
met Jyne Spieren , die aanmerkelyk groot in dit
Dier is , en die eygentlyk in de rüg geplaatft is :
boewel ik fe orders balve, als in de buyk leggen de,
befehreeven heb. Agter deefe Maag boven op bet
Ingewand, dat aldaar uytgaat ,daar is het Hert ge-,
plaatfi aa, dat als een irregulier ßuocke vleefeh is,
löpende een weynig Jpitz toe: fyn couleur is aldaar
rootverwig, maar van onderen en ter zyden
is het blank. | Van bovenen. feg ik vier Vaaten dm
uytgaan b, en van onderen twee c. Waar van de
een grooter en wyder , en ook dunder was , als de
andere; die weer wat dikker van febßantie ivas,
en waar uyt Ik eenige Vaatjes fag fpruyten d.
Van buyten fag men eenige Kuiltjes in bet Hert,
en van binnen was het beel veezelacbtig met culum*
neu, als een Menfehen Hart. Ik feg daar maar
een Maag in9 als in de andere Vijfchen meede
plaats beeft: maar het Oorke beb ik niet kunnen flen.
Voorts ontdekte ik , boe de blanke Vaten uyt dit
Hert naa bovenen en onderen door bet liebaam ge-
finden wierden, en befenderlyk naa de Kauwen e«
Waar van ik daar een in ’t groot vertoon.
Deefe Jyn, als gefegt, 11 in het getal, en dat aan
weerfyden van het lichaam , dat in het gebeel Tt.
Kuuwen fyn. Defelve fyn eygentlyk aan de Jyden
van de Borfl geplaatß, tujfchen de beenige hallig-
he den, die de articulatien der Voeten .aldaar. wanken.
Van figuur Jyn fy als een Pyramide, beginnende
breet f , en eyndigende in een dünne fpitz
toelopende punt g. Ieder is nog van bovenen in
twee deelen verdeelt , en dan beßaat ieder verdee-
ling uyt een groot getal platte Plaatjes h ,die, als
de bladeren van een boek, tegens malkander flaan t
en haar alle feer diep openen en verde eien; dat fett
cierlyk ßaat.Haar maakfeel is ten deele kraakbee-
nigenvliefig, werdende de bloetvaaten längs de kr aal-
beenderen uytgefpannen. Voorts fiet men de begin-
feelen der aanhangfels beel klaar in de Borß , alsal-
reede genoegfaam gefegt is.
Wanneer men nu deefe Deelkens nejfens de Mangi
bet Hert, en Dam wegneemt, fio komt het Rag“
B i ß L i A N A í ÜRA-É.
fpe&uttí venitj quàe penitus in fundo Thoracis
collocata, nec ullo olle concluía cernitur. Ex-
tendit ca fe. per Abdominis inferiora * ufque in
Caudam Cancelli* ibique in Mufculis caudae
terminator. Ut autem hanc rem paullo exaótius
' ti. defcribam* notandum eft^ quod Cerebrum aa,
c quo Medulla haec pullulat, ftatim fub arti-
culationibus Oculorum, in Capite,quod perbre-
ve eft, & cum Thorace coalefcit, collocatum
fit. Cerebrum hoc. ibi loci in dextram & fini-
ftram partem dividi cernitur. Supra Cerebrum
¡t. comparent Nervi Optici bb, qui decuifatim fu-
per eo decurrere, atque verfus Oculos progredì
videntur; uti mox indicabo. Subtus e bali Ce-
í- rebri duo firmi prognaicuntur Nervi c , qui
proprie Medullae principium in Thorace con-
llituunt. Nervi hi magno làtis intervallo a fe
mutuo diftant ; ut Gulae, quae admodum curta
efti& ab Ore mox ad Ventriculum tendit,tranf-
itum concedant. Cerebrum igitur Gulae fuper-
impofitum eft; & Gula viciflim, juxta acVen-
triculus,atque Inteftinum, fuper Medullam, in
Thorace pariter ac Abdomine, refidenti Bina ift-
haec Medullae principia paullo infra rurfus in u-
liumcoèunt, ibique notabile formant Ganglion
i. five Nodum d, e quo plurimi oriuntur Nervi >
ad mufculofas Thoracis aeque ae Brachiorum atque
Pedum partes diftributi. InHominibus &
Quadrupedibus nunquam ejufmodi nodi in ipio
Medullae trunco, fed ièmper in Nervis demum,
poftquame Medulla prodierunt, confpiciuntur;
quod quidem iane prorius idem eft : quum enim
Medulla dpfa Nervoriim veluti fit fafcicu-
lus, atque in cujufvis fpeciei Ànimantibus geminata
detur; hinc res eodem recidit, five hi nòdi
in Medulla, quae era flus eft & compofitus
quidam NervuSjreperiantur, five in Nervis inde
exeuntibus, qui feparati funt Medullae Nervi,
, eonfpiciantun Quicunque Medullam in Homi-
ne aliifque Animantibus accuratius confiderat,
ifthanc profe&o analogiam liquidiflime obterva-
bit : quamvis vel ipfe D. Malpighius earn haud
videatur animadvertifle ; quum infignein adeo
Cerebrorum numerum iii Medulla Bombycum
fupponeret. Poftquam hunc Medulla Nodum in
.Cancello formavit, ea denuo fimplex eVadit^
licet nihilominus binae ejus partes adhuc diftin-
w* internofci queant : verum funt hae adeo pro-
pe ad fe invicem applicatae, & fibi mutuo conti-
guae, ut fimplicem duntaxat truncum refcrant.
Alter deinceps Medullae Nodus confpicitur, turn
Uctl■ tertius, quartus, quintus, imo6c textus eeeee,
cujus quidem pofterioris Nervi ad Mufculos
Caugemerg
in het gefegt, dat men beel in de grbht vaH
de Borß geplaatß fiet, finden dat ze in eenig beeri
is beflooten. Defelve ßrekt haar uyt door het be-
nedenße van den rand en buik, tot in de Start van de
Kreeftflak, daar fy in de Mafculen dcrfelve eyndigt;
Maar om dit wat particulierder te befchryven, foo
moet men weeten, dat de Her Jenen a a , daar deefe
Merg uytfpruyt, ejfen onder de articulatien der
Qogenjn bet Hooft, dat feer kort is, en met de Borß
vereenigt ^geplaatß fyn. En aldaar fiet men dat deefe
Herfenen in een regter en flinker fyde verdeelt woru
den. Boven op de Herfenen vertoonen haar de Gefecht
fenuwen b b , die kruyswys over defelve fehynen
becn te lopen\ en naa de Oogen toe te gaan , als ik
datelyk feggen fial. Onder uyt de gront der Her''-
fenen fiet men twee vaße 'Scnuen uytfpruyten c ,
die eygentlyk het begintfel des Mergs in de Borß
fyn. Deefe Semtwen Jyn redelyk wyt van een ge-
plaatfi, om de Keel, die heel kort i s , en van de
mont datelyk na de Maag gaat, paffagie te gceven.
Soo dat dan de Herfenen van bovenen op de Keel
tfl Jyn; en de Keel met de Maag en het
Ingewand die rußen weer van bovenen, foo in de
Borß als in de Buyk, op het Merg. Deefe
twee principien des Mergs loopen een weynig läge*'
weer tot malkanderen, daar fy een merkelyke Knoop
maaken d, waar uyt veele fernen fpruyten, die tot de
mufeuleufe deelen van de Borß, als ook tot die der
Armen en Beenen, ajgejonden worden. In de Menfehen
en de viervoetige Dieren fiet men noit geen
diergelyke Knoepenin het Merg Jelve;maar men fiet
die altyt in de Senuen, als defelve uyt het Merg ge-
gaan fyn; dat op een uyt komt: want alfoo het
Merg felve een vergadering van Senuwen is , en
in alderley Dieren en Schelpfelen dubbelt is , foo is
het defelve fiaak, o f deefe Knoopen in het Merg, die
een dikke gecomponeerde Senuw is, gevonden worden;
of dat fe in haare uytgaande Senuen , dat ver*
deelde Senuen van het Merg fyn, ge feen worden:
En foo men het Merg der Menfehen en der andere
Dieren wel confidereert, men fal klaarelyk deefe
overeenkomfi bevinden: dat de Heer Malpighius
niet moet geconfidereert hebben, wanneer hy fitlk
een groot getal Herfenen in het Merg van de Sy-
de-Wurmen quam te fupponeeren. Naa deefe Knoop
gemaakt te hebben, foo wort het Merg weer en-
keltin de Kreeftflak, boewel men eevenwel nog f ine
twee verdeelingen dißintt feen kan: dan fy fyn
egter foo digt aan een, en gehegt, dat fe als een en-
kelt deel haar vertoonen. Daar op fiet men de twee-
de Knoop van het Merg , tot de der de, de vierde,-
de vyfde , en de Seße toe ee e ee , welkers laatfie
fine Senuen tot de Mufeulen der ßart afgefonderi
P f f ftaor*