Tab. XI.
ÉIÜÂ
fronte Ihteft'inula efle putabam, omnes erant appendices,
quandoque fimplices, quandoquc di-
vifae j quae fabrica gaudebant tubulata , 8c colore
albefcente, continebantquemateriem in partes
didimiles feparatam, atque in fefum & coa-
gulum denfatam. Numerofiffimae erant hae
Appendices, ut univeriiim fere Abdomen occuparono
Omnes autem connedtebantur per vaia
Sanguinea j quae taedioib labore perrumpere
debebam , ut illàrum principia atque originem
demum detegerem. Ita tandem vidi, quod eac
ab utroque latere in binos Dudfcus communes
bb coeant, qui prope Ventriculum , qua pylorus
eft, prognafcuntur , atque in plurimos
Tubulos caecos H terminantur. Cuinam ufui
ferviant hae Appendices, 8t num fortafle fint
loco Pancreatis, quod in multisPifcium ita con-
formatum eft , id in majoribus Cancris àccura-
tius demum inveftigari poflet.
Inter hafee appendices , in fundo Mufculo-
rutn Abdominis , confpiciebatur Inteftinum
quod fine ulla fere convolutione, redta, aVen.
triculo verfus Caudamexcurrebat, 8t cujus exi-
guam tantum particulam, naturali tamen magnitudine
nonnihil auófca , heic depinxi e. Re-
fertum id* crat excrementis grifeis, quae micro-
feopio confpedfca propemodum nonnifi e cryftal-
lulis, 8c concinne regularibus arenulis confta-
bant. Ventriculus quoque fimilem partim ma-
teriem continebat, partim 8c membranulas quaf-
dam fibroiàs. Superior ejus pars in Dorio, in.
ferior in Thorace fita eft. Fabrica autem gaudet
partim membranacea, partim oflea : Oificula ejus
perquam elegantia funt. Supra , infra, turn 8c
a lateribus haud pauci eum Mufculi ftipant,
quorum ope 8c connedtitur, 8c partes ejus mo-
ventur. Intus autem in cavo Ventriculi tres
confpexi diftindfcos Dèntes, mediocris magni-
tudinis, qui in minores Denticulos erant divifi :
Dcntes pallide citrina gaudebant flavedine, quae
fenfim ibi in oblcure viridem mutabatur colorem,
ubi illi in Denticulos abibant. Praeterea aliae
adhuc binae in cavo Ventriculi haerebant par-
ticulae , dentiformes, variis afperitatibus, tan-
quam denticulis, insequales. Obfervatio haec
profedfco notatu longe digniflima e ft, quod A-
nimalculum, Cochleae inftar in Concha vivens,
geminato Dentium apparata fit inftrudfcum ■ binos
quippe Dentes anterius in Oris extremo, 8c
quinque infuper alios fuo in Ventriculo ge-
rens.
Qua Inteftinum rcdtum incipit, Coecum vi-
debam , ìuodice longum , 8c eleganter convola
kens aanfag, waaren aile te famen Adnhangfels fy
fomtyts enkelt, en fomtyts verdeelt waarm. ¡j¿¡úr
Strußuur was pypagtig, en haar couleur witagtig
maar alle haare fioffen waaren gefihift of gedeelt^
en în een wey en ftremfel verdi kt. Haar get¿¡l
toas feer menigvuldig -, f io dat fc den ganfiken Buß
occupeerden. Sy voter den alle door de bloetiaten
geconneßeert, die ik n:et moeyte. van een mocjk
breeken, om baar beginfil en oorfpronk te vindex.
Soo dat Ik eyndelyk f i g , dat fy aan weerfyden in
twee gemeene Vaten liepen h h , die by de Maag
daar de portier i s , haar oorfpronk naamen , en in
veele blinde Pypkens i i eyndigden. Wat haar gc~
bruyk is , en ofhet ook het Pancreas is , geljk m
in veele Viffchen van die firaduur i s , dat Jou men.
in grooter Kreeften kunnen naafioeken»
Tuffeben deefe aanbungfels , op de gront van dg
Mufiulen des Buyks, fug men het Ingewand, dat
van de Maag, baafi fonder eenige krinkeling te man*
ken,regtriaa de Start liep',en voaar van ik maar een
kleen gedeelte , dog wat grooter nogtans als betle-
ven ,heb uytgebeelt e. Zy was vervult met gryß
uitwerpfelen , dewelke als ik met een vergrootglas
onderfigt, baafi alle uyt eriftal , cn reguliere cie-
relyke fandekens heilenden. Le Maag was van ge*
lyken met deefe fubfiantie eenigfins vervult, enook
met eenige dradige vlieskens. De Maag leyt van
bovenen in de Rüg, en van anderen in de Borß)
baar maakjel is ten deele vliefig, en ten deelebeen-
agtig, dat cierelyke beendekens Jyn* Van bovem,
van onderen, als ook van ter Jyden, heeft fy ver*
febeide Mufiulen, die baar conneßeeren, en haare
deelen beweegen. En binnen in baar fig ik drie
diftinße grootagtige Tantkens , die in tandekeui
verdeelt wierden; welkers couleur was bleek Citroen
geel, bet geen ,daar de tandekens waaren, ah
lenxkens in donker groen verfeboot. Voorts waareit
daar binnen in de Maag nog twee deelkens, als fanden,
met verfcheyde fiherptens gelyk de fanden*
Dat feeker een aanmerkelyke obfervatie is, te wee-
ten, hoe een Dier, dat als een Slak in fyn Schelp
leefi, dubbelde fanden heeft ; twee voor aatibuj-
ten in fyn Mont, en nog v y f binnen in ß n
Daar de Endeldarm begintfag ik den Blinden Dartìt
die redeiyk lang was, en cierelyk gedrayt f , deefe
fis
. lutum/i quód primó intuitu putabam-effe jèx-1
tremum appendicum j verum quandoqüidem in
omnibus Cancellis,quos difl'ecui, liberum id 8c
folutum invcni, hinc pro Caeco habeo. Interim
hoc tamen ut eertifllmum adièrere non au-
fimj quoniam caecam ejus extremitatem haud
diftindte vidi: omnia enirn illius contenta vi
Spiritus Vini coagulata 8c ieparata erant, lo-
cufque, in quo Inteftinum ipfum confpiciebatur
, adeo pellucidus apparebat, ut difcrimen
iftud obfervare non potuerim. Caeterum ratio-
nc contentorum Appendicibus haud abfimile e-
rat, neque in medio-, fed nonnihil a latere, Inte-
ftino redto inferebatur.
Porro in Abdomine,utrinque ad latera appen-
1. dicum , bina oceurrebant vafcula a a Genitalia »
quam pulcherrime contorta, quorum illud maximum
erat, quod in latei;e dextro haerebat: ambo
í. pluribus in locis in ipirales fefe anfradtus bb
quam elegantiifime circumgyrabant j 8c deiride
iterum crifpata progrediebantur, donee in an-
ct guftum deniqueTubulum terminarenturí.Tum
vero 8tpatebat, quomodo haec ipfa anterius,in
, exitufuo, ultimum par pediculorum g g , in
medio quinti articuli, qui Os vel Teftam refert,
l notabili tubulo d', quempauUo ,quam naturali-
ter eft, majorem delineavi, perfòrent. Perfora-
ratio haec quam manifeftiflime mihi apparebat ,
cum contenta per earn exprimerem, ipfumque
Tubulum de Tefta iepararem 8c exiolverem
Contenta materies albi erat colons , 8c conlpi-
cilio examinata e particulis regularibus, tan-
quam rotundis globulis, minutiifimis, tota con-
ltare yidebatur. Utrum haec Ovorum fuerint
rudimenta, an vero Semen maiculinum , diicer
nere haud mihi licuit: praeprimis, quoniam in
omnibus, quos diifecui, ad decem ufque, Can.
Ccllis eadem in vaie Genitali fabrica fpedtabatur
Anfradtus horumce dudtuum Spermaticorum
albis itidem vafis fanguineis connedtebantur
& quum eos explicuiilem, decem cum dimidio
polliees Holfandicos longitudine aequabant,
Haec omnia funt, quae in Abdomine vidi, in-
teranea; Practerquam quod in fundo Ventris
multi collocati efient Mufculi, verfus quos Nervi
a medulla Spinali propagabantur : Mufculi
hi omnes altera fuorum Tendinum parte in fupr¡
; defcriptum pundtum i, quo Animal hoc Cuti vel
Conchae fuac infixum eft, definebantj ut hinc |
eorum ope Cancellus fernet introrfuni trahere,
atque in Concha fuá recondere queat¿ Inter
Appendices videbam nature multas Pinguedine
guttulas, quae oleum veluti c Balaenarum
pinfag
ik in het begm aan voor de extremiteyi der
aanhangfels i maar alfio ik in alle Kreefiflakken,
die ik opende, bem los vond, fioo oordeel I k , dat
bet de Blinde Darm is. Egt er kan ik dat nict voor vafi
figgen, om dat ik fyn blinde extremiteyt niet klaar
gefien beb , alfio alle de fioffen van weegen de
Brandewyn geftremt en gedivideert waaren, cn de
plaats , daar men den dorm felfs fag \ vertoonde
fig fioo doorfihynent, dat ik dit onderfebeyt niet
beb kunnen waarneemen. Anderfins quam by in
flruftuur, ten aanfien van de fioffen, met de aan-
bangfels over een. Syn infertie was niet op bei
midden, maar wat op fyde van den Endeldarm.
Voorts fag men in de Btiyk , aan weerfy den vaii
de aanhangfelsi twee fieer aardige gekrtnkeldeTeelva-
ten a a , waar van het geen in de regter fyde lag
het grootfte was; fy drayden baar alle beyden oß
een ende meer plaatzen feer cierelyk met Spirale
bogten b b ,en dan liepen fy weer krinkelent voort,
tot fy in een enger Pypken eyndigden c. . En
fioo fagb men ook, hoe Jy voor aan in baar uytgang
het laätfte paar beenkens g g , midden in de vyfde
articulatie , die als een been o f fibaal is , met
een merkelyke Pyp d , perforeerden : dat ik wai
grooter, als bet leven i s , beb qfgebeelt. En deefi
perforatie f ig ik ganfeh kiaar, wanne er ik de
vuiligbeden daar door uytdrukte , en het pypken
uyt en van de fchaal fepareerde. De ftoffe was
vatt een witte couleur, en als ik het met een
vergrootglas befag, fioo beftont dat alles uyt reguliere
deelkens, als ronde bolleties-, die feer kleeri
waaren. O f die de begintfilen der Eyeren waren
, dan o f het Saat van het Manneke , d. i
kon ik niet onderfibeyden te meer om dat ik in
alle de Kreefiflakken, die ik opende tot tien toe,
defelve firußuur in het Saat-vat vond. De bogten
j deefir Saatvaten wierden meede met witte bloctva-
j ten geconneßeert, en als fy geexpliceert waaren \
; fio bevond ik f e tien Hollantfihe duymen en een
■ h alf lang te fyn. Dit fyn alle de ingewanden, die
\ ik in de Buik fag. Behalven dat op de gront der
Buyk veele Spieren geplaatfi waaren, waar naatoe
bet Ruggemerg Jyne fernen fondt s en alle de fpie-
ren eyndigden met het eene gedeelte haaret pee*
zen, in het befihreeve Puhßum i daar dit Dier
tnede aan fyn huyt o f fibelp vafi groeyt , en
■door welkers middcl dat het fig daar intrekkende
£e e 2 veri