Utiliffima occafio erat incitando animo Ejus hoc tempore Amflelae-
dami: quia Medici Doéliilìmi ibidem còllegium inftituerant, ut altera
hebdomade convenirent fimul ad colloquia , & experimenta , initi-
tuenda fuper rebus Medicis , atque Anatomicis quidem praecipue.
Obfervationes, illic faftae , poflea funt editae a Cajparo Commelino,
anno md c l x v i , & m d c l x v i i , priusquam Swammerdammius
DoiStor Medicinae erat creatus. Hic tarnen primas contulit ad confe-
ftionem hujus opufculi. Figurarci medullae fpinalis , quam Blafius ibi
edidit, folus delineavit fuapte manu, in ilio ipfo collegio. Scripfit,
fuper ea re, ad Thevenotum , quod ile deprehenderit. I. totam medul-
lam ipinalem mere fibrofam. 2. fibras ejus diftinftas in aliqua cerebri
parte convenire , ibi terminari. 3. nervös, pariter fibrofos , de fibris
medullae oriri'. 4. piam matrem totam porrigi in vaginas cavas. 5.
medullam, adhuc calentem , una cum vertebris , eam continentibus,
ocyflime imponendam frigidae , ibi relinquendam fpatio nufthemeri ;
dein' vertebris cautiffime diffraftis, cerni haec omnia. Data fuit haec
epiftola 1. April, m d cl x v i . Eodem tempore tentavit plurima, in-
pellendo liquores varios. in vafa Animalium viventium. (viddeRefp.
p. 103. 107.) Etiam Chemica, de ebullitione frigida inter falem uri-
nae, & fpiritum falis Glauben, (ibid. p. m . ) Confcripiit tum diiier-
tationem illam laboriofam de Refpiratione, quam defenderet pro obti-
nenda laurea Apollinari in Arte Medica ; cujus le&io docet, quod propria
modo cogitata, experiundo tantum nota , perque experientiam
undique folta, iequeretur , nec vero quidquam ex aliis depromptum
Auitoribus immifcuerit. Quibus a£tis, ad finem anni md c l x v i , re-
verfus Leydam : ut legitime reciperetur in ordinem Medicorum. Et,
ea occafione, neceiTitudinem coluit arftiffimam cum celeberrimo van
Home, fuo prius in Anatomicis Praeceptore. Anatomica cum eo tune
exereuit, & varia modis diveriis praeparavit : aperte enim cogitata,
& inventa, habebant communia. Profeifor omnia , quae requireban-
tur, liberaliffime fuppeditabat ; alter opus dirigebat, fimulque inventa
omnia manu propria, fummo artificio, depingebat, omnesque fic pa-
ratas iconas 11atim mirtebat Matthaeo Slado, una cum obfervationibus.
Quid enim deerat ? Materies, inftrumenta, locus, inpenfae, liberalitate
Van Horniana uberrime fufficiebantur. Swammerdamimi diligentia, indu-
ftria, exercitatillima dextra, noftes diefque occupabatur. Primo hic,
in ipfis aedibus Van Hornianis x x n Januarii, anno md c l x v i i Vafa
uterina mulieris ceracea materia implevit, incepto utiliffimo, quod
deinceps perpolivit. Promotus dein fuit in ordinem Medicorum, x x 11.
Februarii eodem anno , atque defendit publice fuam de Refpiratione
diatriben. Eam tune brevibus modo lemmatibus conceptam protulit,.
fed Martio fequenti amplificatala edidit libelli forma apud Gaasbekios-,
atque Amplillimo Thevetioto dicavit Ibi in icone titilli figura elegantiifide
lieh amen, gebruykende fyneverhegene vryheidten dien eynde in he t Gaflhuys.
’je defer tyd was voorhem te Amfterdam de befte gelegenheid totJynoogmerk:
dewyl de geleerdfte Geneesheeren aldaar een gefelfchap maakten, om by een te
vergaderen om de andere week, tot het houden van f /amenjpraaken, en het doen
van konß-proeven over Geneeskundige , en Ontleedkundige faken vooral. De
aamnerkingen, daar gedaan, Jyn na die tydgedrukt by Calpar C.ommelin,
in'tjaar 1666,& 1667 , eer de Heer Swammerdam nog was gemaakt Doäor
der Geneeskonß. Evenwel heeft hytoegebragt het voorneemß, tot opmakinge van
dit werkje: De aßeeldinge van het ruggegraats merg, ^Blafius daar geeft,
had onfe Schryver alleen getekend med eygen hand, in die felve byeenkomfl. dus
fchreev hy hier over aan den Heer Thevenot op de 1 April 1666-, dat hy Jo hadge-
vonden. 1. dat het gantfeheruggegraatmergbeflondüyt enkele vefelkens. z. dat
die vefels, onderfcheiden van den ander, te[amen quamen, en eyndigden, in feker
deel der herjfenen. 3. dat 00k de fenuwen vefelagtig fprooten uyt de vefelenvan
V ruggemerg. 4. dat de dünne vliefen der herffenenfig heel uyt fpreyden in holle fche-
den. 5. dat het ruggemerg, nog warm, med de wervelbeenen ,waarin het bevat is,
ten fpoedigßen moetgelegdin koud water ,en 24 uuren daar ingelaten; waar na de
wervels omfigtig gebroken moeten werden; dan werd dit alles fo gefien. Selver
verfegt hy veelfaken, med ver fchey de vogteh te fpuyten in de aders, der levende die-
ren. ( Siet hem over de Ademhaling. p. 103. 107.) Ook rakende de Chemy, nopen-
de de koude opkoking door menginge van V pis-fout med de geeft van zejout van
Glauber. ( aldaar p. 111.) Hy befchreev toen fyne behandelinge ,ß doorwrogt,
over d' Ademhalinge, om te verweeren, ten eynde hy mögt wettiglyk werden Doktor
der Geneeskonft. Het lefen daar van toond, dat hy enkel Jyn eygen gedagten, door
ondervindinge geboren, en dan door bevindinge van alle kanten geßerkt, volgde,
fonder yet te mengen daar by, dat gehaa/d was uyt andere Uytvinders. Dit afgedaan
hebbende keerde hy na Leyden op het eynd desjaars 1666, om wettiglyk Doc-
tor te werden. En het was, by die gelegenheid, dat hy maakte de aldernaauwfte
vriendjehap med fyn oude Onderwyjer in de Ontleedkonß, de alderberoemdße Heere
Jan van Horne. Med hem oejfende hy m de konft, en beryde feer veelfaken, op
veelderly wyfen. Openhartighadden fygemeenallehunne bedenkingen enuyvindin-
gen. A l dat nodig was befchikte de Profe/for med alle mildadigheid. Den ander
deed het werk, en tekende a f alle de uytvindingen, door eygen handen,med de uyterfte
konft, en find aanftonds alle de opgemaakte aftekeningen, aan Mattheus Sladus,
daar by voegende fyne aanmerkingen. Wat ontbrak hier dog ? de werkftof, de werk-
tuigen, koßen, en plaats, wierden ge leverd ,ten overvloed, door de edelmoedigheid
van den Heervam Horne; aan de andere Jyde, was de naarftigheid fchranderheid,
en de doorgeoefende hand van den Heere Swammerdam, nagt, en dag, aan het
werk. Hier was het, in van Hornes huys, op de 21 Januarius, 1667, dat
hy de eerße reys, med wafch opvulde de vaten des Lyvmoeders van eeneVrouw,
door een feer nutte onderneminge, dien hy daar naa heeft verbeterd meer, en meer.
Hy wierd daar op Doäor, op de 22 Februarius in het felvde jaar, naa dat hy
epentlyk had beweert zyn opftel over de Ademhaling. Op dien tyd had by die
C alleen