116
in cute Cochleae contingit. Mordens nimirum i
pungens, 6c titillans utrobique ftimulus partes
glandulofas tarn in inteftinis noftris, quam hie
in cute Cochleaefitas,irritat, quo fuos illae con-
tentos humores excutiant 6c fecernant; fimulque
turn id , quod circa fe fentiunt, malum quad
abluant. In faliva fane res haec manifeftiffima
ell ; utpote quae mox copiofa admodum noftris
e du&ibus falivalibus effunditur , ubi remedia
quaedam ptyaliiinum excitantia in ore detinen-
tur : quod quidem perquam liquido quis expe-
riri poteft, modo radices Pyrethn comman-
.ducet.
Unde nequaquam adftipulariqueo,quod pur-
gatio fit peculiarium tantum quorundam, 6c vi
propria ièleótorum, humorum e corpore expul-
fio, a medicamentis ,ideo fingulari titulo fpecifi-
cis purgantibus vocatis , produ&a. Quafi vero
ratione pollerent atque intelle&u ifthaec phar-
maca , quo aquam a pituita, hancque ab aliis
iterum fuperfluis humoribus valerent dignofce-
re, & foiam hanc feorfim fecemcre, atque extra
klieragtige deelen, fio in onfi darmen, als hier \n
de huyt geprikkelt worden, om haar hefloote iog~
tigheeden te doen uytfyperen , en te fepareren. Op
dat/y het qua at, 91 geen fy daar voelen, fiuden ah
affpoelen. Gelyk men dat in het fpeekfil foobevindt,
9t geen datelyk in overvloet uyt onfi quylvaten be-
weegt wort, wanneer men eenige remedien, deweU
ke doen quylen, in de mont neemt. Als jeer nier-
kelyk ondervonden wort, wanneer wy QuyUVJor-
tels kauwen.
corpus amandare. Cum interim experienc
e magis refpondeat, quod ilia materies expur-
getur, qua corpus maxime icatet, 8c quae turn
temporis in vafis corporis datur abundantior.
Quod fi haec ita fe habeant ,iufficiet deinceps,
circa medicamente purgantia faltem animadver-
tiiTe, utrum calida, ficca, frigida aut humida
fint ; neque opus erit amplius tot excogitatis nominibus,
6c fi&is rerum phantafmatibus cerebrum
onerare.
Soo dat ik^geenfins fiu kunnen toeßaan, dat het
purgeeren toegaat met eenige befindere en eyge
verkooren vogtigheeden alleen buyten het lichaam
te dryven; en dat door medicamenten, die men foo
befinderlyk op eene ßoffe werkende purgeermidde-
len noemt. Even alleens, oj fy reden en verßmt
hadden, om het water van het flym , en wederom
dat van andere overtollige Hoffen, te onderkennenden
dat hejonderlyk q f te fcheyden. Hoe wel het met
de ondervinding beeter kan overeenkomen, dat die
deelen gepurgeert worden, daar het lichaam het
meeße meede vfrvult is , en die in de vaten des
l'tchaams in overvloet op dien tyt fijn . Het welk
foo fijnde, foo behoefde men, ontrent de purgerende
medicamenten, maar voornamentlyk te letten, op die
beet, droogenkout, en vogtig Jyn, fonder de her-
jenen met foo veele uitgevonde namen, en verbeel•
dingen van faken, te belaßen.
Cochleam inSpiritum vini, Oleum Terebin-
thinaé, aliofve ejufmodi liquores aut olea im-
mittere, ut in his enecetur, quoque minus con-
fultum eft. Quamvis Infe&a alia quandoque fo-
lo vapore Sulphuris accenfi interfecerim, ut ea
fic illaefapoflem diifecare. Attamenaptiflimum,
quod heic fieri poteft, atque optimum eft, Co-
chleam in 6c fub aquis lenta morte conficere.
Quae quidem methodus 6c hoc boni alit, quod
Cochlea nunquam mufculofas fuas partes tunc
contrahat ; fed hae omnes contra pulchre ex-
‘ pandantur : fiquidcm aqua, in ipfius glandularum
orificiapenetrans, muco ibidem haerenti fe mi-
fceat, huncque dilatando univerfum fimul corpus
infigniter expandat. Ita autem obtinetur,
ut multae partes, quae alioqui abiconditae permanent,
aut non nifi magno labore inveftigari
poflunt, manifeftae fiant: cujufmodi funtfora-
• mina organorum Genitalium,Penis,Uterus,Denies,
Limbi corporis forma, Glandulae, 6c alia,
quae ob aquam imbibitam turn fiepius conipicua
red- j
De Slak in Brandewyn , Tarpentyn Olle, en
1.andere vogtigheden , en olien te leggen , om
hem daar in te dooden , gaat mede niet aw.
Hoewel ik andere hloedelofi Dierkens wel met de
reuk van Swavel alleen heb gedoot, om haar foo
ongequeß fynde te ontleeden. Dan het alderbeqttaam•
fie en beße middel is, om de Slak een langfame doot
binnen en onder het water te doen ßerven. Waor
door men nog dit nut heeft, dat hy noit Jyn mafiu-
leufe deelen te Jamentrekt, maar alle defelven
j worden beqnamelyk uytgefet, door de reeden, dat bet
water in de openingen fyner klieren indringt, et
ßg vermengende met het'flym, en dat dilat er ende,
foo fpant het geheele lichaam merkelyk op -• waat
door men veele deelen fiet , die anders verborgen
blyven, o f die men met groote moeyte moet
foeken. Gelyk de openingen der Teeldeelen, de
Roede , de Lyfinoeder, de Tanden, de gedaante der
Lip van het lichaam, de Klierkens, en andere Beelen,
die haar als dan door het ingcdränge watet
dikmaals figtbaat maken , en voor den dag kW1*-
Dat
redduntur atque in lucem prodeunt. Hoc igi-
tur modo Cochleae quam aptiifimae evadunt a-
natomicae diifeébioni.
Curioforum nonnulli hanc Cochlearum fpe-
cietn , quia infolitae funt magnitudinis, fuisin
hortis 8c praediis fuburbanis alunt : proüt Hagae
Comitura 8c Culenburgi me vidiflè memini in
viridariis Illuftrium Comitum Mauritii 8c Wal-
deccae, aliifque pluribus in locis, quae cavernis
de liipelle&ile marina conftrudfcis,Grotten vocatis,
exomata funt. Tempus vero Cochleis hiiee pere-
gre mittendis commodiffimum eft hyemalej utpote
quo fuis in teftisullo fine motu reconditae hae-
■ W* rent, 6c peculiari quodam defuper acereto oper-
• 0 culo m, quod introitum teftae exa&iifime clau-
dit, obferatae. Aeftivo tempore fi tranfinitten-
dae funt; optimum eft, una cum herbulis qui-
bufdam fimul adje&is illas itineri committere :
aut fi comedere eas animus eft, in iäccum indun-
tur, atque ftraminis dein iègmina ipfis interlper-
guntur ; quorum ftimulatione 8c pun&ione di-
cunt eas impediri, quo minus fuis e domunculis
proreptent, fed in his conclufae maneaijt.
C A P U T VI.
De partibus internis. Et primum de
Corde, ejus Auricula, Vena Cava &
Aorta. Tum & de Sanguine , ejufque
perpetuo Circuitu. De differentia Muci
a Sanguine ; de Limbi Cavitatibus,tan-
demque de Sacculo Calcario. Accedit
rarifftmum - quod darn Experiment um,
ad motum Mufculorum attinens.
(^Um plurimas extemarum, 8c nonnullas
J internarum partium ha&enus, recenfue-
rim; jam quidem ad Teftae deieriptionem progredì
liceret : verum huic aptiortum erit locus,
quando illas prius partes deferipfero, a quibus
Tefta 8c nutrimentum 8c incrementum fuum iòr-
titur. Quamobrem de principibus internis par-
tibus nunc aduni eo; haud quaquam tamen ad
ordinem me adftridurus, inter Anatomicos ple-
rumque ufitatum ,quo a Ventre aut Capite fuatn
aufpicantur hiftoriam. Cum enim putredo heic
nulla mctuenda, ipfumque Animalculum perpu-
nllum fit ; malui illas prius partes pertraéfcare,
quae mihi primum obviae erant. Ncque & ad-
modum follicitus curavi, utrumne aliam partem
tantillo majorem, aliam rurfus paulo minorem,
*utet cedente microfcopio, delineaverim ; quando
Dat de Slakken dan feer bequaam fnaakt om haar
te ontleeden.
Sommige Liefhebbers Jetten dit Jbort van Slakken
hier in het lant in haare tuynen en luflhooven, om
haare ongemeene grootte, gelyk ik dat geßen heb in
den Haagh , en te Ktiylenburg, in de luflhooven
van haare Excellentien, de Graven Maurits, ende
Waldek, en op andere plaatfin me er, daar Jy Grot*
ten hebben. De hequaamfle tyt om haar te verfen-
den is in de winter, om dat Jy dan in haare hoorn-
kens findet beweeging opgeflooten Jyn, en met een
befindet dekfel ratoegegroeit, dat feer met den in*
gank van de hoorn fluyt. In de Somer wor-
den Jy niet bequamer als in eenige groentc
overgefinden, o f anders foo men die eeten wil,
foo doet men die in een fak, en men firoit daar ge*
kapt ßroy tußchen, het geen gelooft wert y
haar belet, door Jyn pr 'tkkelen en fteeken, dat
fy niet uyt haare hoornkens finden kruypen, maar
daar binnen in heflooten blyven.
H E T VI. H O O F T S T U K .
Van de inwendige Leeden. En eerft van
het H art, fyn Oorken, Hol-ader. en
Slag- ader. Als 00k van het Bloet,
en fyn geduurige beweeging Het cn-
derfcheyt milchen Slym en Blcet 5 de
Holligheden van de Limbus, en eyn-
delyk van het Kalkbeursken, met een
feer ging rdaearr eMxpuefcriumleenn.t ontrent de bewe-
DE meeße der uytwendige Deelen, en eenige
der inwendige, aangenert hebben de ,f io
fiu ik nu het Hoorr.ken kunnen hefchryven; maat„
dat fa l heter voegen, als ik eerßelyk die Deelen
heb befchreeven , dewelke het veeden ende doen
aangroeyen. Waarom ik t?y nu tot de verbände•>
ling van de vcornacmße inwendige Ceelen Jal he-
geeven: findet dat ik my heb verbonden aan de
order , die de Ontleeders gemenelyk houden,om van
de Buyk, of het Hooft , haar hefchyving te beginnen.
Want alfoo hier geen verretting te vree-
fen is , en dat het een kleen Dierke is ; foo beb ik
die Deelen het eerfl willen verbündeten, die ny
het eerße voorquamen. Sonder dat ik ock heel
naauw heb agt geßagen , o f ik het eene Deel wat,
grooter , en het andere weer wat kleender, cn-
der het vergrootglas heb uytgeteekent i door dien Gg dat