abfque aubio, loco dentium., aliis Animantibus en wnarmede'hy fy n voetfel vermaalt i
conceflorum,utitur, fuumque pabulum commo-
Jit atque in os ingerit. Binae hae breves forci-
pcs, 6c quatuor fupra has o cu li, a nemine ,
quantum novi, unquam animadverfi aut deferir
t i funt, led haZenus negligenter praetermifii.
Scorpius autem ha fee fhrcipcs five dentes pror-
fus introrlum in os fuum reducere valet, ut omni-
no nihil eorum videri queat.
Ad pronam pectoris partem 0Z0 crura articu-
lb . -lata funt b b , in fex lingula divilà articulos,
quorum extremi binis quilibet incurvis unguicu-
lis inftruuntur. Caeterum crura hinc inde pilis
•obfita funt. Ad anteriorem capitis oram bina
confpiciuntur flagella, five brachia forcipata
C(' cc, ex quatuor articulis conflata, quorum extre-
mus quali pollice munitus eft, cujus contrazione
forceps efficitur. Eft hicarticulus fat crafliis
atque fortis, quippe validos in fe mufculos con-
tinens ; prout in Cancrorum flagellis quoque
obfervamus. Venter in feptem difterminatur
d. annulos d , quorum ab extreme cauda exoritur,
fex compolita ex articulis, pilo hiipidis, globu-
#. lorum in morem conformatis e : horumce arti-
/. culorum ultimus aculeo armatus eft f
D. Redi fcribit, le vidiile, quod Scorpio per
fuum in cauda aculeum minimam quandam a-
quae candidae guttulam exonerct : quod qui-
dem facile crediderim • quum 6c venenum illud?
quod Apes per aculeum fuum, in plagam pun
gendo faZam mingunt, pariter limpidiflimo liquore
conftet. Atque hinc eft, quod fufpicer,
aculeum Scorpionis externum, limili modo ac
in Apibus, non efic nifi vaginam, in qua vcrus
demum aculeus delitefcit. Sufceperam aliquan-
do ifthoc in ficcato Scorpione inquirere: verum
quoniam annulus caudae ejus ultimus, e quo
prominet aculeus, in corneam duritiem ficcando
abierat, haud potui ex votis icopum meum afle-
qui. Attamen binos turn ibi tubulos animad-
verti, qui in facculum veneniferum defmere vi-
debantur, & ab antica parte binos gerebant acu-
leos : verum adeo haec omnia erant perplexa, ut
certi nihil de iis aufim affirmare. Quodfi vero
vivum turn tempons Scorpionem ad manus ha-
buiiTem, perfacile mihi fuiflèt, hanc rem liquido
detegere.
In alio quodam Scorpio bina anteriora brachia
forcipata aa. quam maxime difcrepantia vidi ab
iis , quae paulo ante figuris verbifque defcripfi.
Forcipes enim, ratione priorum, perexiguae e-
rant, atque in finem acuminatum terminabantur.
Ad anticam etiam capitis partem binae illae memotot
fyn mont brengt. De f e twee körte Scharen
met de vier ogen daar booven, die fy n van niemant,
dat ik weet, eit aangemerkt, o f befchreevenmaar
tot nog toe over bet booft gefien. Deefe Jehaaren of
fanden kan hy heel binnen in Jyn mont trekken, ßo
dat f e ganfeb niet te merken Jyn.
li. an.
Onder aan de Bor f l fyn de agt b eenen gear tic tu
leert b b , dewelke haar yder in fe s le den verdee-
len, en waar van de uyterfte leeden met twee krorn-
me nagelkens, o f klaauwkens, verfien Jyn. Synde
voorts de beenen hier en daar met hayr befet. Heel
voor aan bet booft fie t men de twee armen of
fibaren c c , dewelke uyt vier leeden bejlaan , en
waar aan bet voorße lit als met een duym gewa*
pent is , die als by toeknypt de Schaar maakt. Bit
lit is redelyk dik ende fierk van maakfel, al ßo daar
vaße mufculen ingeplaatß fyn , als ook in de fecharen
der Kreefien bevonden wort, De buykverdeelt.
fig in feeven ringen d , aan welkers laatfie de ftart
fig openbaart : dewelke uyt Jès leeden gecomponeert
wort, die ruygb met hayr bekleet fy n , en knoops-
gewys van ßruffm r c: bet laatße lit is met den
angel gewapent f.
De Heer Redi febryft gefien te bebben , dat de
Scorfioen een kleen droppelken wit waater door
fyn angel in de fiaart ontlaße, dat ik light kan aan-
neemen; alfio ook bet venyn in de Byen , dat fe door
baar angel in de geßooke wond p'tjfen, mede uit een
helderft vogt beftaat. En dit doet giffen, dat haar
iiyterlyken angel, even ge ly k in de Byen, mee de niet
i als een koker is , waar in de waare angel nog is be-
floQten. Ik beb dit eens onderfoght, in een gedroog-
den Scorpioen, maar alfoo haar laatße ring van den
fia a rt, daar de angel op ßaat , foo hart als hoom-
been gedrooght was, foo kon ik myn oogmerk niet
bereyken. Ik fag daar egbter twee pypjes in , die
in een fenyn beursken fcheenen te eyndigen , en
van vooren twee angels hadden: maar dit was alles
ß o confuys, dat ik daar niets pofitief van kan ver-
feekeren. Iudien ik doe ter tyt een levende Scor-,
pioen had by der bant gebadt ,bet was my Jeer light
geweeß, om dat klaar te ontdekken.
In een andere Scorpioen beb ik gefien , dat de
twee voorße armen, o f fecharen aa , feer veel ver•
fcheeldcn, van die ik terßont afgebeelt en befebree-
ven beb. Want de tangen waar en heel kleen, naa
proportie van de andere , en f y liepen fpits toe, op
haar eynde. Hy bad ook de twee genoemde fecharen
ratae forcipes vel dentes extabüntj & fupra illos
utrinque tres cónlpiciebantur öcüli, ut adeo ho-
rum fenarius heic daretür hiimerus. Caetera i
priori Scorpióni is penitiis fimilis erat : nifi quod j
& reliqua ejus membra hic illic aliquid adhuc,
fed parum admodum, diferiminis oftendebant ;
uti ex icone manifeftum eft. Perelegans autem.
erat hic Scorpiunculus, atque ex pàrvitate for-
cipum ejus facile quidem poteratcognofci, lon-
ge his minus roböris fuilfe, quam prioribus: attamen
quum & löngrores lim ul effent, tanto ite-
rum commodius efeam valebant prehéndere.
Porro quo majora funt Animantia ; eo exaZio-
rem partiùm ipforum cognitionem aflequi nobis
datur : propterea in permagno nunc Scorpione
ómnes illas partes, quas in prionbus binis exhi-
bui atque defcripfi, multo nitidius & diftinZius
repraefentatum eo. Praeprimìs autem bini illi
o f fanden , voor aan in Jyn booft; en dan fa g men
daar boven aan weerjyden drte oogen, dat bet getal
fe s oogen uytmaakten. Anderfins quam hy
heel over een met de eerfie Scorpioen: bebalven dat
ook fyne ändere leeden nog hier en daar wat vet-
febeelden, hoewel piet Jeer veel, als uyt de afbeelding
blyken kan. Dit was een feer fraey Scorpioen-
k e , en uyt de kleente van fyne febaaren was bet
ltgbt kennelyk, dat bet op ver naa die kragt daar in
niet hadt, als wel de eerfle : dan alfoo de fangen
langer waren, foo waaren Jy weer bequaam , om
met Joo veel te meer gemakkelykheid bet aas op t t
vangen.
VOrders boe de D ’teren grooter Jyn , boe wy foo
veel te netter kennijfe van haare leedematen kunnen
neemen, daarom i ß , dat ik nu in een heele groote
Scorpioen alle de deelen, die ik in twee vorige ver■*
toont ende befchreeven beb, veel netter ende difiin*
Ser gaa a f beeiden, en befonderlyk fy n twee voor*
o. dentes, live forcipes anteriores a , pilis aiperae f t e tanden, o f febaaren a, die ruyghbayrig fy n , en
heic quam clariffime conlpiciuntur. Turn 6c
h. antici ejus oculi b , quorum ab utroque capitis
latere fex numerantur, alii aliis ex ordine fenfim
tninores. In medio capite , qua parte id cum
peZore unitum e f t , bini cernuntur oculi o-
mnium faciliime dignofcendi, qui hinc ab Au-
ZoribUs etiam animadverfi funt; cumtamende
aliis i2. oculis nihil unquam adnotafle videantur.
lnfuper & caput, peZus, venter, cauda, aculeus,
una cum cruribus, forcipibus, pilis, 6c
unguibus, heic pariter multo diftinZius, quam
in binis prioribus, confpicua funt. Sex etiam
crarum articuli ad amufiim tales huic funt, qua-
les Scorpiis minoribus. Quin 6c brachia quatuor
die hier feer difiinä fy n te fien. A ls ook fyne
voor fte oogen b , die aan weerfy den van bet booft fe s
fy » , en haar allenxkens van grooter tot kleender
verminderen. Midden op bet hoojt, dat met de borft
vereenight is , fiet men de twee alderkennelykße oogen,
gefien fy n , daar betfebynt, dat fe van de andere 12.
oogen noit iets bebben aangetekent. Vordere ß o
fyn bet booft, de borft, de buyk, de fia r t, de angel,
ne Jens de beenen ,feharen, bayrkens ende klaauwen ,
hier meede veel kennelyk er in , als in de twee voorgaan-
de. Soo fien wy ook de fe s leeden van de beenen
geheel overeen te körnen met die van de kleene
Scorpioenen, als ook de armen, die vier leeden heb•
ben, waar van de febaaren vervaarlyk groot fyn.
Maar in de ftart is een confiderdbel onderfebeyt -
want fe maar drie ledenbeejt; daar de kleene Scorpioenen
heic conftant articulis, forcipesque gerunt
horrendae magnitudinis. Verum in cauda notabile
datur difcrimen : ea enim tribus tantum gau-
det articulis; cum Scorpiis minoribus cauda fex
in articulos divifa fit. Attamen dubito, utrum
hoc a natura fic fe habeat ; quum animadvertere
mihi videar, hujufce Seorpii, antequam ad me
pervenit, caudam fuiffe fraZam , iterumque
conglutinatam, omnibus interim articulatia
nibus haiid coadunatis. Color hujus Scorpio-
ms picis inftar nigerrimus refplendet.
Alius praeterea mihi eft Scorpio ejufdem pro-
pemodum magnitudinis, caudainftruZusequin-
que articulis compofita ; de qua tamen idem
quod de priore fufpicor, haud videlicet ipfi hoc
naturale efle : fiquidem perfuafum habeam, in
omnibus Scorpionum fpeciebus caudam fex articulis
conftantcm deprehendi. H ic ex Amer
alßo fy van de Autheuren, niet over bet hoefi
fe s leeden in defelve bebben. Dan Ik twy-
fe l o f dh naturel is , alfoo het my febynt, dat deefe
Scorpioen in fyn fta rt, voor al eer ik hem kreeg9
is gebrooken geweeß, en Weer aan een gelymt geworden
, fonaer alle de ariiculatien te vergaderen.
De couleur van deefe Scorpioen is een glimmenl
pik Jwart.
Nog heb ik een andere Scorpioen, die ten naaßett
by defelve grootte beejt, en die met v y f leeden in
de ftart verfien is; daar ik defelve opinie van heb,
als pan de andere, dat dit niet naturel fou fy n : alß
o ik geloof, dat in alle de foortenvanScorpioenen ,
fies leeden in den ftaart gevonden worden. Deefe
is my uyt Weßindien ter hantgekomen, en de groot
ca> alter maximus, cujus modo iconem exhi-lyfc, die ik foo even qfgebeelt heb, uyt Oofiindien.
bui, A a 2