funt, ita & color eft, quo is per cutem externam I couleur| daar by meede door het nyterlyke velfebynt.
Iiy beßaatuyt twee kenne ly ke VLIESEN, waar van
bet buytenfie bet dunße is , en bet binnenßefeer dum
als in alle InfeBen. En bet is te geloven, dat hy
mecde uyt drie vliefen beßäat, waar van bet der de
mufculeus is.
Het buytenße vlies van de MAAG is met
fitlk een grooten getal LONG-PYPEN verfien 1111
dathetniet uytfpreekelyk is. De grootße takken op de-
felve fyn heel figtbaar, maar de kleenße kan men
niet als met feer goede vergrootglafen ontdekken.
In tegendeel is het binnenße Vlies feer dun. En het
derde Vlies, dat ik oordeel tujßhen het eerfie en
binnenße te Jyn, bevat fonder twyjfel de jnufculeu-
fe Vezelen van de Maag, dewelke door haar middel
fyne wonderb aarelyke bevocegingen beeft. Voorts
beßaan DE V L IE S E N DER M A A G , en
voornamelyk bet buytenße , uyt een feer menighvul-
digb getal globeufe grynkens , die wat irregulier
fyn. Dän ofdeefe Deelkens eygentlyk tot de vlie-
fcn der maag behooren, dan offy de vetdeelkens Jynt
die hem bekleeden, en ivaar door de longpypen heeit
lopen, dat kan ik niet eygentlyk (eggen: maar welf
dat Jy in het bandelen, voor een feer groot gedeeltet
ligt van de Maag afwyken.
transparet. Binis autem manifefte confpicuis
conftat TU N IC IS , quarum extima craflior eft,
interior tcnuiifima,ud in omnibus Infeéfcis. Quin
credibile eft, ipfum tribus pariter tunicis gaude-
re, quarum tertia mufculofa eft.
Extima ventriculi tunica tarn infigni FI-
S T U L A R U M P U L M O N A L I U M
llll. m i' numero eft inftruéba, ut verbis exprimi
vix poflit. Rami majores in ea admodum con-
ipicui funt ; at minimae propagines non nifi
optimi ope microicopii queunt detegi. Interior
contra tunica quam tenuiffima eft. Tertia
autem tunica, quam inter extimam & interio-
tem fitam eflè reor, dubio procul mufculofas
ventriculi fibras comprehendit, quarum adminiculo
ille miríficos fuos motus perficit. Porro
V E N T R IC U L I TU N IC A E , praefertim vero
extima, e numerofiifimis conftant granulis globo-
fis,nonnihil tarnen irregularibus. Utrum autem
ifthaec granula ad ipfom ventriculi fabricam proprie
pertineant, an vero potius fint particulae
pingucdineae, ventriculum veftientes, per quas
pulmonales fiftulae molliter deferuntur; id equi-
dem probe difcernendo non lum : hoc tamen
fcio,quod maxima eorum pars, dum crebro con-
treftantur, focile a ventrículo fecedat.
Subtus in Abdomine, loco nonnihil altiore, in
medio fere ventriculi, partícula quaedem collocata
m. cernitur *», quam forte pro hepate habendam eile
D.Hooke exiftimat At, me quidem judice,potius
id PAN CR E A S efle afleruerim, modo'argu-
mentis pluribus munitus eifem. Color ejus proprie
haud eft albicans, verum aliquatenus ad ci-
trinam flavedinem vergens. Conneótitur etiam
firmiter adeo cum ventrículo , ut haud facile
ab eo feparari poflit. Microfcopio fi exponitur,
quam focillimc in plurima granula , gianduia-
rum aemula, haud admodum pellucida, poteft
difpeici. Ubi autem turn microfcopii ope accurate
perluftratur, fiftulae adhuc pulmonales inibi
apparent. Firmior eft hujus particulae, quam
omnium reliquarum partium , materies; liquidem,
ubi e corpore extrafta ficcatur, perparum
diminuitur. Figura gaudet perquam irregulari ;
ut vel in quovis fere Pedículo diverfimode conformata
fit, itidemque mole minor vel major :ple-
rumque tamen ratione fui flcxus, fituique fupra
ventriculum, eodem modo comparata eft ; prout
innotefeit ex quinqué illis diferepantibus iconi-
bus harumee particularum, quas in fig. v , Tabulae
V , a fub microfcopio, juxta ac in vita iè
habent, depinxi.
Ad
Önder in de Buyk,fiet men een weynig omhoogh,
baafi op bet midden der tnaagh, een dcelken ge-
plaatfi m , dat de Heer Hooke feght, mogelyk de
leever te fyn. Maar wat my aangaat, ik fou dit
deel liever voor den BUIK-KLIER neemen, in dien
Ik daar meer beivys toe had. Syn couleur is eygentlyk
niet wit, mäar een weynig naa het citroen geel
trekkende. Het is niet ligt van de Maag tefeparee-
rent daar bet feer vafl meede vereenight is. Onder
een vergrootglas, laut bet ßg feer light in menig-
vuldige greynkens als klierkens verdeelen, die niet
heel veel doorlugtig fyn. En als men het met
een vergrootglas, dan wel befiet, foo ontdekt men
aldaar nog longaderen in. Het is van een vaßer Jub-
ftantie, als alle de andere deelen; want het drooght
feer voeynig in, als het buyten het lichaam getrokken
is. Synfiguur is feer irregulier, foo dat het in yder
Luys haaß van een verfchillig maakfel is , en 00k
kleender en grooter van ßruBuur, maar meeßen tyt
komt het in fyn bogt overeen, en 00k ten aanfien van
fynfituatie9 op de maagh. Gelyk als blyken kant
uyt de vy f verfchillige afbeeldingen deefer deelkens,
die ik in de vyf de figuur op de V. Tafel* heb na btt
leven, onder een vergrootglas afgebeelt.
0*~
Ad imam ventriculi regionem P Y LORU S
ni„’ confpicitur n, quem dein excipit INTESTI-
t o NUM TEN UE 0 0, hinc inde dilatatum ,fimili-
que,ac ventriculus, modo fobrefa&üm , multis
pariter fiftulis pulmonalibusinftruótum. Ad fi-
nem Inteftinitenuis,quodut plurimum ferpenti-
no duétu, inftar co Latinorum, inflexum eft,
L ì QUATUOR deteguntur VASCULA p p p p ,
qjiae oculatiflimus aeque ac longe praeftantifli-
mus Anatomicus,¿for£tf//0¿ Malpighius, in Bom-
byeibus varicofo adpellavit. Ea vero heic in
Pedículo reótiora funt minufque infleiXa. Sunt
itidem fatislonga,ejufdemque fabricae, aclntefti-
na. Haec quatuor vafcula proprie quatuor funt
INTESTINA COECA,quaein omnibusIniè-
étismihi occurrunt: unde per induófcionem eahoc
etiam nomine heic compello ; quamvis ipiòrum
fines videre mihi non contigerit. Apertis autem
ofeulis hiant, loco indicato, in Inteftinum, ex
quo oriuntur. Poft haec Intcftinula CO LON
- jfequiturjquodubi defiit, notabili» deinceps ièfe
• manifbftat dilatado r r , quae C LO A C A e ft,
live locus, in quo fuam iòrtiuntur figuram excrementa
: haec enim valde irregularia heic funt,
minimeque uti in aliis Inièétis, quorum excrementa
iàepe admodum fingulari modo funt figurata.
Infra hanc dilatationem INTESTINUM
[ RECTUM s conipicitur, quod P O D IC EM
p fuum t , fuper ventrem , inter caudae divi-
fionem, vifui offèrt ; tumque fub hoc cutis
deinceps pilis fetaceis hirfuta eft.
Quod veroattinet ad V EN T R ICU L I MO-
TUM,eftis profeéto mirabilisjut non fine ratione
ventriculum Animai in Animali liceret appellare,
ob validiflimas illas agitationes, contraàio-
nes, dilatationes,corrugationes,expanfiones, quae
ipfipropriae funt, & per ipfum corpus tranlparen-
tes non fine ftupore cerni poifunt. Comparent eae
tum praefertim, quando plenus pabulo eft ventri-
culusj fic vel maxime, cum fudhi novus ineum
fanguis derivatur : eo enim tempore nonnun-
quam obfervatur, reliquias quafdam alimenti cum
novo cibo commifceri:,atque furfum deorfum, &
momnem partem, in ventrículo concuti & agi-
tari ; id quod tanto videri poteft diftinótius
quo contenta colorís funt obfcurioris.
Hinc focile imaginando aflequi quis poteft
quam peregrinas mutationes atque flexus fiftulae
pulmonales,. fuper ventriculum fitae , eo
tempore fubeant, & quam variis modis aèr, in
ns haerens, prematur, moveatur, propellatur
quin depiiretur, mutetur, atque attcnuetur
Quis yero mortalium expifeari valeat ufum
quem
Onder aan de maag is de PO R T IER te fien n,
waar op de D U N N E DARM volghi o o 9 die
men bier en daar gedilateeit fie t, en van het
felve maakfel als de Maagh ; fynde mcede met
veele longpypen verfien. Aan bet eyndigen van
den Dunne darm , die flangsgevoys , als een La-
tynfebe eo , ten meeßen tyt geboogenis , ondekt men
VIER VATEN pp p p , die de geoogde en aider?
uytmuntenfie Anatómicas, Marcellu6 Malpighius,
kramp-adtrige in de Sydevourmen genoemt heefe.
Dan hier in de Luys fyn fy reghter en minder
geboogen. Sy fyn redelyk lang, en van maakfel
als de Darmen. Defe vier vaaten dat fyn eygentlyk
VIER BLINDE DAR MEN die tk in alle InfeBen
bevinde , en daar om uyt induBie foo geef ik
haar die na.am alhier meede ; hoevoel ik haar eyn*
de niet gefien beb. Sy openen haar in de aange-
voeefe plaats, in den Darm, daar fy uyt fpruyten.
Naa defe darmkens volght 'de KRO NK E L-
D A R M q , en naa fyn eynde openbaart ftg een
merkelyke verwyding r r , dat de R I 00 L is9
o f de‘t plaats daar de vuiligheden haar figuur in
verkrygen: dan die fyn feer irregulier , en niet
als in andere InfeBen, daar de vuiligheden veel~
maal feer rare figuuren hebben. Onder deefe
verwyding fiet men den E N D E L D AR M s ,
die fig van bovenen op de buyk , tuffeben de ver•
deeling der fiàrt met fyn NA ARS fien laat, en waar
onder de huyt met borfiagbtige bairen befet is.
Maar wat nu de B EW E E G IN G DER
MAAGH belanght, die is wonderbarelyk, en in der
waarheid, men fou die een Dier in een Dier kunnen
noemen, van wegens de feer fierke beweegingen,
famentrekkingen, verwydingen, inkrimpingen, en
uyttrekkingen, die de felve heefe, en die men met
alle verbaaßheid door bet lichaam heenfehynende
fiet. Dit fietmen voornamelyk , als de maag vgl
voetfel is , en befonderlyk, als byop nieuw, bloed
daar in fuyght, op welken tyt nten fomtyts eenige
overblyffelen van V voedfel met het nieuwe voetfe
l fig ßet vermengen, die dan heen en weer na
onder en en bovenen in den Maag gefehut en be-
weegt worden, dat men te diftinfier fiet , boe fy
van een donkerder couleur fyn.
Men kan fig light verbeelden , wat vreemde
veranderingen en boghten dat de Longpypen op de
Maag in die tyt moeten makenx en boe de lugt,
daar in geperfi, bewoogen, en voortgedreeven wort,
hoe hy gefuyvert en gefubtileert wort. En wat
menfehelyk fehepfel is maghtig, om fyn gebruyk
aldaar uyt te vinden l Voorwaar nijemant. Maar
• V koven