bui, ex Indiis Orientalibus ad me delatus eft. A-
mericani color idem eft, ac ex Indiis Orientalibus
oriundi. Hoc anno D. Padbrugge, Praefeótus
Iniularum Moluccenfium, Scorpionis cujufdam
mihi tranfmifit delineationem, qui ex fpadiceo
coerulefcentis eft coloris, cauda lenis compofita
ex articulis pollet, neccaeterum a maximo ilio,
quem figura repraefentavi, difcrepat, nifi quod
dimidio minor fit.
In Hollandia Scorpionum quaedam fpecies
reperitur, qui perpufilli funt, nec corpore ma-
jores, quam Cimex • aemulantur etiam Cimi-
cem poftica corporis parte, quae in undecim an-
nulos anguftos divifa eft, & cauda caret. Sex
modo crura ipfis funt, quorum e quatuor fin_
gula articulis conftant- Peétus, quocum arti-
culata funt crura, diftinétum eft a capite ; hoc-
que anterius roftro gaudet acuminato, pilis ob-
fito. Pluribus praetereaoculis pollent, qui per
utrumque capitis latus diipertiti haerent : ante
-ociilos collocata cernuntur brachia, quae, uti
antennae in Papilionibus, e capite pullulantia,
quatuor ex internodiis conflantur, fi forcipes
fimul computes, quorum eft eadem fabrica,ac
jn Scorpionibus figurae lècundae paulo ante de-
fcripfi. Omnes hae partes tenuibus pilis hiipi-
dae funt, fimilifque coloris, acScorpiones vulgares
Germaniae & Italiae. Modo memorata
brachia, ratione magnitudinishujuice Animalcu
l i , admodum longa funt & grandia ; nec quic-
quam vifu eft elegantius, quam fingulares illi
motus, quoseorum ope concitatAnimalculum,
quando graditur, atque, inftar Cancri terreftris,
felè promovet. Infeétum hoc frequens reperitur
in fcamnis, arcis & icriniis, a longo tempore
non rcpurgatis; ubi quidem, ut mihi vi-
detur, minutis illis Pcdiculis & Animalculis, in
pulvere ibidem fefe multiplicantibus, quorum
plurimae dantur fpecies, vitam iuftentat, fuis
nimirum, uti arbitror, forcipibus haec prchen-
dens, & pabuli loco ingerens. Inveni etiam
hoc Inièótum intra pannum coccineum, qui diu
in cifta aflervatus erat. Plura de hocanimal-
culo quae dicam, haud habeo. Defcripfi id fe-
cundum illas, quas in eo ex acicula fulpenio,
atque ficcato oblèrvavi, partes.
De couleur van de Weßindifiche komt over een net
die van de Oofiindifibe. Dit jaar is my van de
Heer Padbrugge, Gouverneur op de Molukfche ey.
landen, de tekening van een Scorpioen toe gefonden
die van een bruyn blaauwe couleur is , hebbende fes
articulatien in den ßaart, by verfibiltvan de groou
fie Scorpioen , die Ik afgebeelt beb, niet anders,
als dat by de helft kleender is.
In Hollant vint men een foort van Scorpioenen
die feer kleen Jyn, en niet grooter als een JVeegb.
luys van lichaam, daar bet agterlyf ook wel naa
gelykt, dat in 1 1. fmalle ringekens verdeelt is.
Defelve bebben geen ßart. De beenen Jyn maar fes
in bet get al: beflaande ieder uyt vier articulatien.
De botfi, daar de beenen meede gearticuleert Jyn
is van bet hooft onderfcbeyden , dat voor aan een
fipitze bek heeft, met hayrkens befit. Sy bebben
verfcheyde oogbkens, die aan weerjyden van bet
hoofi verdeelt ft aan, waar voor men de armen ye.
plaatfi fiet, die uyt bet hooft fpruyten, als deHoorn-
kens in deKapelleties. Defe armen beßaan uyt vier
articulatien, met de fcbaaren ¡ die in baar maakfel
overeenkomen met die van de Scorpioenen , in de
tweede figuur befcbreeven. Alie deefe deelen Jyn
met fyne hayrkens befet, en van couleur, als de or*
dinaire Hoogduytfibe en Italiaanfebe Scorpioenen.
De genoemde armen fyn , na proportie van dit
Dierken , feer lang ende groot, en men kan niets
fraajer ter were It fien, als de rare beweegingen,
die bet daar meede maakt, wanr.eer bet voortgaat
en als een Krab , die op bet lant leefi , fig komt
te beweegen. Menvind dit Dierken tn debankm
kajfen en kißen, die in lang niet gefuyvert fyni
daar bet leefi, fio ik vertrau, by de kleene Luysi
kens en Dierkens, die haar al daar in bet ß o f voort
teelen, waarom datter veele fiorten Jyn, En die
vangen Jy op , fio ik geloof, met haare tangen , en
fiy gebruyken die tot voetfel- Ik beb dit Dierken
ook gevonden tuffchen root laaken , dat lang in een
kiß ge le egen had. Meer kan ik van dit Dierken
niet feggen , dat ik alleen befcbreeven beb, naa de
deelen, die ik daar in heb geobfirveert, naa dat ik
bet aan een fie lt geßooken, ende gedroogbt hadt.
Hifto- Verffißoria
naturalis C O C H L E A E
OPERCULARIS, iconibus accura-
tijjimis illußrata.
INTRODUC TI O.
Quamvis inter impura Animantia, quibus
velci vetitum erat, apud Judaeos relatus
fit JUmax : haud tarnen omnem penitus ufum
ejus rejecerunt. Regius enim PÌàlmiftes morale
dogma inde mutuatus optat, ut impii, col-
liquefccntis inftar Limacis, interire cogantur.
Quare, ut immundum fit & mucofum Animal-
culum Limax, haud minus .tarnen ab illis con-
fiderari meretur, qui Opera Domini inveftiga-
re adlaborant. •
Multae etiam Gentium Chrifto addi&arum
Limacibus vel inter bellaria meniàe iecu'ndae
vefcuntur: quamvis tarnen omnes Limacüm
fpecies huic non adhibeantur ufui. Sola enim
Cochlea valvata, Alie-Kruyk vocata, quae in
mari aut aquis degit, co6ta prius & probe fale
condita, noftra in Patria, comeditur, nec fere
fapidum quidpiam habet, praeter hepar ; cum
mufculi ejus tenaciores lint.
Aliae Nationes, uti Itali,Teutones, & Galli,
Cochlea vinearum hunc in finem utuntur,
' ilio praefertim tempore, quo ea poll: menfium
aliquot inediam a fordibus fuis fernet repurga-
vit. Turn enim in dom'unculae ejus orificio
operculum, tanquam ex gypfo, concrefcit, quod
terrain, aliafque quasvis illapfuras quisquilias
arcet: liquidem id genus Cochlearum ultra
feptimeftre ipatium, ab autumnali nimirum uf-
que ad vernum tempus, fine ulloprorfus motu
jaceant omni vi£tu abftinentes.
Cochlearum domunculae, languis, atque o-
percula, fuos quoque in arte Medica ufus prae-
ftant. Inter opercula autem praeprimis heic memoranda
eft Blatta , five operculum Muricis
vel Cochleae purpuriferae, quod cum Byzan-
tiOjOppido quodam Africae, in qua olim purpu-
rariae officinae vigebant, ad nos deferri foleat,
inde Blattae Byzantinae nomen obtinuit. Atta-
men hodie quaecunque Cochlearum opercula in-
difcriminatim hoc nomine infigniuntur ; quam-
VJS tantae dentur haec inter opercula & totupli-
ces diflèrentiae, ut integer de iis tra&atus, fuo
fine ufu non cariturus, confcribi pòllct.
Mihi propofitum nunc eft, de Cochlea Vi-
earutn» five Opercuiari dièta, agere, ejufque
m
Verhandeling van de WYNGAART-
SLAK, door keurlyke afbeeldingen
opgeheldert.
I N L E Y D I N G.
H Oeivel de Slak ondcr de onreyne Dieren by de
Joden gefielt is , die men niet en vermoght
te eeteu: egbter fioo is haar gebruyk niet fenemaal
by hun verworpen geiueeft. Want de Koninklyke
Sänger, daar een zedelyke leering uitnemendepuenfiht%
„ Dat de godtlofin, als een fmeltende Slak moetefi
„ heene gaan. ” Soo dat, boewel de Slak een on-
reyn, endeflymerigh, dierken is , evettwel laat bet
niet naa aanmerkelyk te weefien, voor die de werken
des Heeren onderfoeken.
Vele Volkeren cnder de Chriflenvn eten felfi
de Slakken voor een delicaat nageregbt: Hoewel dat
alle fiorten van Slakken daar niet toe gebruykt
worden. Want bet is alleen de Alie-Kruyk, 9t geen
een zee o f waterflaxken is , bet welk men in ons
Vaderlant daar toe gebruykt, naa dat bet gekookt
en welgefiuten is. Synde bet voornaamße ge de eite
, dat daar Jmakelyk in is, niet anders als de le+
ver, want de fiteren Jyn taey.
Andere Volkeren, als Italianen, Hoogduytfcben^
en Franfchen, die gebruyken daar toe de Wyngaart»
Slak, en dat voornamelyk op die tyt, wanneer by
figb gefnyvert heefi van fyne onreyntgheeden, hebbende
eenige maanden langh uytgevafi. Op welken
tyt in de mont, o f opening van bet boornken, een
dckfel als van plaaßer groeit, dat haar voor alle
inv allen de aarde en andere onreynigheid bewaart.
Door dien Jy over de zeven maanden, als van bet
najaar tot bet voor jaar, fenemaal Jbnder eenige be-
wegingh f iil leggen, en van eten opbouden.
In de Medicynen bebben de buyskens der Slakken
me de haar gebruik, als ook de Slak, fyn bloet en
dekfiel fielve. Onder welke dekfils befonderlyk de
Blattä is, o f bet dekfei van de Purper-Slak. En
alfoo defelve van Byzantien een oort uyt Ajri_
ca, daar men veel pur per wel eer verfde, pleegen
gevoert te worden, Jbo bebben die de naam van
Byzantynfche Blattas verkreegen. Maar tegens-
woordig noeint men in de winkels alle dekfils van Slakken
Jbnder onderfcheyt ihet die naam. En dat niet
tegenßaande, dat bet verfibil ende onderfcheyt in
defe dekfils zoo groot ende menigvuldig is , dat-
men daar een ganfich tra&aat van Jbu kunnen befchry-
ven, bet geen Jyn nuttigbeid fou bebben.
Myn voorncemen tegenswoordigh is , om van da
Wyngaart Slak te bandelen, en Jyn aart en voortte»
Bb Ung