s i i l i
i l » !
¡«■liHliI
m
l i l f i 1111111
imw
HI
i l l i l
Traffatus peculiaris de SCORPIONE, qui pariter ad primum Ordinerà Muta-
tionurn naturalium pertinet.
S Equuntur Scorpiones, qui vivipari funt, ex
teftimonio 8c obièrvatione D . Francifci Red
i , cujus haee funt verba: „Potiores Magni A-
„ riftotelis cogitationes fuerunt, qui Scorpiones
„ ex maris 8c foeminae conjun&ione generatos
„ efle docet, q u io v a , ut Infe&a reliqua,non
„ pariunt, ied Scorpiunculos parturiunt vivos,
„ 8c in fua fpecie perfe&os : id quod Plinius Cap.
„ 27. Lib. 1 1 . 8c Aelianus, Li. v i . Cap. 20. non ne-*
„ gavit; 8c exa&e obfervatum eft a Thoma Fure-
„ nio, 8c ab Eruditiffimo Johanne Rhodio, in fuis
„ obiervationibus medicinalibus.
„Ego*, dum,quod íéquercr aut fugerem, nihil
erat, experimcntum coepi, 8c allata de monti-
„ bus Piftoiae non exigua Scorpionum quanti-
„ tate, foerainas aliquot, quae magnitudine 6c
3, ruditate a maribus haud difficuiter diftin-
9, guuntur, felegi, 8c 20. Julii feparatim vaíis
„ vitreis excepi, nullo eifdem íubminiftrato ci-
„ bo, quarum nonnullae ante partuna morie-
, , bantur. Sed una harum 7. Augufti non 11.
„ Scorpiones, ut Plinius credidit 8c Ariftoteles,
„ fed 38. bene formatos, 8c colorís ex candido
„ ladei, peperit, qui color dedieindiem magis
2 magifque in ferrugineum mutabatur. E t foe-
„ mina alia diveríb vaíi incluía, 6co ejufdem men-
„ fis, 27. ejufdem colorís peperit. E t tam hi,
„ quam illi dorfo matris 8c ventri quaíi affixi
„ videbantur. E t die i9-omnes in vi vis erant
„ morientibus poftea quotidie nonnullis, éxce-
„ ptis duobus, qui 24. Augufti diem perdura-
„ runt, coque exa&o 8cipfi mortui funt.
„ Intermedio tcmpore videre volui, quomo-
9 do haec Iníé&a, in útero matrix, ante partum
fe haberent. Quare apertis nonnullis diver-
„ fum numerum inveni, nec tamcñ .minorem
„ 26, nec majorem 40 , qui omnes ab oblongo
„ filo dependentes, tenuifíima 8c quafi inviíibili
„ membrana, veftiti erant, in qua Scorpio unus
„ ab alio, mediante fepto quodam,-tenuiflimi
9, fili fpeciem referente, optime diftingucbatur. ”
Haóienus D. Redi , in Exp. circa gener. lnfcd.
Attamen Anatome ab Eo data mihi nequáquam
fatisfadt ; quum parum cxa&e uterum, hujüfque
Ovi-
Particuliere verhandeling van de SCORPIOENEN,
die meede onder de Eerfte
Order der naturelyke Yeranderingen
behooren.
V Olgennu de Scorpioenen, die haare jongen levendig
ter werelt hrengen, volgens bet ge-
tuigenis en de obfervatie van den Heer Franc. Re-
di, wiens woorden a ¡dus luyden.' „ De geäugten
,, van den Grooten Ariftoteles zyn beeter, dat de
Scorpioenen uit vereeniging van mannetie en wyf-
Je geboren worden, en hunne eyeren, als wel de
„ overige In fetten , niet te voorfehyn hangen,
„ maar wel levendige Scorpioenen, en die in haar foort
lolkomen zyn. Dit heeft Plinius Cap. 25. Lib. 11,
„ en Ælianus Lib. v i . Cap. 2D- 00k niet ontkent.
„ Het is 00k naaukeitrig waargenomen van Thom.
„ Furcniüs, en van den zeergelcerden Joh. Rho-
„ dius , in zyne Geneeskundige waameemingen.
„ Derhalven ,niet wertende wat te kiefen o f te
verwerpen, zoo beb ik^een p ro e f genomen, een
,, goede menigte Scorpioenen van het Gebergte Pißtit
„ bebbende laten brengen, zoo bebbe ik enige Wyf.
„ kens, die van de Mannekens door haare grootte cn
„ lompheidg emakkelyk genoeg te onderfcheiden zyn,
„ genomen,en den 20. Jul. in glafen vaten gelegten
„ dezelve geen voetfel gegeeven bebbende, ßierva
„ zommige voor den Baartyd. Maar een van deezen
„ heeft den 5. Aug.niet 11. Scorpioentjes, gelykPli-
„ nius en Ariftoteles gelooft hebben, maar 38 .voU
9, ledigen, van een melkwitte couleur, te voorfcbyngt-
„ bragt, welke couleur van dag tot dag yferacbti-
„ gerwiert. Een ander wyfke, in een ander vatbe-
„ flöten, bragt den 6. Aug. 27. van een felve cou-
„ leur voort. Welke alle Jcheenen als gehegt aan de
„ rüg en buik van haare moeder. den 19. dito lecf-
„ d e n j y nog allen, flervende van dag tot dag eeni-
n £ en » uitgenomen tw e e , die tot den 24. Aug. 0-
„ verbleeven, dog daar na mede geßorven Jyn.
„ Onderwyl hebbe ik begeerig geweeß te ßen,
„ hoe deefe Infetten fig bevonden in de baarmoeder.
„ Weshalven verfiheide bebbende geopent, ik een
,) verfibeiden getal ontdekt bebbe , evenwel niet
„ minder als %6. niet me er der als 40. Welke allen,
„ van een langwerpigen draad afbangende, inet een
„ feer dun en fchier onßgtbaar vlies bekleed waren,
!,, waar in de eene Scorpioen van den ander, door tuf
: n fenkomen van een middelrif, V geen de gedaante
,, van een feer dünnen draad vertoonde, feer wel on«
,, derfcheiden wierden. 99 Soo verre de Heer Redl
in Jyneexperimentenover de Infetten. Dan Jyn Aut-
Qvidu&us defcribat; neque 8c locum memo-’
ret,quoOvidu£tus feie cum utero uniunt,unum-
que dudum communem excretorium confti-
tuunt. Veilem quoque ab Ipiö examinatasOvidu-
£tus extremitates, atque Ovulorum in iis fudi-
mentadefcripta fuiile. Quidquid hujus rei fit,
oblongum, cujus meminit, filum dubio procul
quidam füit Oviduduum. Membrana autem,
quae Scorpiones in Ovidu&u ab invicem fepa-
rabat, pariter non nifi propria potuit efle mem-
brana, foetum Scorpionum inveftiens, atque verum
fane Ovum Scorpionum adpellanda. Quin
credere fas e f t , Ovum hoc in Ovidu&uumextre-
mitatibus hac ratione ab Ipfo repertum e f le :
quamvis verba Ejus innuant, unicum duntaxat
Ovidudum adfuifle, quem filum oblongum vo-
cat. Id quod mihi vix videtur verofimile j quo-
niam analogia Uteri 8c Ovidu&uum in omnibus
Infe&is aliud omnino docet. ' Interim cum in-
fuper fepti faciat mentionem, quod, tenuifli-
mi inftar fili, Scorpiones diftinguebatj videtur
8c ibi loci Ovidudum interftinguere: verum perplexe
adeo heic loquitur A u d o r , quafi aenigma
tantutn videatur veile proponere, foli Oedipofol-
vendum.
r4.n1.
R .
Attamen abunde mihi hinc conftat, quod
Scorpiones, quos olim ad nullum Ordinem re-
ferre fciebam, Ordini primo inferendi fintj eo
faltem cum diicrimine, quod vivi pariantur :
cum Pediculus Ova tantum vel Lendes pariat,
ex quibus deinceps pulii ejus prodeunt. Unde
eadeih eft Scorpionum ratio, ac Cochleae vivi-
parae, quae O va iiia iuomet in corpore excludit,
atque vivos dein parit foetus, temporibus tarnen
diverfis 8c per intervalla; cum Scorpio fi-
mul 8c femel uno partu 38. pullos excludat,
qui fenfim deinde increfcunt 8c mole augen-
tur.
Quandoquidem vero Scorpionum vera effigies
a nemine, quantum novi, unquam exhibi-
ta eft ; hinc hoc loco nativam eorum formam
fubjunda icone repraeièntabo. Quod ut tanto
exfequar accuratius, Scorpium nunc in caput,
pedus 8c ventrem dividam. Scorpii caput cum
pedore veluti unitum, atque huic adfixum eflè
videtur : id quod in omnibus Scorpiis, quos
hadenus vidi, ficcatis, ita deprehendi. In medio
pedore, five in capite, bini funt oculi ; 8c
paulo magis verfus anteriora aliud praeterca par
oculorum, in antica veluti capitis parte colloca-
) torum, confpicitur. Sub his bina cernuntur
cuna brachia, feu forcipes a , quibus Scorpio,
abitotnie
die voldoet my geenßns, alfoo hy niet exatt
genoeg de baarmoeder en Jyne Eyerleyders be-
fch ry ft, nog 00k de plaats , daar defi te famen
vereenigen , en een gemeene uitwerping maaken.
Van gelyken, foo wenfie ik w e l, dat hy de ex-
tremiteyten van de Ey er leiders geexamineert had,
en de beginfelen der Eyeren daar in befchree-
ven. Wat daar van fy , Jyn lange draad is
fonder alle twyfel een van de Eyerleyders geweeß.
En Jyn vlies,dat de Scorpioenen van malk anderen
in de Eyerleyders fepareerde, dat kan 00k niet
anders geweeßJyn, als bet eyge vlies van de vrucht
der Scorpioenen, dat haar bekleede, en het geen
dat het waaraghtige Ey der Scorpioenen moet ge-
noemt worden. En bet is te gelooven, dat hy dit Ey
op die manier, in de uitterße deelen der Ey erleidet's,
fou bevonden hebben: hoewel Jyne woorden
luyden, als o f daar maar een Ey er leiders fo u geweeß
Jyn, die hy een langwerpige draadt noemt, datik
niet wel kan aanneemen, door dien de Analogie van
de Baarmoeder en de Eyerleyders in alle Infetten
heel anders leert. Egter alfoo hy nog van een middel- ,
r i f fpreekt, dat als een dünne draad de Scorpioenen
onderfcheide , foo fchynt het dat hy 00k aldaar de
Eyerleydess difiingueert, maar dit doet hy Joo duy •>
f i e r , dat daar baaß niets als een raatfel in opge-
flooten is.
Evenwel leert het my genoegfaam, dat de Scorpioenen
, die ik voor deefen tot geen Order wiß te
brengen, tot de eerße Order behooren; dan met dit
onderfcheyt, datfe levendig gehaart worden, daar
de Luys alleen Eyeren o f Neeten voortbrengt, waar
uyt haare jongen naderhant voortkoömen. Soo dat
het met de Scorpioenen toegaat, als met de levend
haarende Slak , die haare Eyeren in haar lichaam
fe lfs uytbroeyt, en die dan leyeddig baart, hoewel
op verfcheyde tydcn; dat He' Scorpioen te gelyk doet,
barende op eenmaal 38 jongeh\ die dan allenxkens
aangroeyen, ende grootcr würden.
Dan alfoo de Scorpioenen van niemant, dat ik
weet, ooit reght afgebeelt Jyn, fo o fa l ikfe hier nej-
Jens in haar waare geflalte vertoonen. Het welk
op dat ik te beeter fo u mögen volbrengen, foo fa l
ik hem in hooft, borfi, ende buyk verdeelen. Het
booft van de Scorpioen fchynt als met de borß veree-
night, en daar op vaß gehegt te fyn : 91 geen ik on-
trent alle gedroogde Scorpioenen, die ik oit geßen
heb, foo bevinde. Midden op de borß , o f in het
hooft, heeft hy twee ogen, en wat meer van voo-
ren nog twee paaroogen, die als voor aan in het hooft
f t aan. Waar onder haar twee körte armen, o f fangen,
laaten ßen a , die hem fonder alle twyfel dienen,
in de plaats van de fanden, die in andere Dierenjyn
Aa