Tab. V.
iìg. r i .
a.b.
70
quondam Canis immittere, iànguinemquc per-
meantem hac ratione mierofcopii ope contemplali.
Ita enim ex analogia videretur quadam cum
certitudine decidi polle, utrum fanguis huma-
nus, iliis etiamnum vaiis contentus, turn quoque
ex globulisfit conflatus: quaderehaftenus
dubito ; quum vaia in corpore detegantur, quae
mihi quidem multo videntur fubtiliora, quam
ipfi globuli in languine conipicui. Ea autem
ratione verum pariter difcrimcn inter arteriofum
Sc venoiùm fanguinem animadvert! poflèt : in
folo enim venoib ha&enus illos obfervavi globu-
los; cum arteriofum nondum examinaverim.
Quin nec fecurus afleruero, quod in Pediculi
languine globuli dentur ; quum facile fieri queat,
ut pinguedo fefe intermifcuerit, atque vul-
neratae quaedam particulae vifcerum, quippe
quae ex congerie veluti partium globoiarum
conftant: uti luo tempore indicabo. Quapro-
pter multo plus temporis huic Anatomiae impen-
di deberet, quam quidem nunc a me fieri poteft,
qui plurimis aliis negotiis diftringor.
Mox fub cute fefe offerunt FIBRAE MU-
SCULOSAE, quae annulares Abdominis divi-
fiones movent. Tres autem diftinétas horumce mu-
iculorum ipecies ibidem vidi : alii enim latiufculi
. erant a; alii anguftiores b\ nonnulli vero biventres c.
Quin & obfervare licet,quod mufculi hi quando-
que ab unaannulari divifione ad alteram ufque iefc
cxtendant } & quod alii aliis multo fint breviores.
Ad margines praecipue Abdominis maxime mu-
fculofumeft hoc Animalciilum ; quandoquidem
& motio ejus ibi loci validiflima e ft, & pundta
ibidem refpiratoria lunt collocata, quorum ope
Pediculus aèrem ducit, manifeftoque inipira-
tionis & exfpirationis aófcu in corpus fuum ad-
trahit, rurfusqueex eo propeliir. Mufculi hi,
quum recens e corpore protraiti lunt, tanquam
ex fimplici quadam fibra conftare videntur j
verum fi tenui fuper puroque vitro ficcantar,
poftquam fpiritu vini, quippe qui nnpurum
pingue adhaerens quam optime abfteigit, prius
abluti fuerunt, turn demum ipforum fibrae, at-'
que compages ex globulis diftinéìre adparent.
Siib hifce muiculis pinguedo atque tracheae in
confpe£fcum veniunt : neque haébenus Unquam
quoddam CORDIS veftigium fuprema hac in
parte abdominis detegere mihilicuitj prout in aliis
quidem Infe&is fieri amat,ih quibus Cor femperin
paite abdominis dorfique fuperiore collocatum
eft. Quum vero fub feétione ipià èxperirer liquido,
quod Pediculus in partibus iuis omnibus
cum
het doorlopende bloet op die wyfe , met een ver-
grootglas te befien. Dan dunkt my, fou men uyt
die analogie enighjins feeker hinnen weefen, of
00k het menfihen-bloct in fyne vaten nog beßooten
find e, aldaar globciis was ; daar ik Mi nog am
twyfel; om dat men vaatenin het lieh aam ende kt, die
my veel fubtielder voor körnen, als de bolleties felfi
f in , die men in het bloet geivaar wort. En op die
manier, fou men 00k het waare onderfcheit tuß
fchen bet arterieufe en het veneufe bloet kmnen kennen:
in welk veneufe bloet ik tot nog toe all een die
bol leties maar gefien heb, alfio ik het arterieufi, tot
nog toe, niet beb geexamineert. Ook kan ik niet
ajfurant verßkeren , dat daar bolleties in het bloet
van de Luys Jyn, alfio het vel fig daar wel on-
der fiu bebben kmnen vermengen, als ook eenige
gequetfte deelen van de ingewanden, die als uyt een
ergadering van globeuß deelen beßaan , als ik op
Jyn tyt fieggen f il. En daarom was het nodig een
veel langer tyt tot defi Anatomie te neemen, dat
my tegenswoordig, door veele andere occupatien betet
finde, mmogelyk amte doenis,
Eflen onder het vel, fiet mende MUSCXJLEUSE
VEZE LTIES, die de ringwyß verdeelingen van den
buyk beweegen. Drie diftinfte fiorten van deefe
muskelkens heb ik aldaar gefien, als eenige die
breetaghtig waarenn; andereJmalder b; en fimmige
die biventres waren C. Men fiet ook dat deefi mus-
kelkcns, van de eene ringwyß verdeeling fimtyts
tot de andere uytgeßrekt worden ; en ook dat de eene
fioort veel korter, als de andere is. Op de ran-
den van den buyk is dit Dierke wel het aldertnu*
feuleuß,foo omdat fyne beweeging aldaar het fierkße
is, als ook om dat aldaar de openingen der Luchtpy-
pen geplaatfl f in , door welk middel dat de Luys
fin lught haalt , en defilve door een kennelyke in-
fpiratie en exfpiratie , in en uyt fin iichaam
beweeght. Deefi Muskelkens fio als fy verfch uyt
het Iichaam genomen fin , die vertoonen haar, als'uyt
een enkele fibra te beßaan, maar op een fyn en dun
glas gedrooght finde, en te voren in brandewyn aß
gefpoett fin d e, ätfoo haar dat beqitaanß van de ön-
reynheid haar er vel deelkens JuyveVt; fio ondekl
men haare onderfiheide fibren, als ook höe f i ‘uyt
bolleties beßaan.
Naa deefi Mufculen komen het vet', ende de
lang aderen, in het gefight, fonder dat ik eenige tcke-
nen van het HERT, in dit bovenfle deel van de buyk,
oit heb kunnen ondekken.; gelyk wel in de andere
Infi ft en; alwaar het Hert altyt boven in de buyk en
de ru£ geplaatfl is. En alfio ik in de Seftie klaut
bevond, dat de Luys in alle fin e deelen met de andere
Inßften overeenquam, gelyk ook het vcrvolgh
klaat
cum aliis inié&is conveniat, uri deinceps clare,
patebit; hinc veltanto diljgentius in Cor inquifivi:
verum fruftra. Id ,quod forte a fumma ejus lub-
tilitate proficifcitur ; quum vel majoribus in In-
fe&is, v. g. in Mufca Afilo, id repertu fit quam
diflicillimum. Accedit & aliud quoddam impe-
dimencum, fortis nimirum atque affidua Ventri-
culi agitatio, vix unico momento quiefeens , a
qua inevitabile prorfus incommodum in Cordis
inveftigatione producitur,
Particulae, quas pro PINGUEDINE Pedi-
culi habeo, maximam partem perparvae funt, at
quam copioiiffimae : licet & grandior quaedam
particularum pinguium fpecies ibi detegatur.
Minimae fpeciei particularum figura fere globo-
fa eft ,at majorum magis irregularis. Color earum
pellucidus eft, inftar gelatinae, qui quidem tantum
non omnibus in partibus membrisque hujus
Animalculi obtinet.
Potiflìmam vero hujus Infe&i partem ferecon-
ftituuntTRACHEAERAMlFICATIONES:
quum in capite,pe&ore, ventre,pedibus, imo& an-
tennis five comicuiis, permagnus ineffàbili«
earum nuracrus reperiatur. Hinc inde etiam
obfervare licet, ipfas per pinguedinem conne£li
atque fuffìiìciri, prout in aliis quoque Iniè&is j
deprehendi. Atque haec funt ipià illa alba va-
fcula, quae in diverfis ìocis per corpus tranipa-
rent ; quemadmodum in hiftoria partium exter-
narumindicavi. Ratio vero, ob quam hae Pulmonum
fiftulae ita per cutem tranfparent, in eo
fita eft, quod earum color vere argenteus, fplen-
dentilque concliae margaritiferae aemulus fit,
fpedaculo iàne, dum vivit Animalculum, ele-
gantiflìmo. Quin & colorem hunc conftanter
fervant, poftquam e corpore funt extraófcae, ncque
unquam collabuntur j fiquidem talis fit ea-
rum fàbrica, ut femper patulae permaneant.
Quantum ad S TR U TU R AM earum attinet,
ea quidem duplici e materie conftar. Pars enim ex
annùlis eft compofita,quicartilagines Tracheaein
Homine referunt. Microicopio autem admo-
dum diftindte patet, quod annuii hi, ut cavum
quoddam atque aperta fiftula enafeatur, multo.
ties fernet circumfleébant a: quod tamen haud
toties fit, quam quidem in aliis Infe£tis j quum
breviores fint. Magis etiam crifpati funt, &
ferpentino du&u intorti b, atque hinc illinc ab-
• rupti videntur . c. Animadveiti etiam poteft,
quod, ubi locomm afpera Arteria in ramos fin-
■ ditur, ibi annuii hi maximi exiftant d, qui.
deinde fenfim in annulos minor-es fefe partiun-!
1 iur e> Pars reliqua membranacea eft, & in interklaar
bewyfin f i l , fio heb ik het Hert aldaar te
neerßigergefight, danfonder voordeel. Dat moge-
lyk van wegen fin groote fubtielheid van daan komt,
alfio bei Jelfs ingroter Infeftcn, gelyk de Mufca
Afilus is, feer moeyelyk is om te vinden. En dan
komt hier pog eert ander helet by, dat de fierke
ende de geduurige beweeging van de Maag is , die
niet een oogenblik baafl ophout, waar door men on-
vermydelyk tn het onderfieken van het Hert helet
wort.
De deelen, die ik voor het VET in de Luys neem,
fyn feer kleen, voor het meefie gedeelte, enook fyn
daar in een feer groot getal, hoewel ook dat men een
grooter flag van vet-deelkens daar in ondekt. De
figutir van de kleenfie fiort is ten naafien by glo-
beus, 'maar dat van die-grooter Jÿn is rrregulier-
der. Haar couleur is doorlugbtig, als een geley, I
gelyk meeß alle deelen van dit Dierken fin .
De LONGPYPEN maaken Wel het alderconfide-
rdbclfie gedecite in dit D 'ter: om dat f i in het boojt,
de borfi, de buyk , de benen , als ook in de boom-
kens , in een fier groote , en onuytfpreckely•
ke quantiteyt gevonden worden. En hier en daar
Jict men, dat Je door het vetgeconnefteert en onder-
fteunt worden, als ik in andere lit f i ft en meede heb
aangeteekent. En dit fyn eygentlyk deefe vaatjes ,
die door bel lichaam, op verfeheyde plaatfen been
fchynen; gelyk ik in de hefchryving der uyterlyke
deelen gefight beh. De reeden nu waarom deefe pyjr
jes der Longen haar foodanig door het vel vertoonen,
die beflaat, door dien de couleur dejer longpypen fil-
verwit is , en als een glinftercnt perlet}wer van ge-
daante , dat cierelyk in bet leven fiaat. En filfs fio
behouden f i deefi couleur , naa dat f i al uyt het
lichaam genomen fyn , en f i concideren ook noit, alfio
haarfiruftuurfoodanig is, dat f i altyt open hly-
ven fiaan.
Haar STRUCTUUR belangende, die is twee fins,
beßaande eensdeels uyt ringekéns ¿die als de knorbee-
nen van de Longpyp in een menfich haar vertoonen.
Het vergrootglas ondekt feer diftinft, dat defelve
haar verfeheyde maal, om een hol en openftaande pyp-
ken te maaken, omkrullen a. Maar niet fio veel-
maal, als in de andere Infiften, alfio f i korter fin .
Sy fin wat mêer krinkelent en Jiang wys-geboogen B,
en hieren daarfchynén f i van een verdèelt te fin c.
Men fiet ook dat op de ploatz.en, daar de Luchtpyp
fine ramificatien maakt, dat deefi ringekens aldaar
hetgrootfie fin b , die haar dan allenxkens in
kleender ringekens verdeelen e. Het vordere gedeelte
isvliefig, en dat fiet men tujfchen deefe ringekens
in geplaatfl f te fyn, waar door f i haar makkelyk
S % %«•