24«
ratio & in argillae defeéfcu , 8c in aquae tepore
, qui forte ipiìs inimici funt, fita effe vide-
tur.
Quantum ad alimentum horumee Vermium
attinct, difficillime id , nifi adminiculante A-
natomia, detegi poteft : haec autem me docuit,
argilla fola ipfos vefei. Quocunque enim tem-,
pore eos aperueris,femper Se in Ventriculo Se in
tenuibus aeque ac craflis Inteftinis argillam re-
peries. Ut adeo idem in Vermibus his obtineat,
quod in Tinea, quae eadem materie vefeitur,
e qua domunculam fuam parat.
C A P U T IV.
Quamdiu Efhemerì Vermiculus alatur;
quamobrem Efca vocetur ; & quarti
•vivax fitì
EPhcmeriOvó, Verme,pabuìoqùe confide-
ratis, proximum eft videre, quanto tem-
poris fpatio Vermis ille nutriatur. Quamvis
autem paradoxum videatur determinare velie,
quoufquc Animalis cujufdam, quod in terra Se
fub aquis reconditum vivit, nutritio protrahatur:
attamen ex diverfis Vermium horum magnitu-
dinibus, quas ante memoravi, problema hoc
folvi poteft. Quum enim fpecies eorum minima
, per anni fpatium enutrita , quo tempore
fpecies maxima ad Volatum fefe accingit, tres
quartas pollicis Hollandici partes longitudine
exaequet ; fpecies vero media fefqui pollicem
tunc longa fit : fequitur hinc, quod Vermis
quilibet triennii fpatio nutriatur, priuiquam ob-
cundae mutationi fuae aptus evaferitj quando-
quidem, qui hanc tertio anno ordiuntur, maxi-
mae fpeciei Vermes duorum cum dimidio pol-
licum,five digitipropemodum, qui auriculari
proximus eft, longitudine gaudent.
Maximi hi Diariae Vermes piene enutriti fuis
e tubulis in aquam fe conferunt, atque deinde
in aèra j prout infra exponam. Verum uti fuus
cuilibet hoftis eft j ita Vermes illos eo mox
tempore, quo mutationem fubituri aquas pe-
tunt, Pifces perfequuntur : quum verodeinde,
mutatione fundfci,ex aquis in aèra ièmet cflèrunt9
Avesftatim illis inhiant. Quod quidem aNautis,
Pifcatoribus, aliifque Hominibus, Rhenum acco*
lentibus, animadverfum fecit, uthaec Animalcula
deinde, loco Efcae, ad capiendos Pifees fuerint
adhibita. Atque hinc eft, quod ifti Vermes circa
Vicum Batavoduri, Culemburgi, aliisque in
Jocis, Efcae fiveRipariaeEfcac nomine infigniantur.
■
jen. Hetgeen fyfihynen te doen, Joo ujt gebrek
van kley, als om de lauwheid van bet water dat
haar nadeelig febynt te fyn.
Wat nu het Voetfel deeßr Warmen belangt dat
felve is Jwaartyk uyt te vinden, ten fy alleen doof
bulpvan de Anatomie of Ontleedingt dewelke my ge*
leert heejt, dat bet alleen Kley is , die Jy eeten. Op
wat voor tyden dat men haar opent, vind men al-
tyt Kley ,foo in de maag, als in de dünne ende de
d'tkke darmen. Gelykerwys dan de Mot by defeijde
fiojfe leeft, daar by fyn woning uytmaakt, foo doet
ook bet Aas.
H E T IV. H O O F T S T Ü K .
Hoe lapg de Haft-wurm gevoet wort ^
om wat reeden hy Aas genoemt wortj
en hoe fterk hy van leeven is.
G Efien bebbehde het E y , de Wurm, ende het
Voetfel van het Haft, foo gaa ik over tot
den tyt, hoe lang hy gevoet wort. Ende boewel
het vreemt Jchynt den tyt van het voeden eeüsDiers,
dat binnen in de aarde ende het water verborgen
leeft, te willen bepaalen: Joo is bet echter, dat uyt
de aangewejen verjchillige groote deeßr Wurmen,
de begeerde tyt fou gereekent kunnen worden. Want
alfoo de Kleenße Soorte , na een jaar voedens, eit
wanneer als de Grootße begint te vliegen , drie
vier de parten van eenHollantßhe duym-maat lengte
Ende dat de Tweede Soorte, als dan eeii
duym ende twee derde deelen lang is. Soo volgt
daar uyt, dat yder Wurm drie jaaren gevoet wort,
eer hy tot fyn veranderings tyt kan bequaam fyn,
Op welk derde jaar men de Grootße Soorte ran
Wurmen twee duym en een half lengte ßet hebben.
Het welk ten naaßen by de lengte van de vinger
naafl de pink .uytmaakt.
Deeße groote Haft-Wurmen genoegfaam gevoet
finde, foo begeeven Jy haar uyt haare Pypkens in
bet water; en van daar in de lucht, als ik wat la*
ger beßhryvenßal, Maar gelyk 9er ntemant finder
vyant i s , ßoo worden Jy op die ty t, wanneer Jy
haar om te veränderen te water begeven , datelyk
van de Viffchen vervolght ; en hoewel Jy uyt het
water haar door vervelling in de lucht verhejfen;
foo aafen daar terßont de Vogelen op. Het welk van
fimmige Vijfchcrs , o f andere Heden, aan de neueren
der Rhyn woonende ,aangemerkt finde, gelegent-
heyt heeft verfchaft, om deeß Dierkens als een Aas,
om daar meede te viffehen, te gebruyken. Het welk
dan de waare oorfaak is, waarom dat men deefi
Wurmen omtrent Wyk te Duurßede, Cuylmburg *
ende
ttif. Quin Se inde profeóbum eft, quod Animaleria
haec, oum poftmodum evolarc incipe-
rent, Volans five Volatilis Efca fuerint adpella-
ta<- Interim Rotterodami,- Schonhoviae , Se
Dordraci, quae antiquiflima Hollandiae urbs
eft'jAnimalculum iftud, ubi volatile evafit, Haft
vocatur. Sic vero tandem tritiflimum illud inter
Beigas proverbium, H e t is s e r zo o d i c h t »
a l s H a f t , quo confertiffima multitudo indica-
tur, coortum eft : quum haec Animalcula muta-
tionisfuac tempore, tam confertim volitent, ut
aeque parum ,ac cadentes nivis flocculi, numerari
valeant!
Quocunque anni tempore, modo piicatui fa
veat tempeftas, Vermes hi efeam praebent huic
negotio aptiflìmam : quoniam enim triennii fpatio
in argilla degunt, priuiquam, inftar Bom-
bycum,in Animalcula volantiamirifico quodam
modo mutentur- Itine quovis anni tempore, levi
negotio, e fundo erui poffunt, Se piicatui
adhiberi. Id tamen,'cum aquae alte furrexe-
runt, haud commode peragi poteft : neceffum
j ende andere plaatßn, de naam van Aas , r ueveraas
gegeeven heéjt. Gelyk als daar ook uytgejptoo-
ten i s , dat men deeß Dierkens , als fy nuaerhant
quamen tevliegen, de naam van Vliegent of Vlug-
tig Aas heeß tocgceygcnt. Da rr nogtans die v-in
Rotterdam , Schdonhoven en Dordrecht, het welk
de oudfie fiadt van Holiandt i s , het Dicrkeri vliegent
geworden fynde, Haft noemen, Wahr uyt eyn*
delyk dit overal bekende NeerH.ndts Jpreekwoort*
gebooren is. H e t i s s e r soo d i g t , a l s H a f t .
Want deeß Dierkens vliegén op de tyt Van haar ver-
andering in Julken menigte, dat f y , als de nederda-
lende fnéeuw-Vlokken , ontelbaar fyn.
Op alle tyden van het jaar, als het maar goet
weeder om te. viffchen i s , foo fyn deeß Wurmen
daar een bequaam Aas toe. Want alfoo fy drie jaaren
in de kley leeven, eer ßi, als de Syde-wurmen,
heel wonderlyk in vliegende Dierkens vervellen t
ß o kunnen Jy , tot allen tyden van het jadr, bequaa-
melyk uyt de gront gegraven worden f om daar
meede te viffchen. Dat echter in hoog water niCf
makkelyk en is te doen ; alfoo het dan nooäig is ,
enim tum eft, ut quis totus nudus ièmet in a- ß s heel naakt te ontkleeden; dat ik ßmtyts uyt cuquam
demittat; quod nonnunquam faciendum
curavi, quo Sc indolem horum Animalculorum
inv-eftigandij Sc internas eorum partes, ope
Anatomes, examinandi haberem copiam.
Pifcatores ,quum hoc Verme ad Pifces hamo
capiendos utuntur, hamum in caput, quae du-
nifima ejus 8c firmiffima pars eft, infigunt.
Quandoquidem veroadmodum vivax is eft j hinc
perpetuo j ..quern in aqua ciet, motu efcam con-
ftituit aptiflimam alliciendis Pifcibus, utinfi-
diofum hamum devorent.
Quam vivaces autem hi Vermes fint, inde licet
conjieere, quod quendam aliquando acicula
perfòderim, ut mortuum ficcarem j qui tamen
die fequente etiamnum fuperftes erat : quam-
yis ¡nfuper no&is integrile Ipatio in vafcu-
1° urina pleno, in quod cum interficiendi gratia
conjeceram , haefiflet. Interim ut vitae te-
laciflimi fint, attamen e tubulis fuis protraili
«que in aquam argilla miftam denudi, biduo’
haud fupervivcre valent. Unde, qui Vermes
hofce confervare vivos cupit.nonnifi in fabulum ..........
hutmdum, aut argillam madéfiiftam reponere mm mm h<“‘r mtl
«» deber; ita enim máximos- per quatriduum - kUV
“ mores per oftiduum, vitam prbtraxiffe vidi
in aqua penitus demerfi nulla ratióne vivi
Permanere pofliint.
IlaHud ! iM : l h0S peregrc ‘"«tere qquuiiss cdefiderat
d alia ri aptiore methodo exfequetu
rieusheyt heb lauten doen.- foo om den aardt deefer
Dierkens te onderfocken, als om haare inwendige
leeden, door de Ontlee ding na te fp euren.
De Viffchers, als f i deefe Wurmen omte beugem
len gebruyken, foo hechten fy haar angel in 9t hoof*
van defelve , alfoo de wurm daar het bartße ende
fterkße is. En nc.ademaal dat hy lang-levent is9
foo dient hy door de beweging ,dte hy geduurig in 3t
water veroorfaakt, tot een bequaam Aas , om de
hedriegelyken angelhoek de Viffchen te doen inßok-
ken.
Hoe flerk van leeven dit Aas is , kan hier uyt
afgenomen worden , dat, als ik hem eens om te
dooden, ende dan te droogen , met een fie lt door-
boorde, hy echter des anderen daags nog leefde,
niet tegenft lande hy den heelen nacht over in een
kopje met pis , om hem Je doen ßerven , was ge-
wurpen geweeß. Dan hoe ßerk dat fy van leeven
fyn, ßoo kunnen fy , wanneer fe uyt haar pypkens
getrokken worden, en in water met kley gemengelt
gewurpen, geen twee daagen leeven. Waarom als
men deefe Wurmen in 9t leeven wil behouden ; foo
moet men haar niet als in vogtig fand, o f genatte
kley fetten. Waar in ik de Groote vier daagen ‘ heb
ßen leeven, ende de Kleene agt daagen. Maar heel
onder het water kunnen fy gantßcbelyk niet in 9t.
leeven blyven.
Om deefe Wurmente verfenden, foo tJJirmetbecter,
Ur’ tubu “!S PpT pm W 9 l g B f l | riet teJamm te bin