inveftigare non refugimus. Profe&o namque
fcrutinium indefeffum fola eft Naturae clavis;
nec praeter hanc alia eft , quae ad myfteria
illius viam ingreÌTumquc nobis aperire poteft.
Sequuntur Apes in hortis, campis , Sc ialtibus
degentes, hinc Apes Ferae diètae» Sex harum
fpecies adfervamus : quas inter una datur Ion*
giflimis inftru&a Corniculis ; alia autem incom-
to hifpido corpore horrèt jtcrtia demum Vefpae
formam aemulatur : harumce nonnu'tlas nativa
magnitudine depiótas dedi in Tab. XXVI. fig.
4. y. 6. 7. Sc S.
Porro Sc Tertio huic Ordini noftro accenfe-
mus Apes Sylveftres Aldrovandi, five Vefpam
Solitària«! Moufeto diètam. Earum Nympham,
Vermiculi telam, ipfitmque Apem loculi noftri
continent. ;Nidulos quoque, quos ex lapillis,
arenulis 8c argilla conficiunt, oftendere vale-
mus. In hifce nidis aliquando Vefpam depre-
hendimus admodum fingularem, una cum Sea*
rabaeo, atque Vermiculo, e quo Scarabaeus il-
le nafcitur: quin Sc Vermiculus ille apud nos
exaélo integri anni fpatio in ejufmodi t’cara-
baeum tandem mutatus eft, alio nullo interea
temporis alimento, quam lapillis atque argilla,
vièti tans. Tres iftae diverfae obfervationes
quodammodo dubium ftciunt, quodnam inter
memorata Animalcula nidos modo diètos con-
ftruat: quamvis tamen certiffimum fit, Apem
Sylveftrem eorum exiftere archite&ricem ;
quippe quae lapillos bajulat, Sc cui nidus ipfe
revcra appropriatus eile deprehenditur. In Gal-
jiis ad rudera murorum nidi ejufmodi valde nü-
merofi reperiuntur.
Apes Manfuctas Goedartii heic itidem commemorare
poiìèmus : verum quoniam ad Quar-
tum Ordinem noftrum pertinent, neque Apes
funt, fed verac Mufcae ; ideo debito eas loco
potius infra deferibemus.
Proximae funt Vefpae * quarum feptem ad-
fervamus fpecies, una cum favis, in quibus ob-
textae atque obfignatae quaedam earum Nym-
phae etiamnum delitefcunt. V ulgaris Vefparum
lpeciei Probofcidem in icone 7. Tabulae XVII •
Veficamque Veneniin Tabulae XVIII. figura4 ;
Ovarium denique in Tab. XIX. fig. 4. demon-
ftro. In Tabulae autem XXVI.figura 10. unam
ex maxima Vefparum fpecie, aliamque Velpam
rariorem ibidem in figura 11. cxhibeoconipicien-
das. His demum in Fig. 14 & 15. nonnullas ad-
junxi Vefpulas de minima Vefparum ipccie.
Quandoqueetiam obfervare mihi eontigit, Veipas
mader
viaarbeid de neerßige onderfoeking allein is
deßeutel van de Natuur: ende bet is allein defelve,
door devitlke wy haare geheimenifßn kunnen ende
moeten voorßellen.
Folgen de Byen, die in de tuynen, velden, ende
boffeben leven , ende daarom Wilde-byen genoemt
vierden. Fan defelve beviaaun viy fesfoorten: viaar
onder een is met feer lange Hoomen; een ander met
een verwildert ruyg liebaam; ende een der de van
maakfel als de Wefpen: van deefe heb ik 'er einige
levens gr00te vertoont, op de XXVI. Tafel bj de 4. y,
6. 7. en 8. afbeelding.
Forders foo plaaifin Viy onder deefe onfe Der de
Order de Wilde Byen van Aldrovandus , ofie anders
de eenfaam vliegende Wefpe van Moufetus.
Fan deefe beviaaren viy bet Popken, ttide bet fpinfet
van de Wurme als meedede Bye felver. Soo kuttnen
viy 00k vertoonen de Neßen uyt ßeenkens ,fondekens
ende klye gemaakt. ln de genoemde neßen hebben
viy nog gevonden een feer vreemde Wefpe; neffens
een Torreken,als meede eenWurmken daarditTorreken
uytgroeit; bet vielke 00k by ons naa de tyd
van een rondjaar in diergelyk een Torreken veran.
dert is , leevende bet felve in al die tyd niet als by
ßeenkens ende klye. Uyt vielke drie beßndere on-
derv'tndingen men bykans niet en (oude kirnen
oordeelen, van vielke van de genoemde Beeskensde
aanget'ooge neßen gemaakt vierden. Hoeviel bet
buyten tviyfel is, dat het de Bofch Bye doet, die
ßeenkens draagt, en viaar toe eygentlyk bet neß
gefchikt en gebout is. Deefe neßen vind men in
Vrankryk aan de oude en vervallene muragien, in
groote meenigte.
Nog fouden viy de tamme Byen van den Heer
Goedaert meede onder deefe Order kamen fiel*
len: dan alfoo defelve onder onfe Fier de Order
behoort, ende het geen Bye, maar een viaaragtige
Flieg is, foo füllen viy haar ter behoorelyke plaatfe
befchryven.
Folgen de Wefpen, viaar van viy fevenfoortenbeviaaren
i als meede haare huyskens, viaar in nog
eenige omfponne ende toegefegelde Popkensfyn. Van
degemeene foort deferWefpen,vertoonikindeXFII.
plaat de 7 figuur haar Snuit, en in de XVIII plaat
de 4 fig. haar Fenyn Blaas. Foorts fiet men in
de XIX. plaat by de \.fig. haar Eyerßok. Wederom
in de XXVI. plaat by de 10. figuur, viorteen van de
grootße foort der Wefpen vertoont, als 00k een rare
Wefpe in de 11. figuur. Waar by ik eenige
van de kleenße foort der Wefpen gevoegt hebbe fig.
14. en lg. Sonny ts heb ik 00k ondervonden, dat de
Wefpen
materie«*!, c clua nidos fuos conficiunt, in pedi-
bus fuis portare.
Dièto huic Ordini deinde Se Pfeudofphecam
adferibimus, quam e Chryiàllide,quae corrupta
elTe perhibetur, plerumque oriri videmus. Vi-
ginti earum adfervamus in loculis noftris ipecies.
Hoefnagelius autem vel viginti quatuor etiam
Wefpen defubflantie,daar fy haar neßen üyt maaken,
op de benen droegen.
Nog plaat fen viy in de genoemde Order de Baß
tert-Wefpe,devielke viy haar oorfpronk uyt een Guide*
Popken, dat bedurven gef egt vierd te vieefen , ge-
meenelyk fien neemen. Fan deefe bevinden fig by,
ons tviintig foorten. Sao bevinden viy 00k , dat
fpecies depiètas dedit. G oedart ins itidem paucas Hoefnagel vierentviintig foorten van defelve heeft
quafdam deferipfit. Poflumus tamen Sc hanc
Mufcarum fpeciem Quarto noftro Ordini inferné;
prout ibidem patebit.
Inter Pfeudofphecas, quas adfervamus, Mu-
fea Trifeta Moufeti eil, cujus quatuor demonftrauytgebeelt.
Synde vorders by Goedaert eenige vi einige
daar van befchreeven. Deefe foorte van Fliegen
kunnen viy 00k onder onfe Vierde Order plaatfen>
als daar blyken fal.
Onder de Baßert-Wefpen nu,devielke viy beviaaren
, bevmdfig by ons de drie-fiartige- Wefpe, ofte de
re ipecies valenlus: quin earum quandam in \Orie-fiartige Flieg, viaar van viy vier foorten ver-
Tab. XXVI. fig. 13. repraefentavimus, non- toonen kunnen. Van deefe heb ik daar een op de
nullafque minores in Tab X L IV . Sc X L V .
XXFI plaat,by de 17, figuur vertoont,en eenige kl eene
Praeterea diótas inter Pfeudofphecas Unifetam
quoque Mufcam /Wo///#/poflidemus, Sc quidem
duas ejus fpecies, una cum Vermiculo atque.
op de vier en vyf en veertigfte Tafel. Nog be*
vind fig by ons onder de genoemde Wefpen de Een-
ß art-Wefpe ,ofte de Eenßartige Flieg, viaar van viy
Nympha: ipfa etiam Chryfallis noílro Muíaeo hviee foorten beviauren, ais meede de Wurtn ende
continetur, e qua corrupta fuam haec Mufca j bet Popken: neffens ook het Gulde-Popken, daar
originem ducere fertur. Alias porro exóticas Se uJ/t bet bedurven fijnde fyn oorfpronk {foo men fegt)
rariores Pfeudofphecarum fpecies habemus, de
quibus forte in peculiaribus noftris obfervationi-
busagendi locus erit.
Huc etiam referimus Devoratorem diftum
a Goedartio , five alias illam Pfeudoiphecarum
ipeciem, quae Araneos interficit, atque hinc
fuo jure Vefpa Ichneumon vocari poifet. Vi-
detur autem haec Vefpa quodammodo fimilis
effeindolis, ac Mufca lupus: ut enira efeam fila
fuam dentibus comminuit ; ita haec fuo eam
aculeo perfodit.
Panorpes quoque diètas in Mufaeo noftro adfervamus
, Uvis nocentes, itidem ad Pfeudoiphecarum
genus pertinentes. Experti autem fumus»
ipfas haud quaquam uniusmodi efeae pertinaciter
addièlas eife, fed valde indifferenter, ubi hoc deficit,
alio quocunque obvio fernet alimento iàtiare.
Crabrones fequurìtur. Horum duas poffide-
inus fpecies, una cum Tela, quam Vermiculi
ipiorum conficiunt. Quin Sc eorum Nymphas,
atque Folliculos, in quibus Nymphas fuas ob-
fignant, exhibere valemus. Infeèta haec adeo
voracia funt, ut ne per medium quidem difeiffa
efeam fuam dimittant: unde fi fluida haec eft,
c vulnere exftillare cerniturf quemadmodum
faepius cum tantillo mellis fumus experti. Cra-
bronum horumee fpeciem maximam in Tab.
XXVI. fig. 9. & eórum domunculam quandam
in Tab. XXIII. fig. 9. exhibemus.
Bom*
komt te neemen. Soo beviaren viy nog andere vreemde
ende feltfaamer foorten van Bafiaert-Wefpen, de-
vielke viy in onfe befondere ondervindingen möge*
lyk verhandelen füllen.
Nog ßellen viy onder deefe Order de Verflinder
van Goedaert,ofte anders dat foort van Baßert-Wef
penft geen dat de Spinnen komt te dooden, en de Spin*
ne-dooder fou kunnen genoemt vierden. Deefe foorten
van Wefpen bevinden viy met den aart van de
Wolf Flieg eenigfins ov er. een te komen :viant bet aas,
dat deefe Wefpe met fyn tanden verntelt, dat komt
deWolfVlieg melfyn angel te doorbooren.
Forders bevindfeg by ons dat foort van Wefpen, V
geen de Druyven fchade aanbrengt, ende meede een
BaQert-Wefpe is. Dan viy bevinden dat fe feer on-
verfcbillig haar aas foeken, ende by gebrek van ’t.
eene voetfel haar met het andere vernoegen.
Volgen de Horfels. Waar van viy tviee foorten
beviaaren; als meede het Spinfel van haar Wurmen.
Soo kunnen viy ook vertoonen haar Popkens, ende de
huyskens daar fe defelve in verfeegelen♦ Deefe Die-,
ren bevinden viy foo gufig te fyn , datfe midden
doorgefneeden fynde egter haar voetfel niet en be^
geeven: het. vielke, indien 't yogtig is, men dan
door de vionde fiet uytfyperen. Dit hebben viy
vcrfcheyde maal met een vieinig honing ondervonden
Van deefe Horfels hebik de grootße foorte op deXXFI
plaat ,by de 9. fig. vertoont , en een van haare huyskens
, in de. XXIII plaat, by de 9. figuur.
Aa a a Folgt
Ü
ìli
W