Tab.
Rg.
quem nigrum veluti reticulum fuperftratum,
marmoris inftar, quam elegantiffime variegat.
Quae intus habitat,Cochleaperquäm tenera eft:
quum vero mortua jam fucrit, priufquam earn
mecumin Mufaeum detuleram atque aperueram,
hinc vix multa mihi de ea commemorare, nec
& corporis ejus iconem exhibere licet. Bina tarnen,
oblonga, acuminata, ipfi eile Cornicula,
una cum duobus Oculis nigris, conipexi. Lingua
ejus pari fere modo conftru&a eft, ac in
Cochlea mirabili. Inteftinulis gaudebat fatis
forcibus. Corporis ejus, quod intra extremam
domunculae fpiram refidebat, figura erat obtu-
ià earn forte ob rationem, quoniam Tefta haec
admodum craifa, firma & folida eft. Infemae
corporis parti adcrctum haerèbat Operculum
Iunatùm, 8c gibbere quodam inftruótum, ubi loci
in id inferebàntur Mufcüli; ut adeo veluti Scapulae
ofli fimile eflet. A latere externo illud ad
Teftàe ipfius fioiìlitudinem erat gyratum. Ab
interno latere, qua Còchlèa haec è Concha fiia
prorepit, oftiurii duntaxat ltinatiim patebätjeuie
regione oppofita cernsbatur macula quaedam vi-
ridefeens, 8i quafi Conchae .margaritiferae ma-
tericm referens, itidem lunata, adverfus quam
fefe applicat Operculum, quando Cochlea e
. Calyce fuo prorepit.
Cochlea Deprejfa.
Quandoquidem multae Cochlearum fpecies in
Hollandiae noftrae fluminibus réperiuntur, u-
nam adhuc Cochleae Aquaticae ipeciem breviter
deicribamj oppido ibi vulgarem, atque iri iàlfis
aeque ac dulcibus aquis inter pafeua rùra 8c jux-
tà vias inveniendam. Corpore ea eft grifeo fise.
ve nigrefeénte. Ad Capitis anticam pattern duo
confpiciüntur Labia a ä, inter fe junóla • fub qui-
bus Cöchleae Os d t , eodem modo fabrefàótum,
ac in vülgari Cochlea Aquatica. Sub hoc dein
y i' illa cernitur eorporis pars,quamPedem vocobb9
quia reptatui infervit : Pedem hunc Cochlea frequenter
eoufque expandit, ut labia 6c os iuum
parte inferna eo contegat. Paulo altius in Capite
c c. bini haerent Oculi cc nigri, ad Comiculo-
dd. mm dd bafin collocati. Confittila hàec ante-
rius acutiffima funt, pofticà parte latiora ; qüae
quidem aliqua ratione contraherc poteft Cochlea,
at minime in corpus fuum reducére.
Pòrro fatis longum Öc anguftumeft ejus Cor-
e pus e , quando id extra domunculàm proterifum
eft. Circa Concham pars quaedam Limbi con-
ipicitur, quern Cochlea extra aquas emittere inter
natandum poteft jut aerem eo in corpus iùum
hauleur
he eft het een groen ge le gr ont, daar op het n:et
een ßoärte teken'mg feer fray als een netteke gemar-
fnert is . Het Slaxke, dat daar in woont, is feer
teer ,m aar al fio het geßurven was ,eer ik het op tiiyn
kamer had en opendè, fio kan ik daar niet veel ven
figgen, nog ook f in lichaam afbeelden. Alleen fag
ik , dat het twee langwerpige fpitfe Hoornkens hadt
met twee finarte Oogen. Syri Tong is haaß even al
eens gemaakt, als die van de Wonder-Slak. Syn
Darinkens w aar en redelyk ßerk. De figuur van fyn
Lichaam, dat in de uyterße dray van het Hoornktn
f i t , was ßomp , door rcedin mogelyk , dat dit
Hoornkefeer dik , vaß, en maffief is. Onder aan
fyn lichaam was fyn dekfel als een half ront vaft
gegroeyt, en daar de mufoulen haare infertie in had-
den, was het met een verheventheid verfien ; fio
dat het fig als bet Schoudërblad vertoonde. Aan
de bnytenße fid e fio drayden het op de manier van
het Hoornk eti folve. Aan de binnèkant, daar dit
Slaxke uyt fyn fchulp krüypt, daar was de opening
maâr half ront , en inen fag daar tëgens over een
groenagtig en parlëinoer half ront vläxken, daar
fyn dekfil tegens aanßuyt, wanneer het Slaxke uyt
fyn hoornken kruypt.
Een Platte Slak.
Aljoo men verfcheyde foorten van Slakken in de
Revieren van Hollant v int, fio fa i ik kortelyk
ñog een Water-Slaxken befchryven, dat aldaar feer
gemeen is , en in foute als in foete water en tuffeben
de weylanden, en by de weegen, gevonden wort.
Het filve is ván couleur grys, o f fwartagtig van
lichaam: voor aan fyn Hooft heeft het twee Lip-
pen aa, die aan een verknogt fyn, waar onder fyn
Mont i s , finde op defeive wys van maakfel, als
in de gemeene Water-Slak. Daar onder fiet men het
gedeelte van fyn lichaam, dat ik de Voet noem bb,
en waar meede dat het voort kruypt. Dit gedeelte
rekt hy veelmaal fio ver uyt, dat hy de lippen en
de mont daar van on der en meede bedekt. Wat boo-
g er in het Hooft heeft hy twee fwarte Oogen cc,dit
op de gront van de Hoornkens d d geplaatß fyn-
Voor aan f in deefe Hoornkens heel /pits, en agter
\ aan breit : defeive kan hy meede eenigfins contra-
heeren, maar niet in fin lichaam trekken.
Vorders is f in L y f c , als hy dat buytèn bet
hoornkefieekt, redelyk lang en final. Ontrent de
Schelp fiet men een gedeelte van de Rand, die hy
kan buy ten het water fteeken, wanneer hy Jwcmti
om de lugt daar door in fin lichaam te bauletti
hauriat : Umbus hinc eum in finem a latere fini
|¿r. ftro ampia fatis gaudet Apertionef , infra quam
organis Genitalibus deftinatum cernitur Fora
¡. men g.
Concha ejus,five dura Cutis,miro quodam mo.
do convoluta elt, a latere finiftro plana vel de-
Jip prefla bb. Periofteo ea diftinite confpicuo, u-
ti aline omnes Cochlearum domunculae, veftita.
tenuiffimis porro incifuris, coftulis five ftriis,
undequaque diftinguitur. Quodfi mollis foret
haec'Tefta, ut evolvere illam liceret; oblongus
inde tubulus poflèt. formari. A latere dextro
concava ea eft, aut quafi in fernet ipfim dever-
11 gens; intus vero in fernet ipfam convolvitur a,
atque hinc in medio exiguam relinquit apertu-
ram, quam Scapi cavitatem ibi adpello.
Cochlea haec veluti intermedia quaedam, vulgarem
Aquaticam inter & Viviparam Cochleam,
fpecies eft ; uti ex Anatome ejus nunc exhiben-
da patebit. Difficillimum tarnen e ft, ejus in-
ftituere Anatomen ; & quia haud illaefa interfici
poteft; & quoniam viva non patitur fe diflèca-
ri. Interim haud dubito, quin inventione cu-
jufdam encheirefios aliquando fuperaturus lim
hanc diiEcultatem : id quod hanc praeprimis ob
rationem tanto ardentius opto ; .quoniam, mox
ac Cochleae hujus Teftamquis incipit eftringere,
ilatim ea pulcherrimam , palleicentem tarnen,
fuo e corpore purpuram exprimit, quae vel per
ipiq intus vifeera fefe diffundit. Quod fi vero in
Spiritu vini eam morti dederis, itidem purpureum
fuum humorem e corpore excutit. Uhi
tarnen (ponte nafurae in aquae tantillo ea mori-
tur, purpurne nihil comparet; forte quia hujus
tune color ob mutatam partium difpofitionem
evanefcit. Rurfus quando laóte fiiftòcatur haec
Cochlea, in quo tarnen per aliquod temporis
patium adhuc vivere poteft, nihilominus cer-
nitur, purpuram in vafis fibi a natura pro-
priis haud manere conclulàm. Quamvis autem
Cor ejus pulfans viderim, nequaquam tarnen
vel in hoc, vel in hujus auricula, purpureum
iftud liquidum inveni. Unde inducor,
ut credam , purpuram hanc fingulari quodam
etineri facculo, quem aliis quidem in Cochleis
c°nfpexi, atin hac detegere haitenus haud po-
tui.. . ‘
Tefta igitur de corpore paullatim atque cir-
mmfpeae defra&a , dilfeöionem deinceps a
Limbi foramine aufpicari juvat. Tum vero
Patebit, Gochleam hanc cum Cochlea mirabili
™rltum convenire: Limbus enim heic pariter in-
itruitus eft limili quodam exiguo margine eleganwaar
toe de Rand in de linker Jyde een rede-
lyk ruyme Opening heeft f, en daar onder fiet men
de Opening vöor de Teelleedcn g.
Syn Hoornke, of barde Huyt, is feer aardig ge-
drayt, finde aan de linker fyde plat van figuur
h h. Het is bekleet als alle de andere met een ken-
nelyk Bcenvlies, en voorts is het met feer fine
kervingen, ribbekens offirictoen ,over alvanmaak-
fel. Indien dit Hoornke week was, en dat men
het kon uytwinden, men f iu daar een lungwerpig
pypken van kunnen maaken. Aan de regier fide
is dit hoornke hol, of in f in filve neerwaarts gaan-
de, en Van binnen in figfelfs omgedrayt a , waar door
het inwendig een kleene opening laut, die ik de bol-
ligheid van de Spil aldaar noem.
Dit Slaxke is als een middelfoort tuffchen de gemeene
Water-Slak , en de Levenbarende Slak ; als
ik uyt de Anatomie van dit Dierken fa l voorßellcn.
Het isfeerfwaar te ontlie den,fioo om dat men het
niet ongefchonden finde kan doen fierven, als om
dat hetfig levendig finde niet laat openfiiyden. Waar
toe ik ’/ een of*t ander tjt wel een experiment fa l
uytvinden. De ree den, waarom ik dit begeer, die
t.s; om dat als men dit Slaxken maar e/fen begint
fin Hoornke te breeken , dat hy dan datelyk een
fihoon^ maar bleekagtig,purper komt uyt f in lichaam
te perffen, dat f e lf s binnen door de ingewanden haar
rjpreyt. Eh foo men het in Brandewyn komt te
dooden, feo perfi het van gelyken fin e purperc
vogtigheid uyt f in lichaam. En foo het felfs in een
weynig water flerfi, foo fiet men die eevenwel n iet,
mogelyk dat de couleur door de verandering van de
difpofitie der de eien vergaat. En laat men het in
melk fierven, daar het nog eenigen tyt in leeft, e-
venwel ßet men, dat het purper niet in f in natu-
relyke vaten beflooten blyft. En hoewel dat Ik
het Hart heb fien kloppen, foo vind ik daar in, nog
ook in f in oorken , deefe purpere vogtigheid niet ■:
dat my doet gelooven , dat f e in een particulier
heursken opgeflooten is , 9t geen dat ik in de andere
Slakken wel gefien heb, maar hier nog niet
gevonden-
Het Hoornke van het lichaam allenxkens en voor-
figtig dan afgebrooken b ebb ende, foo moet men by
de opening van de Rand de Ontleeding beginnen. En
als dan fa l menfoen,dat dit Slaxke met de Wonder*
Slak veel overeenkomt; want hy is meede foo met
een aar dig geployt rantken verzien; dat ook foo van
Aa a z maak