Quin & ipem conceptam firmabat julta confideratiò docu-
inentorum , quae datis luculentiffima, ingenris amoris , quò
Mufarum facra , Artium praeclarilfimas , foveris. Aequo certe
fcientiis promovèndis ftudio adeftis , quo Afiae | Europae , A-
fricae , Se novi Orbis , Gazas in gremium opulenta'e Urbis de-
ferendas curatis. Atqùi inter Amftelaedamenfes alius non exlti-
t i t , qui cognitióriem rerum Naturalium , Dilciplinarum facile
principem, felicius exeoluit, provexit fortunatius. Si hortus
Urbanus fuperbo itirpium fpeótaculo contemplantium animos
abripit ; fi inventis Anatomicis haec Urbium Princeps jam diu
inter omnes micat ; dum liberaliter fubfidia utrifque fufficitis ;
efto & gratum, quod eredtum hic admiramur , hoc quoque
imonumentutn. Id Natura ipia fuo pollice, Amltelaedami, per
civem Amltelaedamenfem , finxerat quidem , fed quod , eheu !
fere interierat. Quaefivi, inveni , ad alrnam Matrem reduxi
prolem, poltliminio reverfam Laribus reltituo propitiis, Diifque
porro Tutelaribus committo. Qua equidem in re , fi non in-
probatur dedicantis animus , laetus meas laudabo fortunas , qui
opportunitatem quaefitam naclus fuerim teftificandi publice,
qua Vos, Nobiliflimi, Ampliifimi, Viri, reverenda colam.
Faxit D E U S , diu, fortiter, fapienter , & feliciter, Publi-
cis Patriae, & Urbis, invigiletis commodis, ne quid detrimenti
capiant! Vobis Ducibus, & Aufpicibus Ubertas, Aequitas, |u-
ftitia, Pax, & Artes liberales floreant. Hae , fi alibi proferip-
tae , tutis receptae moenibus , Veltro munere , opere Veftroi
fedes inveniant quietas ! Haec ego contendo Votis lìnceris obti-
nere, & fupplicibus, qui fum, & ero femper,
N o b il is s im i , A m p l is s im i , V i r i ,
Ordinis Veltri, Veltrarumque Virtutum,
Venerabundus Cultor.
Leydae A. M r. Chrift. MDCCXXXVI. xv. Deccmbrii.
HERMANNUS BOERHAAVE.
Ä A N D E
WE l E D E L E , G R O O T A G T B A R E HE EREN,
DE B U R G E R M E E S T E R E N
DER STAD AMSTERDAM.
DE HEER. EN M» JAN VAN DE POLL.
DE HEER. EN M«-JAN S IX.
H E E R E v a n H I L L .E G O M e s V R O M A D E .
DE HEER> EN MR LIEVE GEELVINK*
H E E R E v a n C A S T R I C U M , M Y N D E N , e n d e L O 0 S D R E G T E N .
de HEER> EN M*. WILLEM MUNTERK
bidde, gelievt goediglyk te dulden, dat ik aanUv)
WelEd. Gr.Agtb.mag opdraagen dit onflervelykWerk
van een Amßerdams Burger ontvjorpen en volmaakt,
in defelveßad! So, om dat het aan Uw Edel. Gr.
Agtb. alleenlykin eygendom toequam; als ook,dewyl het,
weleer, onder derJelver aanmoediginge ,en bejeherminge, is opgeßeld.
Seker de voortYeffelyke Maker van ditboek J'oude het aan niemand
anders toegeeygend hebben, by aldien de Hemel (yn voorneemen had-
de toegeßaan : dewylhy felve de eerße beginjeleu van fo fwaare
onderneeminge, in het jaar feßhien hondert negen en Jeßig, beeft op~
gedraagen aan de Vier Heeren , de Regeerende Burgermeelteren
van de je heerelyke Stad. Daarom dagte ik , het myn pligt te Jyn,
ook hier in , het opfet van die hoogwaarde Man op te volgen ; en ik
heb eenigfinsgehoopt, dat U wel Edele Groot Agtbare dit werk, nu
geheel volmaakt fynde , wel fouden willen aannemen med die goed-
gunßigheid, med de welke der jeher Groot Agtbare Voorfaaten de
ruwe ontwerpen daar van hadden ontvangen•
Dog ik moet ook daarby bekennen, dat ik ,uyt eygene gemoedsbewee-
ginge, gedagt hebbe, hoe het mogelyk niet geheelJoude mishagen, by
aldien ik my verßoute, dit (ehe Boek aan de Burgermeelteren van
Amflerdam aan te bieden : aangemerkt Jynde ,hoe yder Batavier/eer
welweet, med hoe groote yver die Heeren alles in het werk ßellen,
om te verheerlyken den waaren roem van een ßa d , die Jo hoog boven
alle andere uytmunt. En waar over dog magjy fig meer beroemen, dan
dat Jy heeft voortgebragt, engevoed, een man, die, enkelyk om Jyn
verdienßen alleen, m ßryd geagt, en geeerd werd van alle wyfe
Mannen, waar die ook mögen leeven in de bekende wereld.
* 2 7«