<t.
Tab.XIII.
t .
& crepidines fluviorum reperiuntur , ibique in
locis tranquillioribus habitant. Quo autem
fondus, e qua eruuntur, plure pollet argilla
, eo Vermium horum major in ilio numeras
invenitur. Ncque tamen, nifi rariflime »
eos extrinfecus fuper argilla confidentes , aut
liuic adhaere.ntes deprehenderis : verum intra
argillam ipiàm commorantur, in tubulis habitantes
excavatis, oblongis, teretibus, non obliquo,
aut deorfum vergente, fed parallelo ad
horizontem duétu aequabiliter inforatis. Hinc
van der Kracbt apud Clutium reéte ait, Animalcu-
la haec in feparatis aediculis habitare.
Quemadmodum igitur Apes artificio mirifico,
& forte inimitabili,propria fua domicilia ex cera
efformant : ita pariter Ephemeri Vermes oblon-
gos hofce a excavatos tubulos fibi conficiunt,
& prò corporis fui mole in argilla eflòrant.
Hinc ubi e tubulis fuis expelluntur hi Vermes,
ut nonnifi plano fuper fonda , qui corpus
ipforum haud ab omni parte fuffulcit, reptare
queant j mox velocitatesi fuam & ad progredien-
dum aptitudinem amittunt : quamvis vel aqua
etiam undique ambiantur, Se Datando fernet fu-
ftentare valeant. Ita expertus fum, quando
infignem horum Vermium numerum, diflècan-
di gratia, fuis e tubulis extraxeram, eos continuo
retro in dorfum recidiffe , atque pro-
pterea lipothymiam veluti pafios haud denuo
fefe invertere potuiffe. Cum contra, ubi in
fuis fofiulis veFÌàntur , quam velociifime an-
trorfum & retrorfum reperc, omnique modo
commode movere fé norint. Quin omnibus
Vermium , qui in cfomunculis vel excavatis
foraminulis degunt , fpeciebus id commu-
ne eflè animadverto, quod intra fua receptacu-
la celerrime fernet movere queant, de iis
vero exemti deliquium veluti patiantur : quemadmodum
in Vermibus, qui in excavatis arbori-
bus vivunt, videre mihi contigit; tum & in illis
Vermiculis, qui intra fruétus, in tuberculis fo-
liorum , verrucifque plantarum reperiuntur.
Notatu digniflimum eft, quod CofTus, ficubi
e domicilio fuo protrahitur, totum foum corpus
tela obtexat ; cujus telae adminiculo no-
vum rurfus foramen in ligno fibi cffingit
nulla enim ratione terebrare poflèt, nifi fulcro
quodam foret inftruótus, contra quod corpus
gingen, voortgefet •wort. Soo is het echter , dat
ß altyt omtrent de kanten of boorden van de rivie-
ren gevonden worden, alwaar ß aan de flylte haa-
rer oeveren haar woonplaats hebben. Hoe dat de
pluatfen , alwaar fy nytgegraven worden, kleiagti.
ger fyn, hoe deefe Wurmen in meerder meenigte al-
daar gevonden worden. Evenwel vmdtmen fe fei.
den buyten op de kley fitten, of haar aan dejclve
vaß bouden. Maar fy bebben binnen in de kley
felve haare wooningen; en dat in uytgeholde, laug,
werpige en ronde pypkens , die niet Jchuyns, of ne.
dergaande , daär in uytgegraven fyn , maar regt
en effen , volgens de vlakte van de geßgt-eynder,
of Horizont. Hier op fegt vander Kracht feer
wel by Clutius , dat deefe Dierkens in qfgeßbej-
den huyskens. woonen.
Gelykerwys dan de Byen, door een verwonde-
rens -waardige en mogelyk onnavolgelyke kunfi
haare eygene Huyskens uyt Was maaken: foo van
gelyken worden deefe langwerpige [uytgeholde Pypkens
door de Haft-wurmen , ( f bet Aas gemaelt,
ende na de grootte van bare lichatnen in de kley uyt-
gegraven. Waarom foo draa deefe Wurmen uyt ha-
re Pypkens worden verdreeven, en dat fy niet als
een vlakke gront te bekruypen bebben, waar in haar
licbaam in alle fyden niet onderßeunt wort ; fy
haare vaardigbeyt en bequaamheyt dangaan verliefen:
niet. tegenßaande, dat fy van bet water om-
vangen worden s ende door middel van het fwem-
men haar kunnen ophonden. Soo heb ik bevotiden,
wanneer ik een groot getal defer Wurmen , om die
te ontleeden , uyt Pypkens had getrokken ; dat fy
altyt omver op haar rüg quamen te vollen ; waar
door fy als in onmagt lagen, om haar weer op te
rechten. Daar fy in tegendeel, in haare Loop*
graafkens wefende , per vaardig voor en achter-
waarts weten te kruypen j ende haar op alderhande
wyfen bequaamelyk te bewegen. Gelyk als ik dat
felve omtrent alle foorten van Wurmen , die in
huyskens en uytgeholde gaaten leven , gemeen be-
vinde: dewelke binnen in defetve feer gefwint kunnen
voortioopen, maar daar uytgenomen fynde, als
in onmacht komen te leggen : gelyk als ik dit on-
dervonden heb omtrent de Wurmen , die in ujtge-
holde boomen leeven: als meede omtrent die Warnt'
kens , die binnen in de vrugten, in de uytwajfcben
der bladeren, ende in de vratten der planten, gevonden
worden. Het is feer aanmerkelyk , boe
dat een Houtwurm, wanneer hy uyt Jyn woontng
getrokken wort, fyn gantfche licbaam komt te be-
fpinnen; door welkers middel hy fich weer op een
nieuw een opening in bet hout komt te maken. Bat
hy anders niet en fett kunnen doen , van wegen
pus
rct.
fuum appfimendo nixum fkcere vale
Efca, vel Ephemeri Vermiculus, extra do-
muncularo five tubulum fuum conftitutus, tam
invalidus eft, ut, ficubi in aqua natans paullu-
lum a motu ceflàt, ilico perturbate admodum in
fundum mergatur, ibique in dorfum refupina-
tus procumbat.
Ulterius deinde animadvertendum eft, quod
Ephemeri Vermiculi mox, ac fuis exOvis pro-
dierunt , ad di&as fuas domunculas aedifi-
candasfe accingant, quae, uti memoravimus ,
longi funt reétiqùe, quandoque tamen incurvisi
obliqui, tubuli cavi, five cavernae intra
argillam. Hos autem tubulos pro magnitudine
Si incremento corporis fui paullatim amplio-
res majorefque faciunt ; ut hinc Vermes adulti
in majoribus a , juvenculi in minoribus b habi-
p ! tent.
I ti Sapientiflimus Conditor hunc in finem appropriata
ipfis membra conceflit : praeterquam
enim, quod anteriores duo ipforum Pedes
quodammodo,utiin Talpisvulgaribus,aeque ac
Gryllotalpis , comparati fint ; Maxillis etiam
gaudent hi Vermes, quaeduobus Dentibus in-
llruótae, Cancrorumque fòrcipibus aliqua ex
parte fimiles, ad tubulos illos in argilla commode
Scapte excavandos apprime inferviunt.
Hinc etiam ilico videbis terebrantes, ubi vel
in tantillum argillae aqua miftae conjiciuntur.
Quodfi vero haud fufficientem ipfis argillae
quantitatem fubminiftraveris ; haud tamen inge-
nium fuum diflimulabunt, fed continuo argillam,
qua gaudent, fuffodient, mox Capite, mox
Corpore, mox Cauda fubter argillam reconditis,
novas domunculas fibi paraturi.
Pifcatores experiundo fibi conftitiffe aflerunt,
Vermes hos, cum aqua fluminis ab oris rece-
dit, quoque humiliore & profundiore loco argillam
perforare ; aqua autem denuo aflùrgente,
itidem altiera petere : quod equidem fummope-
re neceffarium effe exiftimo; quandoquidem
plurimis gaudent aériferis trachearum fiftu-
lis, quarum ope novum frequenter aèrem hau-
nre coguntur. Id autem facere non poifent, fi,
aqua altius adfcendente , in profondo permane,
rent.
Saepius obfervavi, quod, cum de tubulis fuis !
cruti húmido fabulo imponebantur, multo magis
amaverint extra aquam prorepere, quam in fon-
dum fubter fabulum fernet conferre : cujus rei
ratio1
dat by dit ßeunfef om fyn licbaam aan te per fett,
nootfakelyk van doen heefi.
Het Aas is foo machteloos buyten fyn huysken,
° f Pypken, dat, wanneer als het in ’f water fwemti
ende daar een wey nig in ruß , het datelyk geheel
onordentelyk, na de gront komt te daalcn; alwaav
het dan op de rüg valt en leggen blyft.
Maar om voort te gaan 9 feto moet men nu aan*
merken , dat de Haft-wurmkens, foo dra fy uyt
haare Eyeren gekroopen fyn, haar aanßonds begevcn
tot het bouwen van haar gefeyde Huyskens; dewel-
ke9 als gefegt, lange ende regte, fbmtyts 00k krom-
mej ende fcheeve uytgeholde pypen , of holltgheden
in de kley Jyn. Die fy na de grootte en het aan*
groeyen haaret lichaamen allenkskens wyder en
grooter maaken; foo dat de oude Wurmen in a groovte
, ende dejonge in kleender b Pypkens woonen.
Tot dit eynde, feoo heeft de alwyfe Schepper haar
bequaame ledematen meede gedeelt. Want behaU
ven dat hy de geßalte van haar twee voor*
ße Beenen, eenigzins met die van de ordinaire Mol•
len, als 00k met die van den Kreekel of Veenmol,
gelyk heeft gemaakt, Soo heeft hy deefe Wurmen
nog verfien met twee-tandige Kaaken, de feebaren
der Kreeften eenigßns in maakfel gelyk: dewelke
haar dienen, om de Pypkens in de kley makjielyk
en bequaam uyt te hollen.
Hierom fiet men 00k, dat fy datelyk een gat
maken; als fy maar in een weynig kley met water
gemengt geworpen werden. En of het gebeurde,
dat men haar geen kley genoeg en gaf; foo en kunnen
fy echter haar aart niet ontveynfen ; maar fy
füllen geßadig de kley, die fy hebben, omvroeten»
Ende dm het Hoofi, dan het Licbaam , ende dan
de Start onder de kley verbergende, geduurig nieu-
we wooningen trachten te maken.
De Viffchers verfeekeren ons uy t haare ervaren-
heyt, dat als het water van de rivicr daalt of af-
loopt, dat fe haar dan 00k laager en dieper in de
kley inbooren; ende als het water weer ryß, dat fe
van gelyke weer kooger opklimmen: het welk ik
oordeel ten hoogfie nootfakelyk tefyn, om de menig-
vuldige Long-en Lucht-pypen van deefe Würmern
waar door fe dikmaals nieuwe lucht dienen te fehep-
pen. Het welk fy niet en fouden kunnen doen, in-
dien fy in de diepte bleven , als het water quam tQ
ryfen.
Ik heb dikmaals ondervonden, als fy uyt haar
Pypkens gegraven, ende innatfandt gefet waaren,
dat fy dan veel eer buyten het water kroopen, als
dat fy haar na de gront 9 en onder het fern dt, bega-
Oo o z vent
i l
# g
I
i l ! Kr
i