tiflima depingit Limacis Cochleati, hermaphroditi, coitum recipro-
cum. Contra hanc ejus differtationem , magno molunine , librum
fcripfit,' minus felici exitu, ‘Joannes Baptifta a Lamjweerde, cui titulum
fecit Refpirationis Swammerdammianae Exfpiratio. Si quid enim in
libello nofìri Viri minus forte reftum obrepfit , id ab aequis con-
donabitur , ob pulchritudinem bonorum, quae ubique in opeie ex-
cellunt. Jam vero artificium excolebat diligenter , quo partes corporis
, rite evacuatas prius, deinde aere inflato turgidas , exficcabat
ita , ut formam hanc fuam ftabilem , firmamque , retinerent, atque
hac arte accuratiflime obfervari poftea , atque deferito poflent. In-
ventum hercle quam utiliflimum in arte , ad erigenda , qu<e col-
lapfa putrent , vel repleta per ceram confunduntur. Sic acerrime
excoluit Anatomica , commercium fideliter tenens cum clariiflmo Van
Horne. Atqui quartana eodem hocce anno correptus, debilitabatur
quam maxime , ut penitus contabefceret 5 eaque de caufa coaclus
fuit abflinere ab Anatomicis. Refeflus utcunque a diro morbo ,
annis duobus , qui icquebantur , adeo totus le demerfit in icruti-
nium Infeftorum , ut nihil quidquam Anatomici attigerit. Contin-
gebat anno md c l x v i i i , ut Magnus Dux Hetruscorum , Patriae
noftrae vifendae gratia, in Rep. praefens, comite_ Thevenoto,
Thefauros Swammerdammtanos tarn patris , quam filii , intends lu-
ilraret oculis , & acutis videndo res Naturales. Anatomicas tunc
Inleftorum difleftiones elegantiffimo talium fpeftatori , P r i n c i p i
H e t r u s c o exhibuit. Ad quae obftupuit artium peritiflimus Judex
& rerum Naturalium amantiflimus. Turn vero omnium maxime,
quando Autor nofter Magno Heroi, praefentibus Magalloto, & Thevenoto,
coram oflenderet, Papilionem latere,cum omnibusconvolutispartibus,
in ipfa jam Eruca ; dum folertia incredibili, inftrumentis ultra fidem
l’ubtilibus, feparato exuviarum tegumento , abfconditum Papilionem
extricaret delatebris, ejusque impeditas partes quam diftinaiflimc,
& tarn liquido, explicaret , ut occultum manifeftaretur lucidiflime.
Offerebat quidem Sereniffimus P r i n c e p s duodecim millia florenorum
Autori noftro, pro iis Thefauris, qui illi proprii erant ; ea tarnen lege,
ut ipfe eos in Hetruriam deferret, utque deinde in aula degeret.
Sapienter ita Princeps , quippe qui cogitabat , brevi peritura haec,
nifi tantus Artifex ,& pervigil Cuftos, ipfe praefens adeflet confervan-
dis ; praevidebat, gaudium haud durabile fore fibi poflidenti, abfente
magno magiflro,& unico quidem,qui fingula memorabilia curiofe in-
dicaret, explicaretque. Swammerdammius contra nihil quidem detefla-
batur magis, quam vitam aulicam. Amabat etiam perdite Iibertatem
fentiendi, & dilferendi de facris, eademque colendi ex animi fui religione
, non ex autoritate, atque imperio alieno. igitur horum nihil
faÉtum fuit. Sed interim ingentem Acipenferem dum diflecat, invenit in
ilio
i allecn in beknopte ftellingen ontworpen , maar in Maart daar aan volgend
gantfeh vermeerdert uytgegeven by de Gaasbeeken, en nu een boekske fynde opge-
dragen aan den aanfienelyken Heere Thevenot. Op de titul-plaat ftaat net
[ afrebeeld de wederfydfehe f famen komfl der Hoornflak, die Man en Wyv is.
tan ßaptifl: van Lamsweerde febreev, medgrote ophef tegen dit werk, ander de I naam van de Geeftgeving van Swammerdams Ademhaling; maar het wasmed
I geen gelukkige uytflag. So alyet in het werk je van onfe Schryver niet al te regt was
I ingeflopen, dat wierd van billyke Le fers ligt vergeven om de fehoonheid van al het
I goede, dat over al daar in doorfiheen■ Hy verder oefende vlytig een byfondere
I konftgreep, door welke hy de deelen der lighaamen fuyver rynigde van a l, wat
[ daar in was; hier naa blies hy die op, dat fy vol lacht waren, droogde die dan;
[ waar door die ,/lyv geworden, haare gedaante behielden, en door die konft naauw-
kearig koften befchouwd werden, jaa 00k net befchreven. Eene uytvinding waar-
[ lyk van de uyterfie nuttigheid, dewelke die deelen aldus anderßheydentlyk deed be-
flaan, die anders toevailend rotten, o f door wafch opgefet onder malkander in een
I vloeyen. Terwyl hy ßgnufonoeft in het Ontleden ophield, onderhieldhygetrou-
I welyk brieven-wiffelmgemed de vermaarde van Horne. Dog, inheteygejaar
I hefogt door de derdedaagfehe koortß, verfwakte hy ten uyterfie, en vermagerde
I f eenemaal; door die oorjaake wierd hy gedwongen op te houden med de Ontledings-
I werken. Naa dat hy van die quaadaartige fiekte was bekomen, viel hy de twee
E volgende jaaren fogeheel, en al, op het onderfoeken der Dierkens, dat hy niets tex
I wereldaantaße, dat na de ontleding geleek. Maar in'‘t jaar 1668 geviel het,
I dat de Gr o o r H em o a v a n T o s c a n e n in Holland quam, om ons Varn
derland te befien. Hyquamtegenwoordig, geleyd door den Heer Thevenot, ten
I huyfe van Swammerdam, befag daar de kabinetten van Vader, en Soon, med
I alle naauwkeurigheid, en med oogen wel afgerigt om die faken, na waar de, te
B overfien. De Heer Swammerdam deed eenige ontledingen van Dierkens voor den
B H er f o s v a n F l o r e n c e n , die de keurigfte waardeerder was overfiilke
■ dingen. En waarlyk defe kundigfte Oordeelaar, en opperfte Ltefhebber in defefaak
H fiond verbau ft, over dat het gunt hy Jag. Maar wanneer onfe Schryver, in ’t
I hfyn van de Heer Magallotti, en Thevenot, aan dien grooten Vor ft opentlyk
maantoonde, hoeeenKapel, med alleßneopger olde, en tefamengevouwene ,dee-
■ len, verborgen legt binnen in een rupfe, en als hy medongelovelykekonfiigheid,
■ enmedwerktuygenfynder, dan men begrypen koft, het buytenbekleedfielaffehy-
■ dende, de ingefiote Kapelfelv uythaalde uyt die fehuylplaats, en deffelvs ingewikkel-
■ de deeltjens, op het onderfehydelykfi, en op het baarblykelykft , ontvoude, Jo dat
■ het verborgen openbaar wierd; toen was de verwonderinge van fern Koninglyke
■ Hoogheid op het hoogfle. Die bood hem twaalf duyfend gülden voor fyn byfeonder
m Kabinet allecn; dog onder beding, dat hy het felv moeftbrengen inFlorence, en
i aan het Hov blyven wonen. Dit was voorßgtig van den Prime, die dagt, dat het
K haaftfoudtenietlopen, als die .konftenaar, en wakkere Opfiender, daar niet by
I bleev, om het te bewaren; hy voor Jag, dat hy niet langblydfoudefyn med dit be-
B fit , als de grootte Meefler weg was, de eenigfte voorwqar, die aanJyne liefheb-
C 2 bery