Vermículos atque Nymphas. Goedartius eorum
duas quoque fpecies defcripfit.
Eft etiam jiobis Scarabaeus aculeatus, five
cauda aculei aemula praeditus ; quod in alus
nullis Scarabaeis ita occurrit.
Practerea minutiflìmum quendam offendere
pollumus Scarabaeum Tua cum Nympha, quae
ex Vermiculo pedibus carente, intra extimam
folii Saljcis cuticulam reperiunda, nafcitur :
Vermiculus ille ibi loci tamdiu pabulum fuum
praefto habet, donec in omnibus fuis membris
perfeótus tandem in Nympham mutetur. Totani
tamen hujufce Scarabaei mutationem, quia
obfcuro valde modo procedit, in Ordine quarto
defcripíi, ejufque icones in Tabula XLIV.
fig. ia , 13, &c. exhibui.
Porro alius quidam viliffimus nobis eft Scara
b e i, qui ex Vermiculo, radicem Ningi vel
Ninfi diótam comedente, atque intra hanc in
Nympham abeunte, oritur. Idem vero & in vetu-
ftis lignis reperitur.
Tandem quoque adfervamus Scarabaeos il-
los fuis cum Nymphis, qui ex Vermiculis
carnes exficcatas ambedentibus, oriuntur. Ho-
rumee Vermiculorum ope feeleton fàcile carne
adhuc adhaerefeente purgari poteft.
Addere liceat, quod & Scarabaeum poffi-
dcam, cujus Vermiculus Mofchi facculum cor-
rodit : eum tamen propter obfcuram mutatio-
nis fuae rationem itidem fub Ordine quarto de-
icripfi, ejufque figuram in Tab. X L V . in fig.
32. dedi confpiciendam.
Denique & Hydrocantharos máximos, medios,
& minimo^, Ordini buie adfcriboj de
quibus varias fparfim obfervationes maximi momenti
interferui. Eorum quinqué adfervo fpecies
j quosintcr& omnium exiliffimus eft, vulgo
Pulcx aquaticus, five Focmella aquatica
diótus : novitis, cum fubter aquam fefe demer-
git, bullulam aèris quam dtxterrime caudae fuae
includere. Genitalia Hydrocanthari in Tab.
XX II. fig. 5. repraefento; Vermena vero fi
carium, e quo is foriàn excrcícit, in Tab.
X X IX . fig. 4. & 5. depi&um fifto.
deefe bevinden wy dat Goedaert twee foorten be-
fchreeven heeft,
Soo bevindfig by ons een Torreke met een fiart
als een angel, het welke wy omtrent geene andere
verneemen. , •
Nog kunnen wy vertoonen een feer kleen Torreken
ende fyn Popken.; het welke ßn oorfpronk
neemt uyt een fondervoetig Wurmken, het welke
tuffeben bet eerfte vliesken van bet blad van een Wil-
hgc-boom gevonden werd: ende daar foo lang fyn
voetfel gereed vind; tot het in alle leeden volkoo-
mentlyk aangegroeit ist ende foo in een Popken verändert.
De ganfebe verandering van dit Torreken heb ik
om zynduyftere monier in de Vierde Order befchre-
ven, daar ik hetop de XLIV. Plaat, in de 12.13.
figuur vertoone.
Vordere bevintßg by ons een feer kleen Torreke,
het welke uyt een Wurmken, dat de Wortei Ningiof
Ninfi opeet, ende daar binnen in in een Popken
verändert,fyn oorfpronk neemt. Dit Beesken bevin■_
den wy 00k in het oudt hout.
Eindelyk bewaaren wy die Torrekens ende haar
Popkens,dewelke uyt deWurmkens, die het verdrng-
de vlees opeeten , haar oorfpronk neemen. Ende
door middel van welke Wurmkens wy feer ligtelyk
een geraamte van het vlees, datier nog om fit, kunnen
doen fuyyeren.
Nog bewaar ik het Torreken , wiens Wurm de
Mufcus heurs verteert, dat ik om fyn duyfterema-
nier van Verandering meede in de Vierde Order
befchreven heb , en de fig. daar van gegeven in de
XLV. Tafel 32.figifur.\
Ten laatften foo plaats ik 00k de Hydrocanthari, de
grootßc, de middelße ,en de kleenße,in deefe Order,
waurvan ik hier en daar verjeheyde heerlyke onder-
vindingen voorgeßelt heb. Van deefe bewaar ik vyf
foorten, waar onder fig bevint de alderkleenße ,die
Watervloy, of Water-Wyfke , gemenelyk genoemt
wort: deefe weet feer aardig, als hy fig onder het
water begeeft ,eenbelleken lucht in fyn fiart tebefluy-
ten. De Hydroeantharus zyne Teelleeden vertoon
ik op de XXII. Plaat by de 5. figuur, en fyn Priem of
Moortwurm, daar hy mogelyk uyt vergrocyt, op de
XXIX. Plaat , by de 4. en y.fig.
Exem- Voor-
Bxemplum T e r t i i O r d i n i s Natura-
lium Mutationum, juxta modum prio-
rem y cui fimplex N y m p h a e nomen
ejì, in F o rm i c a propojitum.
Tab. XVI.
No. I. Ovum Formicae ad vivum delinea*
turn, five Vermiculus Formicae in prima iua
cute vel tunica exiftens, in qua Ovum vocatur.
Id ipfum prima figura magnitudine auótiore ex-
hibet.
IL Memorata cutis dcpofita,quae teniiis quae-
dam eft membranula, quam Formicae Vermiculus,
Ovi formam dcrclinquens , laxe exuit,
& in punótum veluti vifum fugiens convol-
vit.
III. Formicae Vermiculus quoad multas partes
imperfeótus, pedibus carens, ex ovo five tunica
fua egreflus, ea forma heic repraeièntatus
qua plerumque intra tcllurem'rcperitur, capite ni-
mirum verfuspeétus incurvato. Figura 2cfa eun-
dem microfcopio intercedente delineatum exhi-
bet.
IV. Formicae Vermiculus plenam fiiam ma-
gnitudinem adeptus : quando nimirum membra
omnia, Formicae propria, fub cute jam
quidem accreverunt, at haófenus adhuc ab-
feondita latent. Figura tertia hunc iterum fub
microfcopio depiétum fiftit.
V. Vermiculus prior, depofitis fuis exuviis,
omnia, quae ante latuerant, membra fiia ex-
triniècus confpicienda oftèrens, hinc vera jam
N ym p h a vocandus, cujus membra humori-
bus turgefeunt ; uti clanus indicabitur in ex-
plicatione quartae, quintae, & fextae, figura-
rum, quae eundem, una cum membris fuis,
magnitudine auótiore exhibent.
| VI. Vermiculus idem, jam F o r m ic a voca-
tus: quemadmodum in fubfequcntibus figura-
rum explicationibus prolixe & accurate deferi-
betur.
Fig. 1.
Ovum Formicae magnitudine audta depi-
&um, pcnitus laevc, acquale,diilenfum,fplen-
aens, annularibus fedlionibus omnino nullis
mterilinaum. Nativa ejus moles adeo eft
“ ■gua , ut nigra fuper bali collocatum vix
9uaeat conipici. Probe hoc animadvertendium
ut vcrum Formicae Ovum quis difeat in-
fernofeere.
mm
Voorbeelt van de D e r d e O r d e r der na-
tuurelyke Veranderingen op de eerfte
wyfe in een M i e r , Die wy eenvoudig
P o p k e noemen.
XVI. Tafel.
No. I. Hn Ey van een Mier naa het leeven, ef
het Wurmkc van een Mier in fyn eerße vel of vlies
waar in het een Ey genoemt wort. Dit fiet men in
de i.fig. in ’tgroot vertoont.
II. Hetgenoemde vel afgeßroopt, dat een dm
vlieske is, ’tgeeh het Wurmke van de Mier, wan-
neer het de geftalte van een Ey verlaut, lojfelyk af-
ßroopt t en als een onßenelyk ßippelken in een
rolt.
III. Het Mier-wurmke in veele deelen gehrekke-
lyk, en/onder voeten uyt ß n ey, o f vlies, ge.
kroopen fynde , wordende het in die geßalte ver.
toont,gelyk hetgemeenelyk het hooßop deborßgc-
hoogen fynde in de aarde gevonden wort. Dit wort
in de •i.fig. onder een vergrootglas verbeelt.
IV. Het Mier .wurmke tot volkome grootte gekoo-
men: en op welke tyt dat alle de leeden, die het
als een Mierfal vertoonen, na onder het vel aavge-
groeyt ende verborgen fyn. Dit wort in de derdi
fig. meede in het groot vertoont,
V. Het afgehecldc Wurmke fyn vel afgeßroopt
hebhende, en alle fyne verborge leedematen uyt-
terlyk vertoonende ¡foo dat het na een waaragtig Pop.
ke is: wiens leeden met vogtigheden fyn opgefpan.
nen: als klaarder Jal gefeyt worden, in de ver-
klaaring van de vierde, vyf de, en fefte figuur, daar
het in het groot vertoont wort, en ß n leeden aan.
geweefen.
VI. Het fesde Wurmke, foo als het nu een Mier
genoemt wort: als in de volgende uytleggingen der
figuuren omftandig ende paniculierlyk fal befchree.
ven worden.
Fig. r.
Het Ey van de Mier in bet groot,dat gehseiglad9
ejffen,ende opgefipannen is ,en blinkende van gedaan
te, fonder dat bet de mtnfie ringwyze intcrfeäieu
beeft: bet is 00k foo kleen in het leeven , dat men
het maar effenfien kan, als hei op een fwarte gront
geleyt is: daar men wel op moet letten, om het waa-
re Ey van de Mier te kennen.
1 8
filli
11 ill
11
Ge ce a Fie.
I l f
l l l l l
illi' ‘
1