verwonderlyk maafei,ende den b andel van een Df er*
ken,dat ß o kleen is ,tot roem van den Autbeur der
natuur, die ß o veel onbevattelykheeden hier beefi H
ßamcngevbegt, ons Neerland te doen kennen. Ende
met een te toonen de ß c r groote nuttigbeid van de
vergroot glaafen, dewelke, de verborgene fpieren, a*
deren, ende ingewanden van ß o een kleen Dierkcn
endekkende, ons te gelyk de onbegrypelykheid van
den Maaker toonen: devoelke alle deeß kleenigheeden
haar gewigt ende beweegen nog gegeeven beefi. Be-
balven ook dat we deeß nuttigbeid uyt de vergroot-
glaaßn nog trekken, dat we veel netter van de be*
voeeging der ingevoanden in de doorfigtige Dieren
faltem velut in parenthefi interferui, ut Batavia ;
noftra cognofcat ftupendam fabricam atque a-
¿tiones Animalculi tam minuti, ideoque fummis
cffcrat praeconiis Naturae Auótorem, qui tot
miracula, noftro captu fuperiora, heicinunum
conjunxit. Pateat hinc etiam infignis microfco-
piorumutilitas, quippe quaelatentes tantilli A-
nimalculi mufculos, vafa,8cinteranea detegendo
incomprehenfibiles nobis furami Fabricatoris indicant
perfeétiones j cum Is vel omnibus hifce
minutiis iuum cuilibet momentum motumque
impertierit. Praeterea 8c id boni nobis praeftant
microfcopia,quod in pellucidis animantibus multo
accuràtius de inteftinornm motu judicium fer-
re nobis liceat, quam iicubi eundem in animantibus
non tranfparentibus 1 ope diflè&ionis, iuda-
gaverimus : quod ipfum quodammodo monuit
paritcr incomparabilis induftriae Vir R . Hooke in
Micrographia fua, feu libro, quo obièrvationes
per microfcopia hauftae defcribuntur , non ita
pridem idiomate Anglico edito, Magnaeque Bri-
tanniae Regi dedicato.
Utrum vero aliorum fanguineorum Animan-
tium Pediculi, aut 8c Pedieuli Infe&orum, pari-
ter ad memoratum hunc ordinem pertincant; atque
an vel illi etiam, qui Plantis infidcnt, 8c per
campos vagantur, hue fint referendi : id equi-
dcm, licet ob rationes certas credam, haud ta-
men pro certo aifeverare auiim -, iiquidem expe-
rimenta me nondum ufque eo perduxerint. Interim
fub quarti Ordinis pertra&atione manife-
ftum fiet, dari pediqulos quofdam arborum, ad
Ordinem fecundum pertinentes,quos iub nomine
Animalculorum in tuberculis Populi nigrae
reperiundorum deicribo.
Ricinus quoque D. Aldrovandi, quem pari-
ter huic Ordini inferimus, utrum revera hue fpe-
£fcet, firmiter aflerere nobis non licet. Ejus ta-
men fpecimen quoddam oftenderc poflum.
Cimex le£fcularius quoque a nobis primum
hunc ad Ordinem refertur.
Turn 8c Pediculus inguinalis ; de quo tamen
per conipicua quaedam experimenta ha&enus
certi non fumus.
Ceti Pediculum pariter adfervo, qui pollicem
fere longus, dimidium pollicem latus , fingula-
ris admodum ligurae, 8c undequaquc Animal
cruftaceum eft.
Pulicem deinde & primo huic Ordini adfcri-
bimus, qui fimilitere lende oriundus ,perquam e-
leganter in hac colorem fuum ruflum,more alio-
rum Infc£torum,in formaNymphae conftituto.
rum, induit. Omnes enim mutationes, quas in
lende
kunnen oordeelen, als ivanneer voy defilve in
Dieren , die niet doorßgtig fyn , door middel
van de ontleeding , befebouvoen. Gelyk als wy by
den onvergelykelyk nuukeurigen R. Hooke in fyn
Micograpbia, o f van de Bevindingen dooir bet vergroot
glas, over eenigen tydinde Engelf che tale uytgege*
<en, ende fyn Koninklyke Majrfieyt opgeojjert, mee-
de iets diergelykx voorgefielt vinden.
O f nu de Luyfen der andere Bloet-ryke Diercn,
ofie ook de Luyskens der Infi Ben, meede tot de ge*
noemde Order behooren ; ofie dat ook defilve, deivel*
ke voy op de Planten, ende in de Velden , vernee-
men, daar onder te teilen fy n , dat voillen voy doof
•eeden die voy bebben voel gelooven; tnaar nademaal
onfe ondervindingen foo verre nog niet en gaan, foo
is 9t dat voe bet niet verfiekeren kunnen, Evenvoel
fa l men in de verhandeling van myn vierde Order
ßenr dat daar eenige boomluyskens fyn, die tot de
tvoeede Order behooren. Defilve befchryf ik onder
de naam van de Dierkens, in de voratten van de
ßvarte' Pcpulier gevonden.
Soo kunnen voy ook den Hontluys van den Heer
Aldrovandus, devoelke voy meede tot deeß Order
brengen, niet vaßelyk verfiekeren daar onder te be*
booten - Een van defilve kan ik meede vertoonen.
De Wantluys o f Weegluys brengen my meede
tot deeß eerße Orden
Als meede de Platluys; dan egt er bebben. tyy tot
nog toe daar geen figtbaare ondervindingen van.
Ik kan ook de Luys van de Walvis vertoonen, die
len naafien by een duym lang is, en een half breet.
Dit is feenemaal een korftagtig d/er, feer raar van
figuur.
Vorders fiellen voy onder deefi eerfie Order de
Vloy, devoelke fyn oorfpronk meede uyt een Neef
neemt, ende feer aardig fyn rojfcbe veruvo in de fei-
ve op de monier van andere Dierkens, ingeßalte van
Popkensfynde, komt aan te neemen. Want allefyne
mm
lende etiamnum haerens fubit, modufque, quo ex
albo in nigrum abit,microicopii ope quam nitidifli-
jneconipiei poflunt.Ifthaec vero,meoquidemju-
dicio, haud exigui fane momenti iiint, iniignique
pollent ufu ; prout fuo tempore demonftrabitur.
Relatum mihi cft,D. Leeuvsenhoek Delphis obfer-
vafle,PulicenV n m°dum Vermiculi, fub finem
aeftadsfub ex ovo prodire, (èque inthecàm includere,
qua reconditus maneat ad Martium ufque
menièm. Quidnam hujufce rei fit,ha£tenus haud
dixero: neque 8c determinavero, utrum in illa
thecula Pulex Chryfallidis aut Nymphae for-
aiam induat. Id enim fi obtinet, nequaquam
ad primum, fed ad tertium Ordinem proprie re-
fcrenduseft. Hinc data opportunitate 8c hanc
rem accurate indagabo, atque ad veritatis libel-
lam exigam ; cUm faétu haud fit difficile.
Ad primum hunc Ordinem quoque revòcamus
Infeétum, quod plerumque in aquae pluviae ci-
ftemisinvenitur, 8ca Goedartio, utividetur, in
tomotertio, litera X. fub nomine Pediculi a-
quatici deferiptum eft; Cum vero ejus 8c indoles
8c fabrica a Pediculo valde diferepet, atque
non minus haec, quam illa, perquam fingularis
fitj hinc illuci, fub nomine Pulicis arborefeen-
tis, aquatici, fimul 8c nàtiva, 8c ope microfco-
pii auóta magnitudine, depiótumdabo m fingula-
ribus meis, priorem hunc Ordinem fpeétantibus,
traftatibus, ubi in Tab. XX X I. ejus ico-
nes, 8c ftatim poft Pediculum ejus deferiptio
viden poiìunt.
Vcrum ad Afellum progredimur, qui cum in
omnibus magnitudinum gradibus reperiatur,
partim hanc, partim alias ob rationes quoque ad
primum hunc Ordinem a nobis refertur. Afièr-
vamus autem tres ejus fpecies j quarum prima
communis eft & terreftris: altera admodum magna
oculis gaudet nigris, extuberantibus, capi-
teque diftinéto 8c thorace cuculli aemulo : ter-
tiae Ipeciei Afèlio id eft fingulare, quod fèmet in
globum contrahat, fi contreèlatur, conglobami-
que aliquo tempore fic permaneat.
Poffideo etiam exuvias quafdam, fèu potius
emortuas Afellorum pelliculas, quae candidiffi-
mae funt, 8c exadtam Afèlli figuram repraefèn-
tant. Eae, cum acidis quibuicunque' commifi
fae, valide efferveicunt : unde magnam iis fàlis
copiam, virefque in hydrope, calculo , re-
numque fàbulo periànandis laudabiles inefle ar-
bitramur.
Nonnullas praeterea fervamus fpecies Afello-
fum maiinorum, quos ideo marinos vocamus,
quo*
veranderingen ,die by indeNeetfyn'de ondergaat, ende
boe by van voit infyoart verändert, kunnen feer net
met een vergroot glas befebouvot vier den. Het voel-
ke, naa ons oordeel, van geen kleen gevoigt is , ende
een feer groote nuttigbeid bevat ; als voe V fyner tyd
toonen füllen. Mcnbeeß my v erb aalt, datHecrL,ccu-
wenhoek tot Delfi ondervonden beefi, dat de Vloy
als een voormke f iu in de naafiomer uyt fyn Ey
komen, en figb in een kasje befluyten, voaar in by
tot de maant van Maart f iu befloten blyven. Wat
hier van i s , kanikvoor tegensvooordig niet Jeggens
en ook o f by de gedaante van een Chryfallis o f Nym-
pha daar binnen in aanneemt. Het vselk fynde foo
fiu by eygentlyk onder de derde Order behooren, en
niet in de eerße. Dan by occafie fa l ik dit meedè
exaB näßen, en op deproef der voaarheid fiellen, dat
light te doen is.
Nog fiellen voy onder deefi eerße Order een Dier•
ken, dat voe gemeenelyk in de regenbakken bevinden ;
ende naa onsfibynt, van Gocdacrt, in fyn der de
deel, aan de letter X. onder de naam_ van Waterluys
befihreeven . Dan alfoo bet fie{ve in aart ende maak-
f i l van een Luys feer verfchilt, ende in beyde ook
feer feltfaam iss fio is V dat ik bet felvé onder de
Naam van getakte Watervloy,te gelyk naa bet leei
ven, en ook in bet groot f i l af beeiden , inmyné
particulière verhandelingen van deefi Order, aß
voaar bet in de XXXI. Tafel kan nageßen worden t
en fyn befchryving immediaat, op de Luys. ,
Maar voy gaan voort toi de Piffebedde, devoelkd
naademaalvoy hem op alle grootte bevinden, als ook
am andere redenen, voy mede onder deefi eerße Or*
der ßellen. Van deefi bewaaren voy drie foor*
ten, fynde de eerfie de gemeene, en de tweede
een feer groote fooort, met uytfiekende fooarte
oogen, en een difiinB booft en borfi: die als een
keuvel is. De derde fooort beefi dit particulier , dat
hyfigb als een ronde kloot te famen trekt, wanneer
men hem grypen voil, en foo eenigen tyt blyfi leg*
gen.
Nog beVoaar ik eenige afgeleyde Vlieskens , o f eer
vergaane buytkensvan P'tjfebedden,diefp'tervoit fy n ,
en exaBeenPiJfebeddereprefenteeren. Defilve koomen
met alle fiturigbeeden een ficrcke beweeging te maa•
ken: Waarom voy oordeelen daar veel fiout inte fyn,
ende defilve niet onbequaam, in Sugt, Steen ende
Graveel aangeprefin te werden.
Soo bewaaren wy nog eenige fojorten van ¿et-pifi
febedden, dewelke wy in de fiute water en gevonden
P % beb*