ganter plicato, eodemque modo , ac in Cochlea
dièta mirabili, fabrefaèto ; liquidem in
iplius textura itidem iniignis admodum invcnia-
tur numerus globulorum ejufmodi cryftallino-
rum, qui fub inftrumentis difieètioni adhibitis
ftrident 6c crepitant. Ab altero, dextro nimi-
r um,limbi latere iimilium quoque Vermiculorum
congeries obfervatur,quales in Cochlea Vivipara
pariter adnotavi : atque li Vermes hi diífecan-
tur, exiis itidem prodeunt numeroíi admodum
minores Vermiculi,craflis praediticapitulis,qui
6c velociter admodum natare poífunt, 6c vel
validiore etiam vita motuque gaudent | quam
quidem in Cochlea Vivipara deícripfi.
maakfel is , als in het gefeyde Slaxken , toant men
vindtfiaar meede een feer groot getal crißallyne
klooxkcns binnen in, ivaar op het inßrument, dat
men gebruykt, kraakt en knarß, als men bet ont-
leet. Aan de andere en regier Jyde van de rand,
daarßet men een vcrgadering van diergclyke Wurm-
kens, als ik meede in de Lcvenbaarende Slak heb
aangetekent; en als men die doorßiyt, foo körnen
daar meede een groot getal kleene dikhoofdige Wurm-
kens uyt, die feer veerdig kunnen fiuemmen, en
die ßerker van leeven en bewegen fyn , als in de
Levenbarende Slak befchreeven heb.
Vermiculi hi quoque perquam celeriter pro-
repunt, ea quidem ratione , ut caput primo
protendane, tumque vi magna reliquum dein-
ceps corpus ad caput adducant. Unde eorum
vis maxima in Ore lita eft, quod forte pedibus
poi let j uti in aliis pariter Animalculis vidi |
6c verbis aeque ac icone poftmodum repraelèn-
tabo. Sunt tarnen hi Vermiculi multo heic
minores, quam in Cochlea mirabili. Quin 6c
poftca, cum res haec oblèrvando mihijamcon-
ftitifièt, eorum millia aliquot in aqua, in qua
hasCochleas lagena incluías aflervabam, natare;
celerique fernet motu ciere confpexi. Cochleae
hujus illa partícula, quae fuperius fua in membrana
Vermículos hos continet, intus faturate
flava e f t , 8c, mea quidem opinione, pro ipfo
fàcculo Purpurifero forte haberi polìèt : id ,
quod tarnen haud pro certo affirmavero.
Caeterum Cochlea haec cum vulgaribus Co-
chleis Aquaticis convcnit ratione fabricae exter-
nae Oris atque Dentium. Caret 6c Operculo.
Et praeterea quoad vilcera quaedam iis quoque
affimilatur. Ita Ventriculus ejus pariter, ut in
Gallina, conftruètus eft. Cerebrum itidem limili
fere modo fehabet; quamvis in nervis ali-
quod difcrimen occurrat. Cor in liniftro corporis
latere litum eft. Id autem peculiare heic
datur, quod Hepar, glandulis conftans , minime
ad extremam ufque domunculae cayitatem
protendatur : imo vero reperì ibi loci particulam
quandam, qùae my riadibus ante defcriptorumV ermiculorum
, craflis capitulis pracditorum, offèrta
erat. Sequitur deinceps partícula Catenifor-
mis; pone quam alia iterum' quaedam partícula
glandulofa, purpurafcens, collocatur ; 8c poli
hanc rurfus alia cernitur partícula flavelcens
juxta Uterum, qui ejufdem, ut in vulgari Cochlea
Aquatica, eft fabricae , tribufque tubulis
in pofticam colli partem aperitur. Penis limili
modo,
Deefe Wurmkens kruypen feer veerdig , ßekende
het hooft, uyt, en trekkende dan feer fterk het li-
chaam naa haar, foo dat haar meeße kragt in de
bek f it, alwaar Jy mogelyk voeten hebben,, als ik
in andere Dierkens ivel gejien heb, en in bet vsr-
volg bejchryven, en uyttekenen fai. Deefe Wurm-
kens fyn veel kleender als in den Wonder-Slak. En in
het voaatcr, daar ik deefe Sl.,kken in een Vlefcb be-
voaarde, heb ikjiaderhant, als ik dit nu ondervon-
den heb, eenige duyfenden van defelve fien fiem-
men, en haar vaardig beweegen. Dit deelken in
de Slak, °t geen van bovenen in fyn vlies deefe
Wurmkens in fig heeft, is van binnen hooggeel, en
my dunkt, dat dit het Purpere Beursko w l fon kun-
nen fyn : dat ik egt. er niet keel vafi fcggen kan.
Vorders komt dit Slaxke met de gemeene Water-
Slak overeen ; eerfi in fyn uyterlyk maakfel van Mont
en Tanden : hebbende ook geen dekfcl. En dan
komt bet daar meede over een met eenige ingemn-
den, al s de Maag, dewelke meede al s die van een
Henne alhier van maakfel is. Soo fyn ook de Her•
fenen haafi evcn ail een s , hoevoel de Senuen vont ver-
ficheelen. Het Hert heeft fyn plants in de linker
fyde van het lichaam. Voorts is daar dit, particulier
in, dat de Lever, die uyt klierkens bejlaat,
niet tôt ,de uyterfie holte van het hoornken aytgt-
ftrekt ioort: maar ik^ heb daar ter plaatfe een deelken
gevonden, dat met millioenen van de befcbrevt
dikboofdige Wurmkens opgepropt was. Dan volgt
het Kettinggevoyfe Deelke , ivaar aan een purper-
agtig en klieragtig deelke volgt, en dan nog een
ander geel couleurig deelke, nejjens de Lyfntoeder,
die van maakfel is , als in de gemeene Water-Slak>
en met drie Pypkens haar agter in den Hais opent.
De Roede is van maakfel als die in de gemeene JVà'
terflak, en niet veel daar •ban verfcheelende, alleen
beefi
modo,aC in Cochlea Aquatica vulgari, fabrefa-
étus eft ; nec quicquam fere libi vendicat peculiare,
niiiquod, qua is extra corpus porrigi-
tur, tres confpiciantur particulae plicatae, qua-
rum media’ elegantiflima , fungi quodammodo'
aemula, exiguo fuftentatur petiolo, atque ab
uno latere È l i eft.
Cochlea Deprejfa, minuta.
Cochlea haec priori omnino fimilis e ft , nec
ab ea difcrepat, nifi quod domuncula iplius
utroque fere a latere aequè plana 6c concava
1. fit,atque praeterea exiguo quodam Limbo a ex-
ornetur, cujus acceffu f i t , ut ftriae vel coftulac
in Teftac fuperficie diverlo modo incurventur.
Raro ea major invenitur, quam heic depièta
eft. Ratione corporis externi itidem nonnihil
datur diffèrentiae. Corniculorum color helvus
eil; quamvis ipfum corpus nigrefcat. Cochleae
hujus domuncula, Soli obverfa, propemodum
tota pellucet; praeprimis tarnen in interioribus
fuis convolutionibus, quae purpureo undique
colore funt infeètae. Simili pigmento pullàns
Cor quoque repletum oblèrvatur. Quodfi Cochlea
haec, poftquam corpore fuo extra cutem vel
Concham fuam prorcpfit, tenui acu tranlàdigi-
tur, acufque deinde rurfus extrahitur ; tunc ea
corpus fuum quam profundiflime intra Concham
retrahit : Co autem tempore animadvertitur,
evulnere inflióto paullatim purpurei colorisfuc-
cum ftillare ; quod equidem certo mihi indicio
eft, Animalculum hoc fanguine purpureo gau-
dcre. Utrum vero id ipfum quoque in praece-
dente Cochlea obtineat, adhuc inveftigandum
fupereft in minutiore quadam, cujus cutis itidem
forte adco tenuis erit, ut pclluceat. Cochlea
haec una cum priore in foflis, tam juxta
vias, quam inter pafeua, inHollandia invenitur.
De Mytulis , qui in Hollandia in dui-
cium aquarum fluminibus reperiuntur.
In Vegta fluvio, qui Ultrajeèlo Amftelaeda-
mum decurrit, multifque aliis in fluentis,
Mytulorum quaedam invenitur fpecies,admodum
ibi frequens ; qui quidem proxime ad ripas in argilla
Se limo fepulti,atundequaque tamen foluti
haerent, folam fuam partem acuminatam foras
protendentcs.UndequandoVegtae,velvicinarum
foflarum, fola repurgantur, Mytuli hi ingenti
numero in iis reperiuntur. Tres ibi Mytulorum
lpebeefi
hy dit particulier, dat, daar hy buyten het //•
ebaam gaat, men drie geplooide deelkens fiet, vsaar
van het middelße feer aardig als een Campernoe/je
is , op een kleen fieelken ftaande , en aan eene fy
gefpleeten ivefende.
Een Kleen Plat SÎaxke.
Dit Slaxke is /’ eenem aal als het voorgaandê
en het verfcheclt daar niet van als dat fyn Hoorn*
ke aan beyde fyden haaft eVen plat en bol is s
uaar by -komt, dat het nog een Rantke a tot cieraat
gegeeven is,-waar door deStriemeni of de Ribbekens,
van het Hoornken verfchillig geboogen worden.
Seiden vint men fe grooter , als ik hier vertoon.
Ten aanfien van het uyterlyk lichaam verfchilt het
ook iets in de couleur der Hoornen , die vaal fyn,
boewel het lichaam naa het fharte trekt. Dit
Slakke-Hoornke , tegens de lugt gehouden f in de
, is ten naaßen by heel doorßgtig ; voorna-
mentlyk in fine binnenße drayingen, alwaar
men fiet,dat het van een. purpure • couleur is t
'an dewelke men ook het kloppende Hert vervult
fiet. Wanneer men dit Dierken met een fine naalt
doorßeekt, als het eerßelyk met f in lichaam buyten
fin huyt of fchelp gekroopen is , en dat men dan de
naalt daar wer uyttrekt, foo kruypt. het met f in
lichaam heel diep in fin Hoornken ; als dan fiet
men, dat die purpere couleur allenxkens, daar hy
gequetfi ist uytfipert : dat my een feker teken is ,
dat ditDierke een purper rootbloet heeft. Of dit ook
ßn plaats heeft in het voorgaande Slaxken, dat ftaat
te onderfoeken in een dat kleender is, enyoegens de
dunte van fin huyt ook mogelyk doorfigtig fal f in .
Dit Slaxken vint men neffens het andere in de fioo-
ten, foo by de wegen , als tuffchen de ivey landen, in
Iiollant.
Van de MofTelen in Hollant, die men
in de foete Revieren vint. .
In de.Veght, die van Uitregt naa Amfteldant
gaat, en ook in veele andere revieren, vint men een
foort van Moffelen, die daar fier gemeen is. En
men fiet defelve voor aan de boorden der revier ? ee*
nemaal los in de kley en modder fitten , hebbende
haare fpitfe gedeelte alleen daar buyten gefiookert.
Waar door, als de Veght, of de Jlooten daar outrent
opgebaggert voor den, men deefe Moffelen in quanti-
teyt daar in vint. Drie foorten deefer Moffelen beb Bb b tk.