étantibus, dcinceps fuo loco & tempore exhiben-
dis, Leétori facile erit, de quibufcunque caetc-
rorum Infe&orum mutationibus, prout ad fuum
quaelibet Ordinem pertinet, judicium ferre. At-
tamen ratione apparitionum peculiarium iniignis
datur in lingulis differentia: Inlèófcum enim
quodlibet fu is in mutationibus peculiare quid-
piam infupcr oftendit, quo vel ab ipfis aliorum
Infe&orum, ad eundem Ordinem pertinentium,
mutationibus adhuc aliquatenus difcrepat : id »
quod praeprimis ex peculiaribus noftris experi-
mentis, ad quartum Ordinem fpettantibus, ma-
nifeftum fiet in Nympha vermiformi Mufcae
Alili, Sc in Nymphis Mufcarum, ovi formam in-
duentibus ; quas inter haud parva datur differentia,
licet uno Sc eodem contineantur Ordine, ei-
tyt geeven füllen : daar nun f i l de Leefier alle de
verwiJJelingen van de vordere Dierkens, onder y der
van defielve Ordenen beboorende ¡gelteve te efiimeeren.
Hoewel dat fie geheel en al, in haare befiondcre ver-
toonmgen, met ovcreenkomen .* voant y der Dier-
ke heeft in fyne veranderingen nog iets befindet 9
waar üoor bet van de verwiffielingen der andere
Dierkens, die onder defilve Order bebooren, nog ee-
nigfins komt te verficht II en ; als voomamelyk nyt
onfie befondere ondervindingen van de vierde Order,
ontrent de wormgelyke Nympha van de Mufica Afilus
blyken fiait en tvjjcben die Nymphas der Vlieg en, tie-
welke een ey-gewyfi gedaante aanneemen ; alwaar
eenredelyk onderficheyt is, hoewel Jy onder defelve
Order bebooren, en defielve verandering onderworpen
fyn. Dit tosvallige onderfiheyt kan men 00k uyt
de afibeeldingen van de particulière Hißorien der
Dierkens bemerken, dewelke ik in de andere Orderen
9 ieder in fyn fioort, heb voorgefielt. En men
ßet bet feer klaar, ontrent de Cbryfallides der Rup-
fien, devielke in de afibeeldingen van den neerßigen
Goedaert vertoont fyn ; devielke alle tot de der de
Order op de tweede wyfie bebooren : ennogbtans ver-
ficbilt de eene Chryfallis iets van de andere, maar
eghter niet ah in toevall'tge geßaltenijfien, die in bet
minfiegeen reeel onderficheyt maaken.
demque mutationi obnoxiae fintu Quin Sc ex
iconibus Animalculorum, quae in peculiaribus
hiftoriis reliquorum Ordinum, fua quodlibet in
fpecie, propofui, idem illud accidentarium dif-
crimen colligi poteft. Imo id ipfum quam cla-
rillìme patet in Chryiallidibus Erucarum, quas
diligentiffimo a Goedartio datae icones iiftunt:
omnes enim cum ad lecundum modum tertii Or-
dinis pertineant, interim una Chryfallis ab altera
nonnihil difcrepat; quae differentia tamen minime,
uti vocant, eflemialis eft, quum nonnili in
externis formis conliftat.
Ex primo igitur Ordine noftrarum mutatio-
num pro exemplo feligemus Pediculum, ejuf-
que membrorum mutationes, fub incremento
contingentes, figuris repraefentabimus-: Ex Ordine
altero Perlam depromemus : Ex tertio, jux-
ta modum primum, Formicam ; atque ex eodem
•Ordine tertio, juxta fecundum modum, Papi-
lionem noftumum : Tandem ex Ordine quarto
fpeciminis loco proferemus Mufcam. Omnes
autem hafce mutationes ulterius illuftrabimus
accretione membrorym in Rana, Sc gemmatio-
ne vel pullulatione partium in Flore.
Quamvis autem commemoratae quatuor mu-
•iationes naturales, fimulque cum his uiftituen-
dae comparationes, abunde fufficiant ad quatuor
Ordinum, quibus Infeéta comple&imur, indolem
, St, quod inter lingulos hofce Ordines inter-
eédit, difcrimen, clare ob oculos ponenda: at-
tamen in primo Ordine figillatim adhuc univer-
fum, quo membra Limacum accrefcunt St mutant
ur , modum luperaddam : in Ordine lecundo
fimiiem Ephemerobii dabo hiftoriam : in tertio
Ordine, juxta primum modum, omnes mutationes
totamque Anatomen Apum ,tum St Scarabaei
Nalicomis adjungam ; inque eodem Ordine tertio,
Uyt de Eerße Order van onfie veranderingen Jul-
len. wy dan de Luys tot een voorbeelt neemen, en f i ne
groeyingen van leeden in afibeeldingen vertoonen.
Uyt de tvieede Order, füllen viy de Verla neemen.
Uyt de derde Order ,maar op de eerße viyfie de Mien
en uyt defielve der de Order, dan op de tvieede viyfie,
een Nagtkapelletie. En fioo fitllen viy ten laut-
fien uyt de vierde order een Vliegb bybrengen. Alle
vielke veranderingen viy vorder füllen verlighten,
met de aangroeyingen van ledematen in een Kikvorficb,
en de uytbottingen o f uytpuylingen van deelen in een
Bloem.
En hoeviel defie vier opgetelde natuurelyks vertat-
Heringen, neßens de vergelyking die viy daar meede
doen, bequaam genoeg fyn, ombet vieefen der Vier
Orderen van de InfeQen te doen begrypen, en bet on-
derficheyt tujfichen de eene en de andere Order te doen
verflaan: fioo fial ik daar in de eerße Order nog pur-
ticulierelyk byvoegen de ganfiche manier der veranderingen
,en aangroeyingen,in leedematenvande Slttk-
ken: en in de tvieede order die van bet Haft. In
de derde Order op de eerße viyfie fial ik alle de veranderingen
en de ganfiche Anatomie der Beyen,als 00k
die van den Neusboornigtn Schalbyter voorfleilen :ca
dan fial ik in defielve derde Order op de tvieede wyfie»
fite
tio, juxta modum lecundum, Umilia de Papi-
lione diurno, vulgari, iconibus verbiique exhi-
bebo : tandem vero in quarto Ordine omnes Mufcae
Alili mutationes enarrabo, atque figuris ex-
ponain, varias praeterea alias hiftorias interpolì-
turus. Quae quidem omnia haud folum fefe
mutuo jugiter colluftrabunt, atque mutationum
quatuor Ordines in ipfa rerum natura clare St di-
ftin&e percipiendos liftent; verum, quod longe
nobiliÌHmum eli, Omnipotentis DEI Sapien-
tiam, St arcana Miracola in feenam producent,
& fingulari quodam fortique ftimulo ad Eum
lòlum venerandum atque amandum nos compel-
lent : qui quidem unicus eft mei circa omnes hafce
mutationes naturales inftituti feopus.
Jam vero,ut mutationum Ordines in Pediculo,
Perla,Papilionc noóburno,St Mufca, clare St diftin-
éfce proponere, lìngulorumque varias mutationes
nitidiusexhibere; tum illa,quibus Ordines mutationum
omnes inter fe conveniunt atque dilcre-
pant, demonftrare valeam : propterea in quinque
iplòrum figuris explicandis,fingulis, eundem nu-
merum , eandemque femper regulam lèrvabo.
Quantumvis enim haudaequenecelìàrium lìt ubi-
vis, ut in omnibus mutationum atque accretionum
membrorum, quae in Infe&is hifee obfervantur,
iconibus hunc in modum procedatur ; uti v. g.
in Pedinili mutatione, quae limplex tantum
augmentatio eft : attamen quandoquidem in Perla,
aliifque, quorum icones exhibemus, Infectis
quinque vel (ex diftin&ae mutationes fefe ofiè-
runt, antequam illa ad fuae aetatis plenitudinem
perveniant, atque generationi apta reddantur j
hinc cxaótioris doétrinae gratia limili modo trattare
Pediculum quali coaéfci fuimus. ld iplum
vero in Rana pariter ac Flore limili modofumus
prolècuti, ut tanto accuratior fieret comparatio.
Atin reliquisparticularibus hiftoriis Apum, v.
g-Stc. iftam methodum haud oblervavimusj tum
quia Anatome limul his adjunéta eft , tum quia
Ordines propoliti videbantur fufficere exhibendae
cuidam regulae generali, ad quam omnes Inlè-
¿lorum, quae Natura profert, mutationes exigi
atque examinari poflunt.
Denique omne id, quod in figurarum expli-
cationibus notis Arithmeticis indicatur , nativa
magnitudine delineatum eft j Animalcula vero
quorum figuris numeri 1. 2. 3. Scc. apponun-
tur, auita per microfcopium magnitudine depista
funt: quamvis tamen nonnulla etiam, quo-
ruin figurae charaSleribus 1. 2. 3. notantur,
ad
die van bet gemeene Dag-Kapclletie a f beeiden en be-
fiebryven. En voorts fial ik in de vierde alle de
veranderingen van de Mufca Afilus aanviyfien,en uyt
beeiden, met verficheyde andere tujfiengevoegde Hißorien
meer. Die den een den anderen niet alleen
verligbten Julien, en de'vier Orderen der veranderingen
in de natuur klaarelyk en onderfcheydent-
lyk doen kennen: maar boven al, fioo fiullen Jy ons
de Almagtige Wysbeid GODS, en fyne verborgene
Wonderen ten toon ft eilen; en ons bejbnderlyk en
kragtig leeren, om hem alleen te vreefien en te bemin-
nen; bet vielk bet eenig eynde myner oogmerken is ,
in alle deefie natuurelyke veranderingen.
Maar op dat ik nu klaar ende dißinft de Orderen
van veranderingen, ontrent de Luys, de Perla, bet
Nagt-Kappelletie, en de Vlieg, Jbu voorftellen, en
haare verviijfielingen te netter vertoonen ; als 00k de
overeenkomingen van de eene Order der veranderingen
met de anderen, en bet ondirjebeyt tujficben
die alle te fiamen; Joo ß , dat ik in alle de vyfiuy tieggingen
baarer ftguuren bet ficlve getal, en defelve regel,
geduurig fial onderhouden. En dat niet tegen-
ftaande dat bet fielve niet alle fins nodig is om te doen
ontrent alle de afibeeldingen der verviijfielingen , en
de aangroeyingen der leedemaaten, die in deeje Dierkens
aartmerkelyk Jyn. Als by voorbeelt in die
van de Luys, die alleen maar grooter viort: dan na-
dentaal u y ontrent de Perla, en de vordere Dierkens,
devielke viy a f beeiden, v y fo f f i s onderficheydelyke
veranderingen bemerken, eerjy tot haar volmaakten
ou der dom komen, en bequaam tot de Voortteeling geworden
fyn: Joo iß , dat vie gedviongen Jyngevieefi,
bet fielve ontrent de Luys, Orders kalve, meede te
doen: betvielk viy dan vordere ontrent de Vorfchep
en de Bloem, om de vergelyking Joo veel netter te
maaken, meede viaargenomen bebben.
Maar ontrent de andere particulière ondervindin-
gen van de Byen, en fioo voorts, bebben viy dat niet
gedaan; fioo om dat viy aldaar de Anatomie byge-
voeght bebben, als 00k om dat de voorgeßelde Orderen
genoeghfiaam Jyn, om tot eett algemeene regel te
dienen, viaar na alle de veranderingen der InfeLien,
die in de natuur Jyn ,kunnen getoetß en geexamineert
worden.
Eyndelyk bebben wy al bet gene, dat we in de Verklarungen
der figuuren met cyfer-rtommers aanwy-
fien, levensgroot is getekent ; en de Dierkens, de-
welke by de Figuuren 1 , 2,3* en Joo voorts aange-
1liefen worden ; defilve fiyn door een vergrootglas af-
gebeelt: bebalven nogtans, dat daar 00k eenige door
de figuuren 1 , 2, en 3, aangeweefien worden, die
R nea
; ‘i- ■ ■
i ü
B f
I