EpigcneGn fieri dicimus ; finfim nemfe, partem ” gint vtmeenDee! gelyk vaneen ttorfprmk i ende dom
poftpartem.-eßqueißbaecprat altera, proprie dilla
generatiò.
Priori modo fit Infifforum generatiò, ubi Vermis
per Metamòrphoiin ex Ovo nalcitur ; vel ex materia
putrefcente ( bumido-ficcefeente, vel ficco-bu-
99 middel derfelve (ho morden de vordere leedemaaten
99 verkreegen: Ende deefie Dieren Jeggen wy te worden
door toevoeging, o f toedoening van deelen (Epi-
99 genefis ) ellenkskens, werdende namelyk bet eens
99 deel naa bet ander; ende dit is eygentlyk geboorte,
j ofie telinge, als bet eene deel eer is als 9t andere.
55 Op de eerfie wyfe gefihiet de teeling van de
bloct ontbeerende Dieren, alwaar de Wurm door
99 Vervorming ( Metamorphofis ) uyt een Ey geboo-
” ren wert; ofte uyt een verrottende o f vergaande
55 fioffe (een vogtigbeid opdr00gende ofie eenigedroo-
ge fahe vervogtigende) worden de beginfeien voort-.
geteelt, uyt welke (gelyk uyt een Rupfe totyo/ko-
99 men grootte vermeerdert finde, ofte uyt een Gul-
de-popken) door vervorming een Cappelleken, of
” Vlieg, met volkomen groote gebooren werd, bet
99 welke van f in eerfie oorfpronk niet bet geringße
grooter werd. Maar de volmaakter Dieren, die
bloet hebben, die worden gebooren door eentoefitting,
ofbydoening van deelen, (Epigenefis), ende nae
99 datfe gebooren Jyn worden f e grooter, ende geraa-
” ken tot haar vollen ouderdom, ofte anders tot haar
99 befie levens kragbt. In de bloet-ontbeerende Die-
99 ren fichynt bet geval geweldig de voortteeling te
99 bevorderen; in de felve wort de gedaante gebooren
99 uyt kragt van de voorwefendefio Je , ende de eerfie
” oorfaak van de teeling is meer de fioffe, als bet
mefiente) primordi a procrcantur, e quibus (tan quam
ex Eruca ad perfeffam magnitudinem auffa, vel ex
Aurelio) per MetamorphofinPapilio vel Mufca o-
ritur jufia magnitudine , nec a primo ortu quid*-
quam auétior fit. Perfeffiora autem Ammalia fan-
guinea, per Epigenefin, five partium fuperadditio-
nem fiunt ; ac poftquam nata fu n t , adolefcunt &
ad ctKfAr.v per ting unt. In illis cafus leu fortuna
videtur maximegenerationem promovere, in quibus
forma oritur ex potentia mat crine praeexfientis,
caujfaque prima generationis efi materia potius, quam
ejficiens externum ; ande etiam Ammalia baec imper-
fe ff iora funt, & genus fuum minus fervantia , mi-
nufque perpetua, quam Janguinea terrefiria vel a-
qu at ilia, quae ab univoco principio (nempe ab
eadem lpecie ) aeternitatem confequuntur : hu-
jufque rei caujfam primàm Naturae & Virtuti vege-
tativae ajfignamus.
Quaedam igitnr Ammalia fua fponte nafiuntur
ex materia fponte vel cafit concoffa; ut Ariftoteles
Metaph. L . v i i . c. 9. videtur offer ere. Quorum fi:,
materia potefi a f i ipfi moveri,eo motti a cafu, quo f i rnen
movet in generatione altor um animalium. Idem-
que ingenerottone animalium contingit, quod in arte;
quaedam enim ab arte fiunt, at que eadem a cafu
^ ut finitas: quaedam nunquam fine arte, ut do-
mus.
werkende uytwendige; waarom 00k deefi Dieren
99 onvolmaakter f i n , ende haar geflagt minder on-
derboudende, ende minder duurende ofie beftandig
99 blyvende, als de bloet-ryke, aard-of water Dieren,
” dewelkevan een eennamig begintfel (naamentlyk
99 van defelve gemeene gedaante) haare eeuwigheid,
99 ofte haare altyt-duurende onderbouding verkrygen
99 ende deefer faake eerfie oorfaak fihryven wy toe
99 de natuur, ende de groeiende kragt.
99 Eenige Dieren dangroeien van haar fielven, uyt
een fioffe die van felven, ofie door 9t geval, bereit
99 is,gelyk Ariftotelesficbynt te willen fieggen. Wel-
f k ers fioffe namentlyk van haar felve kan be-
99 weegt werden, door die beweeging van 9t ge-
99 val, door welke bet fiaat beweegt in de teeling
»’ der andere Dieren. Het felve gebeurt in de tee-
99 ling der Dieren, dat in de kunßgebeurt: eenige fin
99 door de kunft, ende defelfde 00k van 9t gevalt als
99 degefontheid: eenige f in nooit findet kunß, als
99 een huys.
99 De Beyen, de Hör fielen, Capelle kens, ende alle
P9 die uyt een Rupfe ¡door gedaante-vervorming geteelt
55 werden, die worden by geval geboorne, ende haar
99 geflagt niet onderboudende Dieren gefegt: maar
Apes, Crabrones ,Papiliones& quae c un que ex E-
ruca per Metamorphofin generantur, caftt orta
ideoque genus fium baud firvantia die untar: Leo
vero, aut Gallus , nunquam cafu, aut fponte ; fed
tanquam a natura, five ogificc facúltate divinio-v* sen Leeuwfijte Haan fite en worden nooit door geval
re ' I ¡fl
re ex fiunt; èrpottus , quod fpecie ftbifìntile gène*
rety quam quod materiata Juppeditet idoneatn, re-
qulrunt.
In generatione per Metamorphofin quafi figlilo
impreìlò vel proplaimate concinnata finguntur,
materia f i . iota transformata. Animai autem, quod
per Epigenefin procreatur, materiam flmut attrahit,
parat, concoquit, & eadem utitur : Jormatur ftmul
& angetnr. In illis, plafiica vis eandem fimilarem
materiam fecat y f i ffamque difponit, & in membra
redigit ; facitque ex fimilari materia, diffimila-
rem ; five ex fubjeffà materia fimilari , organa,
dijfimilaria. In bis vero, dum partes alias, ali-
Serque àifpofitas ordine procreai ; aliam quoque,
atque alìter difpofitam materiam requirit, ac jacìt
bis nempe vel illis partibus generandis magis ido-
Ha&enus Harveus: Vèrum quotverba, tòt fere
errores in hàcÈjus diiferta'tione feie òfièrunt.
Unds vel tanto magis miramur, Virum, in Ar-
canorum Naturae inveiligatione exercitatiffi-
sttum, tarn graves potuiilè errores committerè in
illis ipfis etiam rebus, quas fola duntàxàt per ex-
periiìierttà àddifcerè licet. Quemadmodiim enim
diligetìtia Éjus, quam inqùirendae veritàti nava-
vit jinimitabilis fane fuit, atque a nobis non fo-
lum, fed ab univerfo quoque mbe, aeternas exi-
git gratiasj ita & omni laude fuperior eli candidus
Ejus animus,avoluntatc qùempiam decipiendi re-
nlotiflìmus : quum in praefatione mox laudàri fui
libri p'erquam ingenue fic loquatur. Quapropter
f cordate teff or) nolo mìhi, de Generatione Animai
ium fcribenti, quicquam credas : ipfis oculos
tucs mihi tefles & ju dices appello. Quoniam enim
fcìctitia omnisperfeffa, its principiis innititur, quae
ex feìtfu compértis originem ducùnt, fingulari cura
enitenàum, ut perfrequent es Animalium diffeffiones,
eadem pcrfpeffa Ò1 exploràta habeasficus fi feceris,
opinionetn quidem tumid am & fluffuantem acquires,
folidam autetn certamque fiientiam non affeque-
ris.
Caèterum hàud animus nobis efi:, omnia nunc
ab Harveo allerta, feoriim lìngula, refutarejfiqui-
uertj per evi<jentifiimas, quas ante propofuimus
veri-
” ofte van fe lfs ; maar f i fin van de natuur als
;an een werkelyk Goddelyk vermoogen, ende f i
99 vereyffebvn eerder iets 9dan door gedaante fig gely-
ken teelt, als dat een bequamefioffe verfebafi.
99 ln de teeling door gedaante-vervorming ( Me-
55 tamorphofis) fio wort de Dieren een geftalte-
99 nisgegeven, gelyk als door een ingedrukt zegel*
99 merk, ofie toebeyeit voorvormfil; de gebeele ge-
99 daante namentlyk verändertfijnde. Maar betDier,
99 dat door toedoening van deelen (Epigenefis) wort
99 voortgeteelt, dat trekt de fioffe te gelyk tot ßg ,
” bet bereit die, ende bet gebruykt1defelve: bet krygt
9 gedaante te gelyk ende bet vermeerdert. In de Die-
” ren die haar gedaapte veränderen, daar befhyt o f
deelt de vorm-kragt de felve gelykaartigefioffe, en-
99 de die gedeelt hebbende fib ik fi in order , ende
bereitfetot Leedemaaten; ende maakt uyt een ge-
ly kefioffe een ongelyke, ofte uyt een gelykaartige
onderworpene fioffe verfchillende werktuygen.
Maar in die Dieren, die doOrtoefitting ofie aangroe-
99 ing van deelen gebooren werden, als de vormkragt
99 andere deelen, ende anders tfamen-gcßelt inet or-
99 der voortbrengt; fio vereyfife ende maakt 00k een
andere, ende anders gefiel de fioffe, tot deefi ofie die
99 deelen te teelen meer bequaam.
Dus verre Harveus; maar fio veel woorden, fio
veel onwaafbeden bykans, werdender in deefi rede*
nering van hem gevonden: waarom wy ons te meer
verwonderen, dat een man, fb doorervaren in de na-
tuurelyke geheimeniffen, fio groffelyk heeft kunneti
dwaalen, ende dat filfs ontrent faaken die alleen
maar door de ondervindmg kunnen bekent werden•
Dan gelyk by als onnavolgelyk geweeft is in den ar-
beit dien by heeft aangewent, om de waarbeit te be-
reiken, ende waar voor niet alleen wy, maar de gebeele
weerelt felfs,. hem een eeuwige dankbaarbeit
fibuldig is; fio is by 00k onvolpryfelyk daar in datby
niemant wil mifleyden; feggende feer eedelmoedig in
Jyn voorreeden van Jyn aangetoogen boek. Quapropter
(cordatele£tor) nolo mihi, de Genera-
tione Animalium icribenti, quicquam credas; ipfos
oculos tuos mihi telles & judices appello. Quoniam
enim icientia omnis perfe£ta iis principiis
innititur, quae ex fenfu compertis originem
ducunt j fingulari cura enitendum, ut per frequentes
animalium dilTe£fciones, eadem perfpe&a
3c explorata habeas, fecus fi feceris, opinionem
quidem tümidam 3c fiu&uantem acquires, fo-
lidam autem certamque feientiam non alieque-
ris.
Vordere gelyk nu. ons voorneemen niet en is j alles
in 9t befonder, wat Harveus voorfielt ,tewederleggen;
als bet felve door baarblykelyke waarheeden,
G z dt«