I I M
k l
[ 4 : ifi':.
H
R A R I T E I T - K A M E R . II E o e L sr
X V I I . HOOF TDE E L .
Odoratus : Sche<CheÌet : Vnam,
ler zullen wy nu in 't byzonder befchryven wat voor dingenonder den Vn- Unguis
Odoratus verilaan , en van wat voor hoorntjes dezelve genomenwor-mu^s^i..
den.
Vnguis Odoratus, is een dekzel, in de gedaante van een hooren,
of van een klauw zonder eenige mooijigheit, van koleur donker hoonig verwig, of
als donkere harpuys, waar mede zommige hoorntjes hunnenmond Iluiten. l^eOuden^^J^^^i.
hebben ze alleenlyk gehaalt uit de Purperflekken ; maar wy zullen hier vertoonenver-,^./.,
fcheiden hoorentjes, die dezelve uitgeeven, gelykalledevoorgaandeMMrii-ejzyn, en
hier na noch eenige volgen zullen"onder de rar^ißej -enßaf f iwa. Deze^«^«Ìjheetook
Onyx Marina, en is door geheel Indien een bekent reukwerk . zynde de Bafis of 't
voornaamile onder alle reukwerken , {Thymiamata) te weeten , die men op koolen^,H|irookt,
ofwaarmedemen/ir/ÄM/fir?, gelyk de Ä is onder de pillen ; zyheeft aan^^«'^'-
zieh zelven geen aangenaamen reuk, maar in grove ftukjes gebroken en op koolen gelegt,
riekt ze eerft als gebraade Garneelen , maar irekt terllond naar Bernfteen , of,
ZOO Ttiofcorides wil, naar Caßoreum ; zoo dat ze alleen gerockt geen groote Sieflykheit
heeft, maar onder ander reukwerk gemengt, geeft dezelve, om zoo tefpreeken,
zyne mannelyke kracht, en duirzaamheit ; want om dat meeft alle reukwerken ht~ßoffe»gi.
ftaan uit zoodanige houten ; refmen , en zappen, dieeenzoete, bloemachtigeof geilen
reuk hebben , zoo moet men den Zee-nagel daar onder mengen , om ze krachtig en
duurzaam te maaken. Men kan dieshalven dezen Vnguis vergelyken met een Bas in de Geiyk'»'".
Muzyk, die alleen gehoort geene bevalligheidheeft, maar onder andere ilemmen gemengt,
een zoet akkoord maakt, en dezelve ilaande houd : van deze heb ik de volgende
foorten befchreven»
I. Önyx majorfive taurina, is de grootfte en bekendile van allen, zynde hetdekzel^O'^wr/i«
wxi Murex majory in't voorgaande hoofcdeel befchreven, zoo grootalseenRyxdaalYi/;«««.
der min en meer , ook van dezelve dikte , uit den ronden aan de twee hoeken wat
fpits toeloopende; buiten vuil grauw, met eenige ribbenofvooren; debinnenzydeis
aan den eenenkant dik, rond en effen; het overige is laager, dunner, en met veele
kringen door malkander loopende gekrult, van verwe als donker harpuys.
Die van Onin en N.ova Guinea komen, zyn de grootfte en dikfte , maar veele daar WdUde
onder hebben een brandigen reuk, 't welk ontftaat, om dat de Wilden de hoorensop^ji^"-^'
koolen braaden, om het vleefch daar uit te eeten. DezenOw^'Arkomt welovereenmet
het geen men in Apotheeken Blatta Byzantia, in 't nieuwe Griefch Blattion Byzan- u'ordiK
tion noemt , het welk wil zeggen, een blad van Byza, eertyds een ftad in Africa ge- By'zfmU
legen, waarvan daan men miilchien dit reukwerk bragt, en niet van Byzifitiim, 'twefii^^
Conßantinofel is. Onzen ^nam is ook wat bochtig of innewaarts gekromt als de klauw
van een groot dier ; hy is de gebruikelykfte onder alle reukwerken , men ftoot hem
niet fyn, maar alleenlyk in grove fchilfertjes of brokjes , om zynen goeden reuk
verfpreiden , moet hy langzaam op de koolen fmelten > en niet haaftig verbranden iwor^i».
men mengt hem onder droog reukwerk Afiangi, ook inzonderheit onder de Makkafferfche
^Bupa ^ op zyn plaats befchreven; ook heeft hy noch eenig medicinaal gebruikt,
behalven datmenindeEuropifcheboekenvind ; wantde Inlandfche Meeftreflen^L^' ?
wryven daar van een weinig op eenen fteen, en geeven ditte drinkentegens'tkolyk en'"^
buikpyn ; als mede gebruilcen ze den rock daar van tegens de moeder ziekte, doch als
dan moet men ze wat hard braaden.
I I . Onyx fecunday is het dekzel van de volgende Purpura , omtrent een halve vin- ^
foort.
ger