B L A D-W Y S E R.
j '
Auris marina. 121. 184.
— Haar verfcheide hcnaming. 121.
— Hier van verfcheide foorten. ' ib.
•— IJ^aar de vier defoort gevonden word.
ib.
d''Auteur tot een Medeìid van d''Acade-
• mie Curiof! in Duitfchìand aangenomen.
65-
Avicula. 152. 191.
•— T-^ciar ze gevonden word. ib.
— Verdeeh in roo de en zwar te. 152.
XyAardnypí
XJ Tintivtnifir
B.
Jers. Zie Vulfelk.
^Baartmannetjes. Zie Buccinum pilofìim
primum f craiÌLim.
Balani. N. Ekekn, Piiißen^ 121.
184.
— Croci jen onder aan de fchepen. ib.
— Ook aan de kìippen. 122.
— pyaaroìH Tulpen genaamt. 121. I22.
— Een opmerking ivegens haar ann-
• groeijen mngewefen. 122.
— By de Chinezen tot- fpyze gebruikt.
ib.
___ Ook by htm tot kandeìaars voor d'
Afgoden gebruikt. ib.
— Hoe gezoitten en bewaart worden.
ib.
™ In verfcheide foorten verdeeh. ib.
— Keden van haar benaming in Maleitfch
en in Chineefch. ib.
Bandafihe Pimpeìtjes. 82.
Batappa, wat het zy befchreven. 232.
— Tl-''anr het zeìvc verriebt vjord. ib.
— Bygeloof daar omirent. ib.
Batu Poean van ' í Eiland Oma befchreven.
Zie Marga. 221.
Beddekens. 84.
J^orden zeìden gevonden. ib.
Bernflecn-Oeflers. Zie Oftreum electrinum.
Beurskrabbc. Cancer crumenatus. 7.
— J^aar dezelve gevonden word. ib. 8.
— Zoekt by donker e maan haar kofl. 7.
— Is gevaarlyk om te eeten, hoe echter
bequaam gemaakt. ib. 8.
— Haar flerkte, en hoe zy krachteloos
geinaakt word. 7.
— Een zeidzaam voorval van een Beiirskrabbe
met een Geit. ib,
— Haar verfcheide benaming. 8.
— Haar fpys aangewefen. ib.
— Hoe ze gevange7i word. ib.
— Hoe ze gevoedt en in leven behonden
word. ib.
— Haar waarde by de Chinezen. 8.
— Verfcheidegevoeìens van haar voort-
• teeling, doch verworpen ; waar van
de reden aangeivezen. ib.
— Haar eyeren van den Schryver gezien^
en zyn oordeel daar over. ib.
— Door Rochefort befchreven. 9.
— J^aarom Don Diego in volle harrias
genaamt. ib.
Bezaantje. Zie Epidromis.
Bezoar : Culiga kaka. 301.
— In twee foorten verdeelt. ~ ib.
— Keden van zyn benaming. ib.
— Htm benaming in verfcheide taalen.
ib.
— pFaar en hoe ze groeijen. ib.
— 'f Gevoelen der Inlanders daar over.
ib.
— y an d^ Inlanders j Aapeßeenen genaamt.
ib.
— Hun waarde waar door vermindert.
ib.
— Froef of hy oprecht is. ib. 302.
— Hoe van de Sinezen vervalfcht. 302.
— Hun iväarde. ib.
— By de Chinezen hoe tot geneesmiddclen
gebruikt. ib.
— Hoe van d'onze gebruikt zvord. ib.
— Gevoelen van den Chinees Zeuquiiis
van den zelven. ib. 303.
Bia Garu. 12Ó.
— De Stukken daar van ver ander enin
fieen. 132.
— Proef om te zien , of ze ßeen of
ìnaar verfleent zyn. ib.
— Haar Tendo befchreven. ib.
— PT^at van deze Schulp by de Radjos
en Makkajfaren gegeeten word. ib.
— J^erhaal van een 'lichtenden Steen in
een Bia garu gezien. ib. 133.
— Aanmerkinge ofntrent Bia garu ;
hoe ze in eene ongemeene grootte gevonden
zyn. 133.
— Hier lût van d"^ Inlanders ^ Armringen
gemaakt. ib,
— Haar
B L A D -W Y S E R.
Haar groote kracht. , ib. Ilarpago. ^
- l^aar ze gevonden worden. ib. Borßfiukies. Zte Thoracia.
Boterweg. Meta Butyri. 102.
— J^ord zelden gevonden. ib.
— Hier van een tweede foort, ib.
T^-^at daar van by de Makhijfaren
tot fpyze gebruikt word. ib.
BiaKatsjo.
Hoe en ivaar ze gevonden word.
Hiervan verfcheide foorten.
Lyßjes genaamt.
Boatana. McKtites.
Bocaiìàn of Bacaiîàn befchreven.
— I4^aar toe gebruikt word.
yerdeelt in witteenzwarte.
— Hoe de witte toebereidt word.
Hoe bevoaart word.
• iVaar toe gebruikt word.
150.
— Reden van haar benaming. ib.
Bia PiiTou behoort onder de Solanas bivalvii,
iJo.
Bia Sabandar , of kleine Bontemantel.
143-
Bilktjes. 143-189-
— Hier van een ander foort.
- -pyaar ze'gevonden worden. ib.
Blaasjes. Zie Bulla.
Blauwdroppen. 120.
Blauwruggen. n8.182.
118.
ib.
146.
ib.
ib.
ib.
ib. 147.
146.
Toebereiding van de zwarte Bocaffan,
ib. 147^
-^-Van de Chinezen en Maleij er s meeß
gezocht.
-- By het Romeinfihe Gamm vergeleken.
147-
Bloedi^e en vuurige Zeeroode Lappen.
Zie Foetus Cancrorum.
B—o eBreenhmoourzty k.o nder de Volutoe. ib.
Jyp''aar dezelve gevonden word. ib.
Boerepons, ivat het zy.
Bokkefleen in eenBokkenblaas tot Cracau
gevonden. 297.
Bolatsjang , wat het zy , en waar mt
gemaakt.
Bolus ruber, Marga.
Bontemantel. Zie Pcden pnmus l- vulgaris.
Boomfieentjes. Zie Achates.
• Boorworm. Zie Solen lignorum.
Bootshaak ook Duivelsklauwgenaamt.
112.
— Is een foort van Krabben, ib. Zie
•^wegje van Boero. 107.
Bozios. Zie Buccinum ipirale.
Brandvlekjes.ZieT\iot2.cmmoc\i\2XVim.
BraßlifcheTo^Wüs. Zie-Vih Porcorum.
Breedlip. Zie Alata lata.
Buccina Aruana. 93.173;
— JVaar dezelve gevonden vjorden. 93.
— Zyn de grootße van Buccina, ib.
— pVorden onder de beßc Onyxgerekent.
94 -
Buccina mhero{k.N^Geknobbelde Kinkhorens.
m-
— Pleftor genaamt^ 95".
... PVorden zelden gevonden. ib.
Buccina tuberofa rufa. N. Rood geknobbelde
Kinkhorens. 95.173.
— Der Indiaanen bygeloof omtrent dezelve.
'' ib.
— Op d^ OoßkußvanCelebes, Hunka
genaamt. 173.
— TVaarom Ajax genaamt. 95.173.
Buccinum: Bia Trompet, 93-173-
In verfcheide foorten verdeelt. ib.
Buccinum Tritonis. 94.173.
— Haar verfcheide benaming,- ib.
— Hoe gezuivert word. 94.
—• Haar waarde. ib.
— pyaar zy haar onthouden. ib,
— Haar horens waar toe gebruikt. ib.
— H^aarom Kinkhorens genaamt, hoe ^
wel van den Scbryver tegengefproken.
ib. 173.
— Zw eeten by regenachtig weder. 94:
— Hoe men dezelve lang goed behou^
den kan. ib. 95":
Buccinum piloilim pi-imum , f crafiilim.
95. 1 74.
— Haarige DikUpjes of Baartmannetjes
genaamt. ib.
— Hier van 2foorten aangeweefen. 96.
— Zyn verfcheiden van gedaanten ib.
Buccinum piloium tènue. ib. 174.
Buccinum granulatum.planum.97.174.
Rotun idum.
Buccinum aculeatum,
— Undofum.
X X
ib.
ib.
ib.
^^-Hicr
: I