Vcrhaal
Donderßee
»,ii;aar
gemaakt
luierdcn.
2 1 4 D' A M B O I N S C H E '
tleugend enonordcntlyk werklluk revervaardigen,inzonderheitdc voornoemdcuit-
Itekcndc äderen, die doch tot de volmaakcheid of mooijigheid van 't werktuig niet
mec a! doen, daar 't werktuig zeUs zoo onordentelyk, vol kuilen en bogten was: Daarenboven
was'erbyhun en hunne voorouders geen geheugenis, dac by hun dcrgely.
Inli'"""^^^ wanfchiklyke wcrküukken noch van koper noch vanyfer gemaakt waren; omnu
wrl/Jo'o' te keuren van wac fubllsncie die Koperfchopje was, devvylik dikwilsgehoorthadde,
'^tfffjdir^^^ het roceile metaal door den Donder afgeilagen, ongefmedigofbrokkeligwasaoo
ik van de bovenkant des lleelsicnfmalriempje laten afzaagenen'tzelvefmceden,
w . 'c welk ons ten tweedemaai met byvoeginge van eenig Borax gelukte, wordende ecti
vierkantig ilaaf^e, 4dwarsvingers lang en een £chat dik: Ik liet ookeenander Itaafje
van gemcenrood koper en van dezelvegroot temaken; hier aan bevondcn wy eerll;
eenig onderfcheid in de koleur, lynde't Donder-koper blecker en geelder dan 't gc.
ineene, aan gewige verfchilden ze nietveel, behalven dachet Donder-koper omtrent
een Iluiverzwaarder woeg, maar 't meeite onderfcheid bcltont in den klank,deu'elkc
in 't Donder-koper veel fynderen heldcrder was, dan aan't gemeene, den klank vnn
't gout nader körnende, weshalven wy oordeelden, dac'ergout moellconderfchui.
len, gclyk het ook met Spirites Sa^is beltreeken zoozwartniec uitüoeg als't gemeene.
Ken myner knechten geboortig tot Loeio oiloloebo , een Landichap gelege in de
groote Zuid-bocht van Celebes, verhaalde my, dat in 't zelve Land een rivier zy,
roodachtig water voerende 5 en afkomende van een gebergce, daaryferen koper valt;
längs dezen rivier zeide hy met zyn Oom gerciil te hebben , en körnende aaa een
plaacs, daar zywiilen, dat de Donder tevooren gellagenhad,vondenzeeenfchuinfe
fcheur ofgroeve in d'aarde, daarzenaar groeven, eneendonderichopje, tennaailen
by met het voorgaande overeenkomende, -zyn Oom liet het zelvei'melien, zonder.
daar iets by te doen, en maakt'er ringen van , die hy aan den voorilen vinger
droeg om gclukkig in den oorlog te zyn.
Een Amboinfch burger geboortig van M^^i j/ar vcrhaalt, dal hy verfcheide don-
^erkylen in zyn l and gezien heeft van een metaalachtige fubllantie, van 't bovenge.
""vL^er. noemde Schopje merkelyk verfchillende, te weeten, de lubllantie, gelykt zomtyds
it^ligtn klqkfpys of zoodaanig metaal, waar van men de gellukkcn giet, zommige van
ßiat. yfer, zommige van yfer en koper gemengt: ¿ y hadden de gedaante niet van een fehopje
maar van een wiggeofkyl , evenwel bovenintweeoorengefpleeten: Alleswasbrok-
. kel ig, en liet zieh niet gicten, ten waare men ruim de helft gont daar onder deede.
Hier tegen verhaalt zekeren binees Soon op Makkaffar w 00 nacht ig , dac hy meer
J ^ S r ^^^^^ donderfchopjes gezien hadde van dezelve fubÜantieenfaizoenals 'tmyne; onvoorvalle
» der anderen haddc de donder eens geilagendoor een groote Waringe-boom, eercyds
i'ev.fist. voor het Konings-huis op ßowzwa/öitaande, daar men vermoede, dac de voorige Koningen
hunne fchatten begraven hadden: Raäja Palacca liet op dien plaats zoeken,
na dat de boom omgekap was, daarhy een deel van den fchat vondrevens een zoodaanig
Schopje, 't welk hyaan deNederlandfche Pr«fidenctoonde, om hemteovertuigen,,
dat zoodanige dingen met den donder afgeflagen wierden: Geraeide Radja
wilde het iaat.en fmelten om een beilag tot zyn kiisdaar van temaken, maar het wilde
niet vlieten tot een klomp , hoe men het ook maakte: Hy had 'er noch verfcheide
andere gezien,zommige roodzommigegeel van verfchiidegcdaanten, en dat meelt
alle donderkylen op Makkaffar neervallende of metaalachtig of met metaal gemengt
ßop."" waaren, gelyk hy ookop5ii'X"i eenzulk Schopje gezien hadden omtrent de Stad Dernack
door den donder afgeflagen; Gemeide RadjaPalacca, zynde cen flout Krygsman,
wiens dappcrheid in den Javaanfchen oorlog genoegzaam gebleekeni^, draagc
(ZOG men my berigt) geduurig aan zyn lyf eenzulk donder-fchopje, wanneer hy in
den Oorlogis, en men weet niet, dac hy ooit gequetitis, hoewel hyin'tgezigr van
onze duicfche Officiersveeleilouteaanvallenop den Vyand gedaan heeft, ophunnaiivallendehalfgekleedt,
en liegts gewapent met een fchildeken , zabel en toraanin
de
R A R I T E I T - K A M E R . III Bock; 21 5
de hand • Diergelyks hoorde ik van de Tambokfche Gefanten in hunnen oorlog met
die van Boir-io;i gevoert, doch dewyl daar onder fchyn van eigen roem liep, hebik 'C
zelve hier niet mögen aanhaalen.
Noch heb ikeen klontje metaal gekregen omtrent een once zwaar, vanbuiten zwart,
vuilen volkuilen, binnenroodachcigalskoper, zynde een gedeeltevaii een ftuk door
den donder opToioli afgellaagen, o-^Celebes Noord-Well-hoekgelegen; dithebiky^TC
ook met Borax laaten fmelten. maar bevond het ganfch ongefmeedig, hoewel het tot
driemaal hergoten wierd, krygendevaniederhamerflageenboril; doch van'c zelve^r;.
iluk heb ik een gekartelde ring , die mec byvoeginge van de helft gout gemaakt is.
Het buvenbefchreeveSchopjein'tjaar i68t. onder myneandere Rariteitengezonden
aan Cofmus de derde groote Hartog van Tofcanen.
By de letcer B. is de Donderlleen van Bangay, en is dezelve met die by letter B.
in 't voorgaande Hooftdeel is aangetekent. ^^ ^
X. In't voornoemde jaar 1679. heb ik bemächtigt het tweede Schopje van dezel.,,-/^'
ve Tamboecaanfche Gefanten: Dit was wat kleinder dan 't eeriie, 't was van voran ^'-«jL.^
niet Vierkant, m a a r rond meteenfcherpefnee , enzoohard, datmenqualykietsdaar
vanfchrabben konde: Zynfubllantie wasnochbleekgeeler, ookmetverfcheideplekken
en kuiltjes, die zieh niet glad lieten fchuuren, waar uit men bemerkte, dac het een
gemengt metaal was, van de lleel liepen ook ter wederzyden twee kromme enver^^^Jf/;
hevene äderen zikkels wyze naar de kanten toe; de lleelwasuitdenronden watplat
gedruktmet eenige äderen, en van binnen hol , en daarinüak eenftukhout, 'twelky^K«^»
de verkopers my niet wiiten te zeggen , hoe het daar in quam i zy vermaeden cgter
dat iemand hunner Koningen een Iteel daar in moel l gemaakt hebben om in de hand te
draagen, 't welk ook waarichynlykwas, want het ßukjeui tgehaal t bevond mengoed
Ciaten-hoixt te z yn, mec een mes gefnedenennaardeholligheid gefchikc: De verkopers
zeiden, dac de donder het door den kop van eenOsindeaardehaddegeflagen,
en woog omtrent 8 onfen, b r e e d zynde ruim een hand, enhaltrondtoelopendegelyk
een halve maan: Delleelhadooktweetuitenofknoopenbyiederfcherpekant.
3. HetderdeSchopjehebikgekregenin'cjaartöSj.medevanrdW^orfö, engekogt
voor 6 Ryxdaalders. Dit was grooter en zwaarder dandebeidevoorfchreevene , an-r^^^i
ders van 't zelve fatzoen, voor rondachcig met diergelykeverheveneadersnvanden
üeel atkomende ,en naar de kanten loopende: Defubftantie verfchilde wat van de voor-'
gaande, want zy geleek beter naar klokfpys dan naar k ope r , en aan de kanten waaren
eenige hockenuicgeÜoten, opdevlakte waaren zwartachtigeplekken, en'trookiterk
alskoperi het is gevonden op Boiißra, 4 mylen bezuidenr^Äi^öf^ögelegen,ineea
harde üeenachtige grond, door den donder vry diep ingeflagen: Dit Schopje is in w «
't zelve jaar gezonden onder andere Rariteiten aan den Heer Chrißiaan Mentt^eliiis
Cheurvorftelyke RaadenLyf-Medicustot Berlin.
4. Dit was het kieinile Schopje van al len, 2, vingers breed en z leeden lang, met_een
natuurlyk gat aan d'eene zyde vandenfteel , diezeerplatengedruktenholwas, met ^«^«/jJr.
fcherpe kanten aan de zyden, hebbende aan ieder zyde maar een aderof r ibbe: Het^^g^^g
voorfce Hep uic den rondenplattoe, redeiyk Icherp. doch met een uitgeftotenhoek;
De fubftantie was gemengt van koper, f t welk zoo hoogtoetfte als g o u t ) en van yzervlekken.
Het is door de AlphoerezenagterTÄ^iöffögevonden, doordendonder
geflagen in den palmyt van een Calappus-boom, wiensgeheelenkruinde bhxemverzengt
had: Drie eigenaars na malkander hadden het aanhun kriffen gedragen, waardoor
't ZOO glad en zmeerig was, dat het geverniftfcheen.
Van het monareufe iluk koper ot klokfpys, hebbende de gedaante van eenwiel ^
door een onweer op Ba/y neergeworpen, xiebovenin't VII. Hooftdeel, handelen-vn.«»./.
de van't metaal Gi^ßJ. De rede
In't voorgaande Hooftdeel is gefegt, dat alle deze Heidenfche en Moorfche Inlanders
den donder de gedaante van een Stier ofPaätde-koptoefchryven, endaC onder
ande-
2/i
«s in 't
, [ 1