iboiii-
Zie
A
di pliai
I.Vii.i
lettor H
tOOM,
3 3 2 D' A M B O I N S C H E
L X X X . H O O F T D E E L .
A m i a n t h u s Amb o n i c u s . Batoe Ramboe .
Kn nach van den Amianthus, 't welk onze Apothekers t'onrecht Aluifienplu:
mofum noemen,vind menin Ambon op Leyimor, inzonderheit in de valleye
y der riviere way-hau of Batougantong, by d' oni.e den /i//genaamr, waar
in men geheele klippen vind van dezen baÜaarc Avnanthm, buiten hard en
z w a r r g r a i u v , doch fchilfFerig, en als men 2 of 3 van debuicenüe korilen afneemt,
mthH ^00 vind men den Amianihus^\s gryze haairen, dog vait aan malkander k evende en
i Ä ; met vede zeegroene fchilfferen op malkanderenleggende, dewelke beter hec U u m
- - ge l y k e n , v v a a r v o o r h y o o k i n £ « r . p a a a n g e z i e n i s ; H y f p l ime r t h g t , z o o w e lmh ^ ^ ^ ^
jes als in fcliubben, dewelke op dehuid een jeuken veroorzaken, gelyk de geilotene
Avuanthiis, ofKrevclkruidpleeät tedoen. Men kanegter met zagt i lypengrooce itukjes
daar van krygen, dewelke uit i lcn zwartgroenen en gryzen mooi blmken, 00k in
d e luclu harder worden: Doch aan den Amboinfchen is hetgryze altyd meef t , endte
veel groen heeft, gelykt metzynefchllfFeren b e t e r n a a r h e t U i t de voornoemsevo^,
ri^je, ^/fenderzelver kind Waynim worden veele zoodanigeltukjes een vinger
: : ^ , ; t « k n 2 e n k l e i n d e r u i t g e d r e v e n , d i e m e n d a n v e i i l r o o i t v I n d l a n g s d e n g c h
'k-^lchap. ^^^^^ , genaamc d eGa l ghoek, daar z e dan eenen langen tyd in d e zon liggende
' de groeni-heic verliezen en uit den g ryzen grauw worden, en zulke kleeverige of aantrekkende
krachten bekomen, dat z e aan natte lippen gehouden vait daar aan kleeven
•en fchier hec velafhaalen, a lsmenzeweder aftrekt ; doch een tyd lang in huis bewaarc
vermindert deze aancrekkende kracht allenkskens : Een weinig van dit kleeven word
•men ookgewaaraandiel lukken, diemenvarfchuirdeklippenkapt, als men z e eenige
daeen in de zonne l egt ; d ewe l k e daarenboven ook eenen aar d a cht igen reuk en fmaak behouden,
enal smenz eme t water op e eneni l e enwr y f t , zoo wordenz e toc een witachtig
oaDie De geheele ftrand van Waynim tot voorby Oud Amhoeffoe heeft verfcheide ri-
L r e i i ; ook zwartachtige klippen, dewelke brokkelig enfchUfferi|, zwartp^^^^
i ü o d v e r w i s z v n . m e d e naar hetZ- f l toaardende,waar i n zommigebmefche bergkenners
myverzekerdenloot tefteeken, ' twel k doormiddelvan ander lootmoeüeuytget
r o k k e n worden, doch het is tot noch toeniet onderzocht. Inde riviere de Oliphant
i l a a n d i e r g e l y k e k l i p p e n , ookbrengtzy voort noch andere Steenen van g roen, brmnen
zwart g c L imc r t . die men ook voor groene marmer zoude aanzien, zoo ze met te
brokkelig waren, ügter vind men zoodanige barde maffive i tukken, dat men kleine
raorcieren en ichaaltjes daar van maken kan.
V Dierselyke klippen van bailaart Amianthus en Idcum heugt my gezien te hebben
Wordia
D u i t t d Duitsland in dat gedeeke vanden b e r g i k ? Ä « y / t welkhet RÄy^^t.«^ uitmaakc,
ü i r en de hoogte (de Hohe) genaamt word, omtrenthet overoudeStamhuys vanC.;^«./-
S . ^ . « , w i e n s v e r v a n e n e m o u r e n m e e l l v a n d e z e n S t e e n g e m a a k ^
heit vertoonen, en vier mylen daar van daan het Kaüeel Konmkiteen; doch alle dez
e houd men voor een aart van Leijen of Schilfferfteen. ^ ^ . . ^
D e Amboinfche Amianlhus heeft mede grote gelykems met d,nLap:s Commrenßs,
in -t Portageefcli Fedra de Cananoor genaamt, by andere voor denL.p.r Amenns ger
^ ' ^ ' ^ h o u d e n dewelke groenachtig is met grys gemengt, doch 't groene is hier aan het
ian^d aadig en fpUnterig, harder dan d' Amboinfche en z o o aardachtign.et
" ^ r e u k , maareen hoornacht igenmctwatergewreeven, t zelve^^^
d e i lukLen zyn donkergvoen, breedfchiliFerig als c^e Ambomf che, -B ^
de dan » « J b e h o o r t te zyn, anders van den zelfrten reak .n Imaak. Deze Stcen
i ^ S - t^rdoorgeheellndienvervoerttoteenigmedi^^^^^^
R A R I T E Y T - K A M E R . II I . B o e k . 33 3
Botaina tegens half zi lverwigt ce betaalen ; een weinig daar van in water gewreeven, wen^ua«-
't welk zachtjes moet gefchieden dat zeniet fplinteren ,en dangedronken, wor d tref-i«')//!'
felyk goed bevondenindekindcrpokken omdezelveuittedryven,alsmededenbrand
in de kobrtzen door.fweeten te b lul îènendenOeryni lerkelyktedr j ven : W y hebben
onder den Amboinfchcn zoodanige Üukken gevonden, diedeCananoorfchezeernaby
kwamen, ook bygebrek van dezelve gebruiktwierdien, byzonderlyk omtever-'^"'"'"»
k o e l c n , hoewel hy Happer werkt . Het isgelooflykjdatheteenkoudeSteenmoetzyn,'^"^'"''"'
die uit de klippen van den/iZ/gekapt word,zyndedckoudileriviervangeheel^wéo/-
na, en de klippen Haan altyd in 't water.
Van Cflwitwoj-komc n o c h een andere Sceen van den voorfchreven niet veel verfchil- Eenander
lende, langdradig, groengeel met mut of g r y z e äderen, mede een witte mel k van zich-iSa^'I
gevendemet watergewreeven, tot onderfcheid vandenvoornoemdenwordhyP^i/rir"'""'''^'
ß-ia, dat i s j K o u d i l c e n genaamt, om dat men hemmeei l gebruikt om teverkoelen in de
k o o r c z e n , en voor de verhicheit der oogen ; hier onder loopen ItukKcn, die zwart groen
z y n met weinig geel, nict langdradig maar breedfchiliferig, beide naar ' tzeggen der
Mallabaaren in een cndenzelfi ien berg groei jende, zoo danig dat f f hec buitenî
l e z y , maar Pedra Cananoor 't binnenite van een klip, \ welk ook waarfchynlyk en
aan den Amboinfchen Amianthus mede zoo te zien is.
Indien Oeagus geenbyzonderSteen zy, den naam hebbende van vieefch trekken -DiCr«.
om dat hy aan de lippe blyft kleeven en quanfuis het vieefch aan z i e h t r ekt , anders by fj^^Sv,
d ' Autheur e n onder de foorten van den MagneetUeen getekent j zoo weet ik geenen
anderen Steen, waar aan die eigenfchap klaarlyker te vinden Vj , dan aan onzen
Amboinfchen Amiaruhus, die een tyd lang op itrand in de zon gelegen heeft.
Wy hebben hier weder de ajbeelding "vari een ßuk Amianthus Miner aal bygevoegt^ daar
in het onderße bruin^ en 'vervolgens de wine ¡ireep, die 'er doorloopt, harde fleen ,
endebovenße adery mei opgaandt ßreepjes aangewezen , de ßof is , daar men zegt
dat het onuerbrandbaar linnen Dan gemaaki v^ord ; alians het laat zig handeien en
plmzenof het zydevare-, zie het op de plaat hVll by ae/eiier H. afgebeelt : Die begeerig
is , om meer i>an diers^elyke té weeien , leeze Kircherus Onder aar dt fche
Waereid, het 2 Hooftßuk in,H "éfie Boek. ^
I L X X X I . H O O F T D E E L ,
L a p i s TanaiTareniis.
r VAi-i Malaccais my gebragt cen Sceen , die menin \ cerlt voor een Bama- La •
W i / o f BloetÜeen zoude aanzien, langdradig als een ituk vermolzemd Tanan'f
hout ,dDg van koleur is hy donke rblauw, met weinige witte ilrecpenj hy S r '
Word gevonden op Tanaßary, in de gedaante van SchilfFerlteen of Ley ''
met water gewreeven verft hy lichtblauw; 't zal buiten twyffeleen hout van zekerenVwr ä ^ -
Ipoomzyn, 'twelkinderivierenaldaarvallende inIteenverändert word: Hyisbevon-^''^'^-
den goet t e z y n tegens den bloedgang, met water gewreeven en ing enomen; Me n v i n d / S t
L\em,.te .koop op Malacca, aldaar aangebragt van Tanaffari; verder kennis heb ik 'er^"-^'
noch niet van, dewyl ik maar een ituk gezien heb omtrent een hand lang en i duim
d i k , 't welk zieh door de midden ligt doorzaagen Het, waar van ik de helft behou- oe^h»
den heb. Tegens den rechten Bamatites gehouden , bevind men dat de Hamatite]
vry wat zwaarder en harder is, aan d' einden root uitüaande, maar daar hy gebezigt Sf^ii:
Word, rgelyk by dezwaartvcgers by het bruineeren, ) glad en donkerpaars, blauw '¿Z^J^
alsgebruinecrt Itaal, maar de Taway/ar^« is l i chter met meer en grovere draaden in de^'^""^"'*^
lengte geitreept. uit den blauwen naar 't grauwe trekkende gelyk de L e y e doet, o o k «