joo . D' A M B O I N SCH£
tiaindeinaage-iOodaniggefatfoenecrt;dat zulksgefchiedenkanhebikervarenaanfluk.
jes van wie Kalbahaar, die ik een Ende ingegeven hebbe, en des anderen daags geflacht
7,ynde wierd het Ilukje Kalbahaar kleinder en ronder bevonden, daar her nochtans ia
hardigheit den keifteen oiet veel wykc.
«iOcuììs
Catiferi
ifjibret'f
«.
ilVaardie
ge-.-ondcit
werde?*.
L I V - H O O F T D B E L
Oculus Cati feri- Meftica Cutsjing,
IthetKatien geflacht heb ik tweederlei Meßica aangetroffen, naar \ zeggen
der eigenaars, beide gevonden in den oogappel, d'een van een tamme*
d'ander van een wilde Kat : De laatile gevonden op Boftonm den oogappel
van een wilde Kat, ilond in een ring en was in degroocte van een er weer ,
dochzoobetfchyntplatgeflepenenrond, niet doorfchynende, aan de kant donker
ros, in de middenmeteenwitte piek als eenpaerl, dewelke by avont en by de kaers
groter enklaarder zieh vertoont dan by dag: De Boetonder 7.eide dat een wilde Kat in
zyn land groter was dan de tamme, wreet en zeer fchu w voor menfchen, weinig te
vindenin't hoogegebergte, dochzomtyts omtrent de iVf^irj kernende, de graven
omwroetende en de verfchbegraven lichamen verfcheurende ; haar oogen lichten by
nacht als vuur: Het was geen civetkat noch het dier La«, beide geflachten van wilde Kaftén
in Amboina bekent, weshalven ik giffe dät diteen flach van Hyam moet zyn, waar
euon.u. voorßelloniusde civetkat houd,enTiimus Hb, 30.c.ii.tSüb. 37.cap. 10, getuigt ook.
Plinius^jat in den oogappel van de Africaanfche ßV^«« Iteentjes gevonden worden; die by
S Hyauia noemt, van tweederlei koleur. •
Ei»dUr- De eerile Steen is op Makkaßar gevonden in den oogappel van een ende tamme
gtiyk'i» Huis-kat, mede in de grootte van een erweet, rondachtig doch overdwarsmet een
krommekeepalsofdeíleenby'tindroogengekrompenwas, dewelkeeen wit enhalf
f « Hms- doorfchynende ftraal maakte, blinkende als de ftraal in andere fteene Karoogen, en
kitg€v«t>- deilende d' eene geelacht ige helft van d' andere, die naar 't bruin t rekt , doch de oneffenheit
kan men beter met de nagel voelen dan met 'het gezigc bekennen, ook is de itraal
by de kaers lichter en groter dan by dag; en daar de voorfchreve keep een bochtje maakt
gelyk een haakje , ziet men den fteen half doorfchynd , en een lichtje daar in, inn^
är zonderheitalsmen't by dekaersbefchouwt. Tot wat eindezybeidevan de MakkaflTa-
^/'""^"renenBoetonders gedragen wierden, wiflen zy my niet te zeggen ; d'een eigenaar
was een Sinees, dewelke happig zyn op hun voordeeltje en miíTchien daarom de karte
»^«rJij'natuurvannodenhebben. Iknoem hemin*tLaEync^/«r/ffj,datis, Katten-fteen.
Í r S en voege daar by, dat de voornoemde kromme paerlflraal naar u toegekeert den Cyf ferútG&
gt- letter 9 verbeeide, h e b b e n d e naar deandere zydenocheenander kleinder haakje, als
oí men 6 ens» aan malkander gevoegt hadde: H y kookte mede in Saguweers azyn, maar
vuurde by nacht niet, het welk de fteene Katoogen doen.
B e l l o n i u s
L V . HOOFT^
R A R í T E I T - K A M E R : lllBoeL sox
L V . HOOFTDEEL>
Bezoar. Culiga kaka,
De Bozoar word vóor geen Meßica gehouden maar voor een Cuiigay Wiens
uitvoerlyke befchryvlng zie by andere: DeoudeentotnochtoebekendcAf'e^"-«.
Bexoar word verdeil't in Orintalifchen en Occidentalifchen, en beide groei-
«V. tier'
jenze in eenbyzondervleefachtigbeursjé, veel by malkander in de roaage
van zekere wilde Bokken, in't Pèrfiaanfch'P^jj;«» genaämt. De naam5?Si?dr willen sM^fzommige
afteiden vaneen Perfiaànfch woord Belx^har, het welk zoude te kennen
ven Heere desgiftsi DeOccidentaalfchekomenuitiPm¿: DeOrientaalfcheuitPí^-
jßen., Oirajou , Jrabien, Malabaar^ qw áQ iLil&náQVi llhas de Faccas h'y Jnfanapa- ^ ^ ^^
tarn gelegen, doch die uit Curajfon worden voor de belle gehouden, en daarom by f^/J '
d'Arabiers genaamt tìagjar Curajfoù wáar van zie de ic\\tihtnvzvít'hitip¡>usBaläens^^"-
enandere. Wyzullenalhierbefchryveneen ñieuwefoorte vv[ì.Bei^ary myns weiensin
de Euì-opifche fchriften tot noch toe onbekent; in'tMaleitfchgeñaamt, X^uliga kaka
oiCaligakees, met een half Duitfch woord ; in't Portugeefch, Fedra oí Culiga d* Bti-^'J'lll'''^^
:¿lo\ in'töineefch, Gmtsjo', allebetekenendeApenfteen: Aan koleur enfatzoenverfchilt
hy niets van d'ouden Wànt de meelte zyn mede oly v e rwi g , andere groengeel >
¿ommigeook bruináchtig,gemeenlykloo grootalS eenhazelnoot, anderelangwerpig
als een iluk van eeh vinger, alle van Ichelleh over malkanderliggendegemaakt, van
binnen met een kleine h(illigheit, daar in men iets kafachùgs vindt, het welk voor het
bettedeel van dezen fteen word gehouden ; men brengt ze uit de Succadana en Tambas,
plaatfen op Borneo, .daar ze de ftrandwoonders bekomen van de berglieden ; naar 't zeggen
van déze, zouden ze groeijen in een zekerüach van Apen o fMeerkat ten, want^J^*""^'
z y können ons niet ter degeberigten van deeigentlykegedaantedezesdiers, daar in
ze groeijen, allecnlyk daar in overeenkomende dat het een zeker flach van Apen is,
diede Maleijers Kaka noemen ; zommige zeggen, dat het groote en Apen zondcr ftaerten
zyn, diergelyke wy Bavianen noemen of betef Papiànenj andere dachet kleine
en Apen met lange ftaerten zyn, in'cbyzonder op ¿örwa-ö, / f c í t o genaamt ; andere
wedefom zeggen, dat ze groeijen in de maage van die Apen en veelebymalkan.
der; andere en weldemeefte, dat menze opdusdanige wyzevind: Deb¡rglieden
gaan opzekerentyd uicen fchietendeze Apen metftompe pylen of metfpatten, die
z y uit een roer blázen > die het dier flegts quetfen maar niet dooden ; nu heeft den
Aap die manier, dat hy een gaatje in 't lyf krygende het zelve liiet krabben grooter
maakt, daarnazoekihyeenige Medicinale kruiden, die hyin den mond kauwt en
daar mede degaténftopt, en Waar over het vel toegroeit , waar uit dan metter tyd
dezefteenen groeijen, te wetenuitde gekaude bladerßn enhetbloed dezes diers ; na
verloop van eenige jaaren gaan ze wederoin in 't gebergte naar defelve plaats, daar
z e t e voorendenAapgequetfthebben, fchietenhemmètfcherpepylendood, en betaften
hem overal aan 't lyf, daar zy dan een bu!t vinden, fnyden den zelven op en
vindenden daar in : Voor de waarheit hier van wi l ik niet inftaan, maar laten het
aan 't verder onderzoek : immers de Chinezen en andere inwoonders van Borneo lac - ^^
chen d' onze uit, dat ze die Be-Xf)ars, die mente Bantem te köop vind en in deze geweften
allcen bekent zyn, uit bokken willen halen, daar 't anders niet dan Äapefteehen zyn.
De JSf^^öi^rwas invorige tyden in vry grooter achtinge dan hedendaags, wanneer ZyiTw
hy in prys zeer afgeilagen is, ten deele om dat men aan hem zoo grote kracht niet dtnZ'
bevind als men eertycs wysgemaakt wierdt, teri deele om dat hy zoo dikwyls vervalfcht
word»
De proefvanden oprechtenwaseértyts,datméneendraat, doorhetiapvaneenig
P p 3 " ve r - ^ <
!
i, i
I ll^ l:-l