V O O R R E D E N -
wie zoude niet, op 't gezicht van zulk een gedrocht, als in eenenileen
verftyven, en met doodícheníchrikbevangen worden? DeZeepylenjOf
Zecípatten vind men hier ook gemeldt , die mede hare verwondering
verdienen.^ Maar men moeil ook liier de Zeeplanten niet overñaun,
noch de Slangen, groote en kleene, diezichindelndiichezeeonthouden.
En wat zyn toch de Quallen of Zeelongen, en waar van daan hären
ooriprong, die onzeker is ? Maar het Bezaantje verdiende zyne byzondere
beichry vinge, waar van ichier ongeloofbaare, echter zeer waarachti-
^e dingen worden aangetekcnt. Eindelyk iluit deSchryverditzyneerfte
)oek 5 met de verhandeling der Zeewormtjes, l^avo geheeten, daar hy
omilandig den wonderlyken aart, en de zeldzaame wyze van heni te vangen
van beíchryft.
Ziedaarin 't körte, naaukeurig Onderzoeker van de geheimen der Nature,
wat 'er in 't eeríleboek dezer AmboinícheRariteitkamer is vervat.
en verwonder U metmy over deze wonderbaare ichepzelen, dochmeeft
Over den Schep ")er, die hun alle, naar zyne eindelooze wysheit heeft veroorzaakt.
Doci blyf hier niet itilftaan; maartreê voort tot in de binnenile
vertrekken van dit Ooñerích Natuurkabinet, waar in U zoo veele, en
verícheide ñach van Hoornen en Schulpen, met de íchooníte verwen geíchakeert,
zullen voor''t ooge koomen, dat gy met reden over hen vergenoegt
en verwondert zult itaan. HiervindenwedehardeSchaalviiTchen
op 'tnaaukeurigñeontleedt5 en, naar eene gevoegzaame order,vervolgens
beichreven. We i dan eerft met uwe oogen op die ichoone Paerlemoerichulp,
de groote Schipper geheeten, glaniTig van gedaante, en van vericheiden
gebruik. Maar bezie verder, wat 'er van eene kíeener flach-, eigentlyk
het Schippertje by ons genaamt, gemeldt word. Wie verwondert
zieh niet oyer dit diertje, dat de zeevaart, met zyn licht en teerbootje,
naar de befte voorichriften der kunft zoodanigweette oeiFenen, dat het.
geenenvoorzigtigenSchipperichynttewyken,ofin'tzeemanichaptoe te
geeven? 't Poithorentje, naar dataan 't honiri van Jupiter Ilammon ilaat,
gelykende; de Quallebootjcs, en andere Alykruiken vinden hier ook hare
beichryvinge; ook de Maansoogen, Lobbetjes en Spooren • en wat niet al
van dit ílach ? Tollen, heeten de Liefhebbers, die omtrent deze gedaante
hebben, waar van 'er hier veelerhande, behaaglyk voor't ooge, vertoont
worden. De verícheide Slekkehoorens vindmen hier naaukeurig berchre\'
en, en verbeeldt. Daar op volgen de Stormhoeden, dus genaamt
naar dat beichuttend, hopfdwapenin oude tyden gebruikelyk, daar deze
Hoorens naar zweem^n.Wat dePimpekjes belangt^deze.kan deAantekenaar
onder geen.eenen n a ^ brengen,'maar noemt de eene, de getakte Zwitzers
broekj de andere.de groote,'of kleine getakte Moerbei, :ook de Paddehooren,
Bèddetyk ^^ Hoogííaarten ; en wat niet al meer, die künftig in
onze Prinu^erbceldingen ten toon ftaan ? Graauwe Kasketten, anders Bezoars
ijoor^ns., ziet men hier ook van verícheide flach wonderlyk in prent
gebra^t|/£)aii\volg¿nicJírul-hoore Voethooren, Brandhooren, Spinnekop.
pi'e^.veele andeiè, diehunne benamingen van de zaaken ontleenen^
daar ze naar gelyken, alhoewel zy in de verícheide Waereitdeelen noch niet
c;ai4er^cnen doopnaambekent iiaan, Naaukeurig ij^reekt verder de Schryyer
van de'Slekkç Hoorendekzelen, Blatta Byzantia geheeten, en van den
Ónyx,"ÍG.in défi. Schriftvoorkomt, daar hy' tmet dienwydberoemden
en gêlpërdén y\m ^ Samuel Bochartus ^ niqt eens omtrent is. De Belhoorehs
hçiben verfcheide naamen en gedaanten, en worcl het gebruik van
' " 'hun-
V O O R R E D E N .
h u n n e viiTchen, byzonder in de Geneeskunde, hier ontJeedt. Maarhief
komt ook deZeetrompet voor,ten gebruike van deTritons,ofNeptuins iloet,
door de Dichteren, geichikt, maar die ook door de Alphoreezen van Keram
in der daat tot Trompetten gebruikt worden, waar van wy hier de nette beichry
vinge vinden, en die, nevens veele andere, hier overfchoon zyn uitgebeeldt.
Vreemde en wonderlyke naamen draagen ze, te lang hier alle op
te haalen; daar dan de Naalden, of Pennen, lange en imalle Hoorens,
op volgen, die ook vericheiden van naamen gedaante zyn. Maarbefchouw
eens de ichoone gekroonde Tepelbakken, en verichqidq Tooten, Zoo geheeten;
waar onder de aardig gevlakte Muzykhoorens, Speldewerkshoö^
rens, en bykans oneindige andere, zoo künftig uitgebeeldt als of men'tleven
zag. Krabben, andersLaphoorens, koomenvervojgenshierop'tiier-f
lykiie voor 't ooge, die^, naar de keurlykheit der Lief hebbaren, veele
naamen draagen, hier van iluk tot il:uk gemeldt. KlipkouiTen, of liliphoorens,
en Schildpadhoorens, de laatfle naar de fchoone gedaante van
de Schilden dezer kruipende Lantdieren zoo geheeten, pronken hier op
'tpapier, n e v e n s hunne Beichry vinge, dat 'er het oogzich naauwelyks i n •
kan verzadigen. DeRollen, of Dadels zyn door de etsnaald ook zoo wonderbaar
getroffen, dat'er niet een vlekjein gemiil wordt. Klipklev^rs, Zeeooren,
Pokken, en wat niet al van dit flach ? zyn ook op het kracht^iie
hier uitgebeeldt. Maar wat wonderlyke beelteniiTen hebben deZoolen,Zee-
)ypen5 of Zeeilangetjes, hier beichreven, en in plaat gebragt*? Vader
VjoachsSchulpen zyn de gedenkwaardige overblyfzels van dien algemeenen
Watervloed,waar mede Godt de vlekken der boosheit van de eerile waereld
uitwieich. De Japaniche Speeldoubletten, ook de getande V^nusdoublet,
draagen deze naamen niet zonder reden, gelyk ook zoo veele andere Schulpen
, die hier met hare naamen voorkoomen. De Bontemantels zyn fraai
van aanzien, en van waardye, ook het dubbele Venushartje, dat bevallig
voor't ooge is. De grnote en kleene Eendebek, anders d'eeuwigdurende
Gapers geheeten, vind men hier nevens veele andere befchreven,
en door d'etsnaald künftig uitgebeeldt. De EendemoiTel, 't gevlerkte Vo-
. de Holfters, of Hamdoubletten zyn alle Moilels, verfcheiden van
fatzoen, die onder de zcldzaamheden in de Kabinetten der Lief hebberen
te zien zyn, en hier, naar 't leven afgetekent, voor de oogen ipeelen.
Veele ichoone en zeldzaame Oefters, vericheiden van na am, waar onder
de Pooliche Zadels, Hanekammen, Lazarusklappen, en Rotsdoubletten
uitmunten, zyn wonderlyk door d'etskunft hier verbeeldt. Maar wat zal
men van de Venusfchulp zeggen, met haair rontom, zoo natuurlyk als
het leven,begroeit?Zeker,deNatuur geeft ons zomwylen wonderlyke
afbeeldzels van zaaken, die men nooit verwachten zoude;waar van ons
de Agaatfteenen, in het volgende boek verbeeldt, ten bewyzqftrekken;
daar ons ook iets, als byzondere wonderft:ukken, van ftaat te gewaagen.
Eenige uitmuntende en overdierbaareHoorens zyn noch in het kort Aanhangzel
met naamen uitgedrukt, en weergadeloos door den Kunftenaarop
't koper, en vervolgens op 't papier gebragt, waarin de naaukeurigfte beichouwers
ontwyfelbaar voldoeninge zullen vinden.
Doch gaan wy, naar d' orde van \ Werk, tot het derde Boek over, waarin
zoo veele fchatten der aarde ontdekt, en zoo veele wonderen der Natura
vcrtoont worden, 't Gout is het dierbaare op de aarde, dat, gelyk in zwaarte
en during, alle andere bergftoffen in waardye overweegt. T e recht begint
dan onze geleerde Schry ver met dat alles vermögende aardteelfel, mec
recht