,
L' -!jL ^• :i ili-il',Îi . í iii, !r
'•Àv.i df
' i;
Jri:--
R A R Ï T E I T - K A M E R . I Boek.
X X X V . H O O F T D E E L ;
Fan het Ca^ut Medufa : Boeloe A^am.
It Monftreuze Zeedier behoort mede onderde Zeefterren, vreeflyk van aanzien,
enniet Ugt om aan tetaftenvoor diegcenen, dieheCnooitgezienheb-^^ '
ben; waar van ik twee foorten befchryven zal. _
I. Het eerile heefc het Lichaam of het hoofc mede als een Spinnekop X;
uit den ronden wat plat, en eenigzins vyfkantig, omtrent een duim breed ; de
dop is barder dan aan de Zeeappels, boven met een wceke huit bedekt, onder met een
l a n g w e r p i g e fcheur, 't welk de mond is , bezet met veele voeten. Dit Hoofd ^Q):~Schrccvcn.}
deelt zig voor ecrft in $ paaren of io enkele Takken, waar van twee en tweeeengemeenenoorfpronghebben,
enmethunnet'zaamenvoeginghetvoornoemdehoofdmaa-
' kei\, 200 dat het zelve geen byzonder Lichaam is. ledertak verdeelt zig in 3 andere,
ende zelve wederom in 4 of f dundere, zynde de geheeîe tak ruim een hand
, lang. Alle deze takken of ítraalen zyn van ontelbaare íleenachtige Wervels t'zaamen
I g e z e t , naar alie kanten bewceglyk, gclyk de baart vaneenZeekat. Vanonderenziet
men in twee reijen ontelbaare kíecne witte voetjes, fyn gekartelt, meteengeelnopje
voor aan , ais of het draadjes van een bioem waren , waar mede dit Beeil zynen
gangvcrrigt, zoo yiíelyk van^gedaante, dat men 't voor een klompvanDuizendbeen
of klecnc Slaii^cijcs ¿uad^. n^ semeene koleur van beide de beeilen, isros,
doch menvind'erookkoolzwart, groen, grauwengeelj net bmnenltei=mecteon-
(derfcheiden in zeekere deelen van ingewanden, maar legt verwart, meefi gelykende het
geele vleefch van de MoíTelen. Onder water gelykt het een wyt uitgebreide bloem,
en ais men 't opligt, laat het zyn getakte voeten allegaâr nederwaarts hangen , rnaar^í^^^'^r '
tit het water getrokken zynde, íluit het zyne takken opwaarts, flaande de zelve om ¿Um,
de hand des geenen die het bydenkopvat, diedaarovernietweinigverfchrikt, meenende
dat hy eenig doodZeegewas aanvat, 't welk zig dan zoo fchienlyk om zynhanden
ílaat. Het beílerft ook zoodanig met alie de takken opwaarts in een bol gefloten
> gelykende alsdan 't hoofd van een kool {Braßca) die zig fluiten wil ; men kan
het echter uiet lang bewaaren , dewyl het zoo bros is , en van enkele Wervels lolTelyk
aan malkander hangt. Het houd zig in de diepte op , daar veel
zyn, en men vindhet gcmeenlykomde Zeeboomtjes geflingert j doch word weinig^«».
¡gevonden.
¡J II. Caput Meduße Secundum, is noch zeltzamer en wonderlyker dan het voorgaan-^ ^"'"•t-
¡I de, doch meeílin meerderheit der takken daar van verfchillende; want de middel-
' • fíe kop, die mede het lyf van een Spinne verbeeid, is voor eeríl verdeelt in ypaaren
: of 10 hoofdtakken , die niet boven een dwars hand lang zyn. leder der zelven ver- ¿aantJ"
deelt zig in twee andere , die een voet of lang zyn , doch de eene is altyd langer
dan zyn naafte. Elk van deeze verdeelt zig wederom in 20 of Z4 kleender takjes,
die verwiíTclt tegens malkander ftaan , en dezelve eindelyk weder in andere dwarsdraadjes,
alle van fteenachtige, doch broflewer-v eist'zaamengezet, en naar allen kanten beweeglyk.
Alle de mindere takjes zyn ruig van onderen, doorwelkehet voortkruipt ,
uant ze hebben geene voetjes, echter weet her alle zyne takken zoodaniguittebreii
den cn voort te zctten, dat ze malkanderen niet in den weg zyn. De kop heeft van
I onderen een rond gat, 't welk zyn mond is, rondomhetwelkveelekleenetandjesftaan;
behalven dit noch 5 fcheuren by den oorfprong der hoofdtakken, die hem mede voor
monden dienen. Het lyf is bedekt met een gladde huid , en de fchaal veel weeker
dan aan 'c voorgaande. Binnen ziet men diergelyke 5 bloedzakken en eyeren gelyk aan ¡yf^e» ah
deZeeappds, doch veel kleender j deeyeren zyngeelderoffchier roodachtig,
F dan ^^ '