H
\I -ipI •
I, • ^
R A R I T E I T - K A M E R . I Bock. 3
wit oeftrecpt De gekookte is ganfch rood. Het Maonetje is altyd iteckeliger dan
hP Wvfe ¿n indien het zulk een Kreeft is geweel t, waar van Suem,... fcliryft, e«
.r me l ekdf e r ÖmVu den armen Viffeher denBaard liet vvryven.toen hy hem zoo onwaarmedeKeileri
ii u y; „ ^ektoop, is het wonder dat hy hem
n eziÎ itopgrfcheurtheeft. Hy l>eeftveelvieefeh wi. ha,dagngen
, ^r.ïialvenvangeengrootelekkerny,hoewelmenvaneeneKreefceenlchotel
nie' De kleine Kreeftjes gelyken wel Sccrp,oe>,e„, en zyn hal doorfchynende. •
In't l i vnno emt mendezeBKreeftL»»/ï«M«™«^
nj.^.^^n iloemeene mam van alle Kreeften en Garneel-foorten,
Am 01ns. lîta ^ •
Kreefc- op Leynmox Ulehi guo fUi nl'erh iMr.a l. dat is te .r üg^ l.o op• en1 de•
Hv w oLt in de ruime Zce, evenwel omtrent den wal,hygaatm de W > k r u i p t in
de ßobbers en word met netten gevangen. Levendig kan men hem met aanvattcn,
dies hv met cen harpoen geiloken Word: hy heeft ZB]k eene tterkte in zy^^^
hv in't uitcrekken of aanhaalen dien om eenen ileen ilaat, men hem qualyk d^r af-.^»,
trekken kan. In 't water gaat hy voorwaarts, dragende z yneho r ens opyde , als hy zyn
^as zoekt want nietsiszooilout dat hem durftontmoeten: maarietsbemerkendedaar
hv fchuuw voor is, of voelende dat men hem aanhaalt, zoo kruipt hy agtcrwaarts en
iteekt de hoorns voor uit. Hy isookzooilim ,dathymec een net omfmgelt zynde,en
geenuickomitziendc,tegensdenboventoboort van het net opklautert,en zoo men't
Lmnietbelet,daaroverzoekttefpringen. De ViiTchers zien hem ganfch met gcernem
de Böbbers, om dac hy, benauwt zyndc, de andere viffen pweldi g quetlt. _
De eeheele Kreeft word in zout water gekookt ,daar na de üaert en pootenmituK-H,,^:
kengeklopt,enal het wittevleefch daar uit genomen,waarovermeneenebyzonderefaul-^^^^^^^
fe moet maken. Men kan zig haail daar aan verzadigen, om dat het zoo lafzoet, en
^ ^ ' ^ S e ^ l v ë ' K r S t e n worden by de FranßcheH in de Karibifche Eilanden.ook Ho7nars Uomarsî»
senoemt ; waar van Miftor. Amill. Kochefonii, Cap. -39. die de Karibaners op^^..^^
droogten en zandbanken by nacht vangen, door hulp van brandende toortzen „waar na^^, hoe
deze Kreeften kruipen, wanneerzediemeteen harpoenfteeken,ofandersby.deMaane-^^''"^»'
fchynwaarneemen. Van de Locußa Marina zie breeder Gefnerum de AquatiiibusM. iv.
•jiUoo de Heer Rucnphius geen afbeeWng van de^e Locufta Marina heeft gegeven ; heeft dt Heer DoSor
• D'Acquêt „n:cyncRariteitk3mer,onsdez,etweetoege^onden,die wj wegens hunne ^eh^a^mhett
^h c-vlr een kokende met de befchrjvinge, oordeelden hier nevey>s te motten vertooner^: ^it de ¿Vp. I. A.e» B,
I L H O O F T D E E L^
hj 9 !
• »!
h f I
Fan den Vrfa-Cancer , Vdang Laut Leher,
Dît is cen vrcemd flag van Garneelen of Kreeften, breed, en niet hoog; een
van die plompe handfchoenen,die men wolle wanten noemt,verbeeldende,een
fpan lang, cn een hand breed, over zyn geheele lichaam met een grauweai^cfrjen
ruige wolachtigheidbedekt. De rugge is een weinig buirig, met eenige
ilekels; de iheit een weinig ronder, met een rugge in de midden jis vanvyf of zesleden,
en agter met breede Vinnen; hy heeft geen fcheeren.maar aan ieder zyde vyf pooten,
dewelkc eindigenin z\varteenfpitzeVogelkIauwen,aan dcvier voorüe voeten enkel,
aan de agterile dubbel, of in tween gefpleeten, als een fcheer, en ilaan dezelve
agterwaartsgebogen. Daar benevens twee kleene voetjes aan den mond, die hem voor banden
dienen. Van vooren is hy op ' t breedfte, te weeten vyf en zes duimen breed, en aldaar
A 2 aan