•vi
\\ :
n
I
1 ü
1 •
2 + D' A M B O I N S C H E
w e l k e myns oordeels xoodanige zyn die daar in gegroei t , en met den flaert noch,;. RA R I T E I T ^ K A M E R . I B o e L 25
los zyn, anders kan men ze ook in de hand houden , en wagten tot dat ze haar ho/ , , ,,
van L f s uitaeelcen, wannee. ga w »et de v i n g e . . o e t a a n . « e n , e en. ,
v a t t I i 0 u d e n e n . 0 e t j e s d r a a i ) c n , maar niet fterk ujthaalen, want anders trekt„, , P.rp<ra m W m e . Wn. fchynt ze W te noemen
zeide, Pinne-of Schulpjager, en zynteonderfcheidenvandeni^/ßwö^friJ-, dien
men
Haar naam in' t Latyn is Cancelli, Maleits C..«.^«, Amboins O « . De Franf| Ho o f t d e e l befchryft.
Zy» fierli
is haar
fihucreii.
van haaren ftaert, die dan in 't hoorntje b l y f t , en op nieuw rot
• ' • r- . •-u.r jji-t voigenae 4i 1 jwui iutci
Cancern e ttirbine verrucoß , is eenkleene vinger lang; de fchaal licht bruin ^elBjß^^^
roode ftreepen, en witte puntjes; aan de flinker zyde heeft z y een körte dikke hoe- Jcz^ e c -
kige fchaer , twee lange gladde voeten, en daar agter noch een kleene körte ; aan" ''
de regter zyde heeft zy een kleene fchaer , en voeten als de voorige ; aan 't uiterrte
van den ftaert, tuffchen i, vinnet jes, heefc z y een fmalle langagtige klauw . als een
vogelkiauw, waar mede zy zieh l'chynt vail te houden aan 't binnenfle van 't hoorn ;
z y leeft niet lang buiten 't water. r, , . ,
Rochefort. Biß. AuüU. Ub. i. C-i/. 14- derdelid, heeft noch een koftelyk g^'ZdiZiy
b r u i k v a n ' t water en olie uit deze Coemans getrokken, teweeten, wanneer iemantf^^i^'^w
u • j L onder den vergifteni\/ii»i-i'»/;V^i?fwgezetenheeft, waardoorhemheclyfopzwelt, en 10t een
D e gevangenekanmennochmdek pui f ten koomen, of dat hy anders doordeszelfs fchadelyke mel k bezeertis,^
i t e gevoelende, kruipenzeftraksu,,: ^^^ ^^^ ^^ ^^ ^^^^^^ b e i t r yken met het kkare water, 't wel k in de hoorntjes vandeeze-^
Soldaaten gevonden Word
» en
ca^. 4. noemenze aerdig Soldaaten, dewyl ze geen eigen huis hebben, en overal
z e koraen zig meefter maaken. In Languedocq Teßa Rondolet, men noemt ze ook
nard l' Ermite , om dat ze als Kluizenaars omzwerven , en in gehuurde Ce'
woonen.
Men vind ze op alderlei vlakke i lranden, daar de Zee veelderhande ruigte opfnr
inzonderheit daar eenig aas of uitwerpzels onder loopen j als het water waft,
geven ze zieh op de naafte klippen , en als ze een menfch zien aankomen, f:
gen ze met een gedruis van boven neer, en verbergen zieh zoo gauw in 't zand,
men 'er van hondert qualyk een krygen kan
noch'in de zak by zig draagen, want de wärmte
huisje, ennypen met defchaeren, (zoo hardnekkig vaft houdende het geen zyge
Als'e:
Geneesiddel
voor
vergift.
hebben) dar z e zieh dikwils eer in ftukken laaten trekken, dan loslaaten. ni.-e: ^^^^^ hiüpmiddelen 't vergift terftond van deze brandende vochtigheitnederflaat^
veele mooije drooge dagen een regen komt, kruipen ze' s nachts m huizei_ ^^^ ^ ^^^ ^^^^^
op de kamers, en maakenaldaarzodanigeengerammel , datdeilapendewakker moe^.
middeten
gebruikt
worden, meinende dat'er B o k k e n in de kamer zyn. Andere klagtenmeerbedry ven
Inwoonders mede, als z e dezelve iemant 's nachts onder 't hoofdkuf len f l e e k en, of in
En ^rnut toegedckte pot onder de kooi itellen. Tot de koil zyn ze onbequaam, immers in
z e Eilanden, doch in voorfchreve Hiß.. AntUL .leeft men. .dat z e de Carybanen eet
^"'rTai^ alsmede tot eenigGeneesmiddel gebruiken; want uit de fchaal g e t r o k k e n , gedoodtenf
de Zonne gelegt, geevenze eenige olie van z ieh, die nuttelykgefmeert wordopcj
tarn Frigidam^ of Koude zinkingen. Men gebruikt ze ook zeer gelukkigom deli:
/»»ir/iiii-digheit en klieren des lichaams te verdryven. In Amboina is het ook beproe!^
zaikn' dat de flaert van deze Cumans geftooten, en pleiilers gewys opgebonden, de pynl?i
fteeken van denvifch Ican S-wangi en andere venynige viiTchen geneeft. Over haaji
oorfprong Valien niet minder twiften, dan van de bovengemelde Benrskrabben;
Ft^fcheiJe xommigeoordeelendatze groeijenuit de overblyfzet jes der Al ikruiken,di e mengek
en niet w e l u i t g e t r o k k en heefr,maar het agterf te krul letje hier van met het huisje wegfr
en datdaarom het agterlyf van deze CÖ^WÖ^J o o k met deSlakken overeenkomt.
dere beweeren met beter reden, dat ze zelvevoortteelen, om dat zeonder den
z o o wel eyers hebben als andere Krabben; miiTchien komen beide deze gevoelens^
de waarheit overeen , namentlyk dat de eerfte groeijenuit de reliquien vande\it
geworpene Slakken, en daar na weder andere voortteelen, die zodanigehuizenm
De Schryver heeft van deze Cancelli Cum an geen aßeelding gggeven, waarom men àie hier uitgelaatenbeeßi
njy 'zotiden''er "wel eenige hier hebben können byvoegen, maar alzooheel-weinigverfchtlien , als in de grootte ^
dacht bct ons heß die na ie laaten , en den Lezer te vsyzen tot de V Plaut , letter K. <?» L. weike meede
diergelyke zyn^ en wy ook in 'f volgende Deel der Hoorticu zuUen in haar -woonhaizenvertoonens alhoewel
zein Jonfton en Geinerusw ^mroiaensmü" vùnrkomfi^, t, h.
¡^eVJoii'iS
van baar
Vvortkjmen.
X X I I L H O O F T D E E L .
Van den "Tinnotères, öf Finnenvachter,
Innoteres is een kleen Garneeltje, op het meeÖe een pink, maar gemeenlyk De Pinnetwee
leeden van een vinger lang, week en dun van fchaal , gemeenlyk licht
o f v u u r i g rood, met witte pnnt jesgefpikkek, zomtyds ook licht blauvvenhalf£^a"£'^j,
doorfchynend, gelyk donker kriüal, of ys. Ter wederzyden heeft hy äne-f'^'^^"''-
dünne poot jes, en voor de fchaeren by den mond, noch twee kleender. De fchae-
"ren zyn voor zeer fpits, fcherp, en k romal sklauwen, waarmedehyzeerfelnypt,laa-
^ j , 1. T v T, H. 1 1 r, 1 tendezigeerdefchaeraftrekkenjdandathyzezouloslaaten. Den ftaert draagthymeeil
ten zoeken als haare Ouders bewoont hebben. Bydit gevoelenzahkzoolangebly. ^u i k , gekromt,gelykalle Garneelen, waar aan men fubtylepinnet jeszler, f —
tot my de Ervaring wat anders heeft geleert, wantikheteenemaalda^irvoorh
dat een ieder hoorn zyn byzonder Cö^wö» voortbrengt , gelyk men uit haare verf(
de gedaante bemerken kan.
W e d e r om zyn 'er zommige die ßaande houden, dat zeker ilag van deze Coemansil
groot geworden z ynde , datze geen bequame huizen meer können v inden, voortaanbiJ
Zvkruipen loopen, en eindelyk in Benrskrabben veranderen , 't welk my ganfch niet waarfö
nelyk voorkomt , en dieshalven hetboven in 't zelve Koofrdeeel wederlegt hebbe. 2
gaan niet alleen de leege alikruikjes bewoonen , maar als ze geen hoorntjes koiuf
krygen , krnipenze ook in de leege doppen Van de vrugt Tarrangt die men^'
ba en Caßanea Marina noemt: in de leege fchaeren van groote Krabben , en diergi
l y k e n , datze voor haar lyf bequaam v inden, Ariß. Lib. 4. Hiß» Animal. en tß^'^i
nus Lib. 7. Ca^. 31. noemenze Qarcinades.-, en- d» laatile zegt, datze bloot zond'
• ich/
waar mede hy zyne eyeren bedekt. Dit diertje vind men nergens bloot, op iXgilinde^'
h .• gehrek
van boom!
tn hille
•jr uzten.
Ook in de
jchacr;>i
daode
Krabben.
'zelven wandelen, maar houd zig altyd op in tweederl y flag van fchulpen, te weeten,
in de Pinna of Holflerfchulpen, en in de Charna Squamata of Nagelfchulpen, beide/''^»^/^«"«.
in 't volgende Boek befchreven ; ieder van deze fchulpen haare vOikome grootte bekomen
hebbende, heeft maar een van deze Garneeltjes by zich, inzonderheit de
Cbamat want in de middelbare Tinnis heb ik ze niet gevonden. Dit Garneeltje dan teeftin
• w o ont daar in , zynen huiswaerd nooit verlatende zoo lange hy leeft, maar doodirSlv
zynde, Ipringt het Garneeltje daar uit. Derhalven men ook geene van deze fchul-^-J'l'/J'^^^
pen tot de koil gebruikt, als men haaren Medemakker daar niet in vind, en als de-""' ' " '
zelve by geval daar wt raakt, en verlooren gaat, zoo'moet het dier van de ichulp
mede flerven. Zyn ampt in deze fchulpen is, dat hy als deurwagter in de fchulpen "mft -van
Deurwag.
moet oppaflen, en waarfchouwen wanneer 'er eenige prooi of onraad voorhanden
D Wa n t