B L A D-W Y S E R-
— In der zeher gaìhìaas kleine hoekige
Steentjes gevonden. 298
J^inkelbaak^ ecnfoort van d' Oeßers befchrcven.
15S
— Hier van 2 foorten. ib.
PP^itoogjes. Zie Thoracium oculatum.
IP^itte Jarnboezen^eenfoort van de Porcellana
major befchrevcn. 114. i8l
„- IVorden vjeiniggevonden. 114.
J-'P'^itte Tuiijes. Zie Strombus.
/^f^iUe Zecfpatten. Zie Zeepylen.
PP^it IP^aier: Mare album : Ayer Poeti.
* 247.
— W^aaromde Meikzee genaamt. 248.
— De tyd, wanneer zidks gefchiet ,
aangewezen. ^b.
— Door ivelke winden het veel of weinig
komt. |b.
ii^aar het gevonden word. ib.
— Eene opmerking daqr van. ib.
— IP^aar het vèVBlyft. ib. 249.
^-Des zelfs eigenfihappen enuiiwerkmgen.
.249.
^.-fyVaaroni moeiJyk om\r in te vijjen.ib.
—. Eenige vreemde voorvailen daar van
aangewezen.
— - £)' oorzaken daar van onthekent. ib.
— H Gemeen gevoelendaarvan met redenen
wederlegt. ib. 250.
— Des Schryvers gevoelen. 250.
— Hier van eefi ander gevoelen. ib.
—'z Zelve met het Phorphorum liquidum
vergeleken. ib.
— Cafparus Scotus aangehaalt wegens
verfcheide nachtlichtende zaaken
en voorvallen. ib.
-.^Van den Schryver ten opzichtevan
H J-Vit pf^ater verworpen. ib.
— Een ander verhaal van Herberts
aangewezen. ib- 251.
PP^olkjes, Nubeculs een foort van de
Voluta befchreven. 103.177.
z mü
ana^ ^^
Zeeappels befchreven.
— Hier van 2foorten befchreven. ib.
— D' eene foort, Tygers genaamt. 103.
pVydmondige Pimpeltjes, een foort van
de CaiTides verrucofe befc8hr2e.1v7e1n-.
— pJ^aar ze gevonden worden. 82.
XX. Ulaneefche Letterfchiilpjes, een
foort van de Chama la;vis befchreven.
•
- • pVaar ze gevonden worden. ib.
— Hier van 2foorten. ib.
XîdafcheEilanders en deTernatanen zyn
zeer bygelovig tegen het ver gift ende
Tovery. 33-
-- pf^at zy daar tegen gebruiken. ib.
' — Een khichtig verhaal daar van aanwezen.
Y .
YU Sariira,ö/Cattam Catappan,.
een foort vanKrabhenbeJchreu
Tvoore Marlpriem. Zie Strombus dentatus.
Tzer is zeltzaam in Indien. 205.
— Op ivat plaatfen het gevonden word
TP^aar het befie gevonden ivord ib.
-- Hoe en waarom het in Indien ligt
verteert,
. Hier uit eenige ringen door den Penimbaan
gemaakt, en aan de Javaners
door den zelven vereert. ib.
206.
. PP^aar omirent veel bygehovigheit
van hen gebruikt word. 206.
Adelfchulpen.ZieOiimnm piaceri-
, j tiforme.
Zandhoorntjes. Zie. Voluta arenata.
Zandpyp. Zie. Solen arenarius.
' 29.30.336.
Zie Echini.
— Hier van verfcheide foorten. 30.-31.
32.
-.^Hun benaming in verfcheide taalen.
30.
Met de Krabben vergeleken. 336.
Zee-arent, n^yi^Qtos genaamt, befchre-
309-
- Hoe gevangen en gedoodt. lo.
den zelven de Steen Aetites peregnnm
gevonden. ib-
--In zyn nefl noch een ander Steen gevonden.
, f '
... Bygelovigheit der Inländers daar
B L A D-W Y S E R.
omirent. ib. '— pp^aar toe ze gebruikt worden-. ^Oi
Zeekreeft. Tjie Locuila marina.
Zeehiizen. 22. zie Cancer Parveriüs.
Zeepenzeeien, een foort van de SoìexìQs
bivalvi! befchreven. 150.
— Hoe en waar ze gevonden worden.
ib.
— Hier van 1 foorten nangewefen. ib.
Zeepylen of Zeefpatten befchreven. 43.
— Hier van 2foorten. ib;
— Dherflefoort JP^itte Zeefpatten genaamt.
— pp^aar ze groeijen.
— Ploe ze gevangen en gezuivert worden.
ib.
— De tweede foort befchreven. ib.
JP^anneer ze pyn veroorzaken. ib.
— PPaar ze gevonden worden. 44.
— Haar benaming in verfcheide taalen.
" ib.
— PP'aar voor dienßig, en hoe ze gebruikt
worden,. ib.
Zeepypen. zie Solen.
Zeerealen. zie Echinus planus.
Zeefchellingen ^ een foort van d^ Echinus
planus befchreven. 37
— pp^aar ze gevonden worden.
Zeefangen, zie Solen.
Zeeßekke. zie Limax marina.
Zeefpatten. zie Zeepylen.
Zeefpek. zie Lardum marinum.
Zeefpin. zie Pylßaart.
Zeeßerren befchreven. 39.40. ^¿é Stella
marina.
-- Hoe zy haar inßorm bewaaren. ib;
Tueilnaalden. zie Strombus chalybeusi
Xilver Pierings.zie Rechte Paarlemoerfihtdpen.
Zilver, hoe V zieh vertoont op andere
dingen behalven den Toetßeen. 201;
Zoolen. zie Solen.
Zoophita of Plantanimalia befchreven.
44-
— In fior ten verdeelt. ib. 45.
ib. — De tweede foort befchreven. 45,
ib. — Hier van 2foorten. ib.
— /)' eerfie foort, Phallus marinus
genaamt, verbeeldt een mannelyk Ud.
ib.
— PP^aar dezelve gevonden word. ib.
— De tweede foort, Phallus marinus
verrucoiüs genaamt. ib.
—- pp^aar deze gevonden word.. ib.
— Haar benaming in verfcheide taalen.
itj,
— P^m wie, waar toc en hoe ze geworden.
ib,
zie Porcellana iàlita.
^ Zwardtmondjes. zie Valvata fexta.
ib. Zwart SuaiTa. zie Suaiìà.
Zwart zand befchreven. 223«
--Pyp^aar en wanneer het gevotiden
word. ib. 224.
— P^reemt gevoelen der Javanen, van
waar het komt. 223.-
— ^t zelve is yzerachtig. 224.
— Hoe en waar toe het gebruikt word
Ab.
N D E .