' 1
m i v - .
rj!!,^ "
' iiiik^ii •
, i 'TP'
• k f
!
^ i
j - "
FM
M ' •
r /i
i i -
i : 'V
1 7 4 . D' A M B O I S C H E
7-y om d?.ar mede te verwen, is noch niet onderzochc: De enyx daarvanis de hefte
v a n alle, en word daarom van de Inlanders lP««» caßuri, datis, mofchataq,tmmii.
6. Fußi i een Spil, word weinig gevonden, fpierwit van koleur , rondom mec
knobbels bezet , en beef t een langen hollen llaert.
7 . Fufusbrevisy is van d'eigenfte gedaante, doch veel kleinder.
8 . Bucc'mum f t l o f i m ^ r m u r n ^ c r a ß i m t in'tDuitfch, haairige D i k i i p . üexealle
h e b b e n e e n e n k o r t e n d i k k e n I t a a r t , enzynover'tgeheelelyfgevoorent, enmetryen
bortterls bezet j de mondi s k l e in, en van binnen los.
9. Buccinumphßm tenue, is niet boven ^ duimen lang, dun van fchaal , mede
g e v o o r e n t , en met lange dünne haairen bezet.
10. Mitra Totalis, Paus-Kroon , is gekartelt, en met groote roode Vierkante
p l e k k e n get e k e n t ; hebbende den ged aante van kof telyke Iteenen.
1 1 . Mitra Efifcopt, is mede gekartelt, en met groote roodevierkante plekken,
maar glad als d e voorgaande ; en w o r d Biffchops M y t e r genaamt. Het Üier heeft een
f w a r t beentje, waar mede het weinig ileekt.
1 1 . Turris B a b i l o n i c a , zoo genaamt v a n d e g r o o t e f w a r t e p l e k k e n , diehetheeft,
verbeeldende de vent ters aan den g e f chüde rde n Babyloni ichen toorn.
1 3 . Bticchmm granulatutn f l a n u m , is i c h a a r s e e n p i n k l a n g , over' t g e h e e l e l y f me t
r o n d e k o r r e l s b e f e t , alsofhei/öifrws/tfrjwaaren, vankoleuriszebruinengeeL
14. Buccinumgrànulatumrotiindum y iseenenkeldeiwriö, rondvanlyf, metdierg
e l y k e korrel s eènpaari g bezet , vuilwit enz onde r naaden.
T j . Buccinum acakatum, is omtrent eenhalvevingerlang, over't geheelelyfßeek
e l i g , d w a r s o v e r d e gieren iiaan r u ige l ibben, daarenbovcn is het g e v o o r ent , enlichtbruin
van koleur.
16. Buccinum nndoßm, is een kört bultig Hoorntj c , een Iid van een v inger lang,
d i k vanfchaal, met yruggens dwarsover de gieren, verbeeldendeeenigezeebaaren,
aan den mond is z e met fcherpe tandjes voorzien, de rugisbrandverwig.'toverige
is vaal. De derde foort is dun van i chaal , omgeeveii met ronde r ibben als b a n d e n , en
is zelden te vinden.
1 7 . B t u c m m lineatum, is e e n efFene t u r l o , omringt m e t d ü n n e fwa r t e l l r e epen,
als o f ' e r iwarte draaden omgewonden waaren, meikleine tandjes aan den mond.
18. Digitellusy des zelfs voorfte iar^ö flaat krom, en zyn fpits is i lomp, waar
door het een vingertje gelykt , het wel k na ietswyi t : Eenkleinderfoortis w i t , blin^
k e n d e a l s p o r f t l l e i n .
1 9 . l u r r i c u l a , B i a hiäjignetnon. Di t is e e n b y z o n d e r faczoen o n d e r à^Buccinat
z y is langwerpig, onder en boven toegeipits ; zommige zyn r o s o f g e e l ; zommigc
r o o d o f m e t i w a n c banden.
ao. Tur-
R A R I T E Y T - K A M E R ; II. Boek. 17s
ao. rurriculapkcata, ge p i o i d e T o o r n r j e s , deze z y n dikker van lyfen fchaal,
en meefc grauw.
I I Turticnlafranulata, is noc h kleinder dan de voorgaande ; waar van de eerftegierhetrneeftelyiuiimaakt,
ro n d om dicht met kleine korreltjes bezet : Deeerfte
foort is lichtgrauw , en heeft eenige banden, als ook roode , fmarte en bkuwe
k o r r e l s , daarom noemt men ze Taternoßers.
1 2 . T u r r i c u l a ß l i s e i n B a , is m e t b a n d e n als y f e r d r a a d e n omgeeven.
a j . Buccinum anguhßm, is mede geplooit, en eehpaarig donkergrauw:
Buccimm ßcalar: , Wendeltrapje, is een raar klein wit Hoorntje, van buiten
omgeeven met veele v lerken, die dwars aan de gieren ftaanals fchubbekens, en
in ordre opgaande als een Wendeltrapje.
l y . BuccinumßpnaU. is de alderkleinfte van dit gef lacht , zyisgrauw ofbruia
van koleur.
. 6 Buccinum fol. is dun van fchaal , uit een grooten gier fchielyk toeloopende
in een fpits, zoo fcherp als een naald; zyis groengrauw met fwartachtige fnpjes.
HET SEVENDE HOOEDGESLACHT
Zvw h strombi, ä e t u d k e l a n g e e n ( m a l l e H o o r n t j e s x . y n m e t
<ueele g i e r e n i n d e n l e n g u f p i t s t o e l o o p e n d e g e l y k e e n g o u d e
J S l a g e l , m e n n o e m t t n ' t l ^ e e r d u i t f c b , N a a l d e n
''Pennen ; m V M a l e i t f c h , Bia kräng o f Djaron
ö/sipot. Z y ^ y n v a n t w e e d e r l e i
f a t z ^ o e n ^ f l e c h t e e n k n o h h e l i g e ; d e
ß e c h t e z j y n d e v o l g e n d e ,
Trombusprimusßve ßubuU. ee n E l z e o f M a r l p r i e m , z y is d e g r o o t f c e van dit
e e f l a c h t , op het meeft een handlang en wat korter, eifen van fchaal, vmlt
i t a l s yvoor, met fwarteblauwe plekken o f f t reepen aan d enkant der gieren.
z . Secrmdus, is van dezelve lengte , doch niet zoo dik, en zy is fmalder , längs
de gierenmet groote fwarte droppels bezet, en de gieren buigen medem t midden
wat uit,
3 Jertius, ishetgemeene flach; waar van zommige witachtig zyn met loodverwige
p lekken; zommige zyn w i t , met iwarte ftipjes längs den kant der gieren; andere
zyn ftomp van fpits a t s e e n fwi k , dienmen iueen vat f t e e k t ; andere hebben roife
en verwarde ftreepen, als o f ' e r verwart gaarn over lag.
^ i a r t u ^ y islichtbruin, met groote w i t t e o o g en, eniszeer zeldente vinden.'
4
.'S i :
, "1
1
ri.
; ( -1
I
V
ili
i ' l ^ l