i!
, , 6 D' A M B O I N S C H E
fe, hoewel men aan diemen vervoertalt,de.mgepoetenafgebrokenziet. Hynoemt
en ^ehruik•t volgende uit een (MS . ) gefchreven boek genomen.
I . Voor fllle gezwellen met azyn gewreeven»
a Voor den bloedgank mec wacer gewreven. doch zoo 't niet helpt met
3 . Voor allerhande kamergang met wyn gewreeven
" ' T S r o n s '^fr^e"g: gereue,, begUtt. w . t de.elve ntogtet, voo..o-
Voor alle kottwemheit of benautheit voor de borll met water gewreeven.
, Voo nige gezwellen, die opde fchouder of rüg veroudert xyn, enmetgeea
andere g l e s r idde l c n können'geneezen worden, met azyn gewreven en daar op
® t 1 n \ gemeen Vierden . e gebruiktomdebrandindekoort.entebluilchen.gelyk
ook f . Manmm fchryft, met water gevreeven en „f .
^ „W Uit het verhaal van meer gemeiden Mr. Cr.ßmn GyarU heb « ' ^^
^ fchen de Stad . . . . . en ''
R A R I T E I T - K A M E R . I I I Boek. 337
De afgetekende, ¿7 letter E. // geheel murßeenhardi hruimr mn koleur dan de 'ooorgaande
, en uit een Bergßeen gehaalt: Die by de letter l-"'. een andere foort, 'tDoorshooft
genaamt,' en mede 'van gefieltheit ^ ab by letter C, Nu volgen de Vifch-ßecnen of
•verßeende Viffchen^ ivaar van my 'verfcbeide foorten zyn 'voorgekomen, doch ik benäeze
tif>ee viaar mächtig geworden; zie d'eene by de letter G. 'verbeelt, deze zit in eenen
'vaßen zmarten ¿teen, en ¿'andere by Iri-zyntwee 'vißchen met alle hare graten, rosachtig
uan koleur, in eenen ivitten, doch wekeren Steen, dan de voorgaande, }k zal
alle de verfcbeide foorten van Hauten, [^ruckten , en andere Steen gewordene zakcn,
voorbjgaan; om dat de veelheit der zelver een heele verhandeling vereifcht; doch
tot beßuit noch aanwyzen een ßukjen op de plaat LVII. N". verbeeldty het iseentakje
met bladeren en een vruchtje van den Egelantierboom» geheel tot Steen geworden,
my overhandigt door den Hr. Doilor Schölts tot Rotterdam, groten Ließebber van
zulke en andere dergelyke zddzaamheden, waar van zyn Ed. noch een veel groter ßuk
by helft heeft, nevem ver/cheidene takken en bladereny,met de vruchten daar am: Dit
verbeeide ii 'er maar een klein ßukjen van.
L X X X V . H O O F T D E E L .
S a l A m b o n i c u s : Garam Ambon.
naar't Weilen;' t welk de Sinezenalhier ook bekrachtigen. , mmmm^rnmM m Peenie Hoorem en Schulpen gefegt ' ' » f j Ä ' ] Z'dringe., e« ^mmmmm m. ^mmm imiäisssz's-im
Oewel de Amboinezen door 't bywoonen der Europeers van goed en opregt
zout genoegzaam können voorzicn worden, ZOG blyven ze doch by hunboikuf'
oude gewoonte een grof en ongezicn zout te maken,by hun Saß gcnaamt, t i ^ ' "
gelykende beter, harde, donkere, en afchgrauwe ileenen dan zouc, ber""'
halven dat het akyd vochtig is: 't Zelve word.aldus toebereidt,
•Zyzoekcnzoodanigehouten, die langen tyd in zeewater gedreven ; en van haar
fchorfle ganfch ontbloot zyn, deze kloven zy in lange Ilukken omtrent 2 eilen
Hoi cn
Üapclen ze op kleine Hoopen, en itooken vuur daar onder; ondcr 't branden fprengen
ze dezelve geduurig met zeewater, zoodanig dat cven de vlam niet uitgaat, zoo Jang™^^^'^-
tot dat het niet meer branden wil: Dit verbrande hout vervalt dan in rolTe en ruige;^^^""
Stcenen, Lapis Calaminaris byna gelyk, daar aan men alrede zien kan het zout
blinken; daar na nemen ze korfjes uit groene bladeren flegt gevlogren, daar in ze de verbrande
klompen doen, eeril boven eenige holle bakken gezet, gieten al weder zeewa^
ter daar op, 't welk als cen bog in de ondergezctte bakken druipr, en dat zoo lang
tot dat de klompen in aar de en afch vervallen: Dan zetten ze veele potfcherven of
halvepotten,die ztUlen en Lamam noemen , zoodanig dat men gemakkelyk vuur
daar onder itooKen kan. In deze potfcherven gieten zy de voornoemde loog en koken
ze ZOO lang, tot dat ze in een harde iteen verändert, behoudende de iorme van '
potfcherven als kleine koeken,die zedanin denrookopgehangenbewaaren. Dit is hun
gemeen Zout, 't welk zy in al hun koit gebruiken, inzondcrheit by 't eeten van Papeday
waar by het fmakelyker is dan ons gemeen zout, hoewelhet merkelyknaarloog
riekt. Men flaat de koeken in Ilukken van cen ei groot, en wryft daar mede de koil
die men eeten wil, zoo lang tot dat ze genoeg gezouten is: Buitcn den rook kan men
die zout niet wel bewaren, om dat het fmelt en de plaats vochtig maakt; zoo deugí™^»^
het ook niet tot inpekelen, om dat het niet fcherp genoeg is. Dit Zout is ook goer j S
voor die den kinkhoeit hebben ,veroorzaakt door eenige dikke en fcherpe fluimen die'^'^'^'
in de keel üeeken en een moeilyk jeuken veroorzaken, als men zomtyts daar aanlekt,
waer door de fluim verdunt en het jeuken eenigzins overgaat. De dryfhouten tot dit
werk dienÜig krygen ze genoegzaam in de regenmaandcn, wanneer gcheele boomen
inzeedryveninzulkeenemenigte, dat ze dikwyls geheele ilranden bedekken; in- toi
zonderhcit in' t jaar 16Ó4. wierden alle de ilranden van Ambon, Keram^ Manila
Botro., die naar 't Ooilen leggen, met zoo zwaare en vcele boomen bedekt, dat men
V V de n S f
I!'
Sí