i '
I
l •
M • if
MdA:^
R A R I T E I T - K A M E & . Ii Boek, 105
lichtrood geboomt: Zy zyn omgeevenmeteendunvliesje, 't welkdaaraanvaít houd,
en ten eerlten raoet afgefchrapt worden: Haar Melicera is eenverwert klontje van dik- ^
ke draaden, ofver-wert zeiigaren j wit, rood, en kraakebeenachtig, goed om re eeten,
gelyk het Dier ook is; de meeüe en mooifte vind men in de Dliaprs, weinig op Hitoe,
en klein/íTeraw. Zy worden veel gezocht om er Ringen van te maaken, dieniet^^^^-
flüeen de Inlandfche, maar ook onze vrouwen aande vingeren draagen; ditgefchied w . »
met groore moeiten, en fchier zonder gereetfchap, want zy üypen het hoofdop eenen^'-"""
ruigen ileen, tot dat men aüe de holligheeden tulfchen de krullen van binnen ziet,
zy flaan het achterlyf met lleenen af, of zaagen het afmet eenen dünnen vijl, en flypen 't
overige, tot dat 'er een Ringel je van word; konnenookuitieder Hoornnietmeerdan
twee Ringetjes krygen; deze zyn fchoonwit, als het witße been, glad en blinkende,
als yvoor; want de zwarte koleur gaat niet in de witte fubilantie van de fchaal, en ^
wort 'er uit geíleepen: Zommige laaten deze Ringetjes glad; zommige fnyden ze uit ^^^^
met karteltjes, enbloemwerk; zommigeweetenzeook zooaardigte fnyden, dat'ef
eenverheeven kasje, met eenzwartplekjedaarboven op, aanblyft, alsofhet eenformeele
ring was met een ingevatte ileen. Uit de bovenftaande derde loort Vilutamußcalis,
kan men deze Ringen ook maaken, als mede uit ecnige andere Voluta, en Schulpen;
doch deze Marmor ata houd men voor de befte;hier toe moet men neemen zoodaanige We^ m
Hoorntjes, die niet lang uit de Zee geweeft zyn, ook niet lang in de aarde gelegen
hebben; want zoodaanige Ringen worden doodfch, enzonder glans, gelyk ook die
draagen worden van ongezonde menfchen: Men moet ze ook niet hard handelen ,om
dat ze ligt breeken, inzonderheitdie van Schulpen gemaakt zyn, Zy pleegennochan- o;,
dere hovaardye inet deze Ringen, die zoodaanig mec guud beflaande, dat men beide,
'r goud en den Hoorn kan zien; zomtyds maaken ze een groeve in 't middenvan den/^^^«
Ring, en leggen daar ineen goudenhoepje, of eenen anderen ring van zwarte fab-'"""'
ftantie, gelyk van Schildpadshoorn, enz.
X. Foluta ^ennata , deze zyn langwerpig als een Rol , het hoofd niet plat , maar ro^^
uitpuilende in een Jurbo , met een klein rood fpitsje boven op , van tweederlei
daante, geel enbruin: De geele foortnoemtmenKorhoenders
delakens, want zy zyn over 't geheele lyf gefchildert me-t geele veárpn . dip z w a r t e o .
randjes hebben, Tchier gelyk de veéren van die Vogel: De tweede foort is wat kleinder,
enfmalder, recht als een Rol , met bruin en wit gefchildert als veéren, diemen",}^^^
Zilverlaken noemt; beide hebben ze een fmallen mond, en können een tongetje uitiieeken
, dat wit is, en rood gezoomt,en daar in een beentje, ofdoorentje , 'twclkw««.
mede fme r t , als ze iemant ñeken: De derde of bruine foort, heeft noch een verandering,
die grooter is, ook met bruin en wit gefchildert, doch de veerenleggen zoo
ordentlykniet; zyn doodfch van koleur, en längs de gieren fyngeribt: Hoewelde
tagenata d a g e l y k s g e v a n g e n en gegeeten Word, zooishynochtans nietonverdacht van «w.«
venyn, 't welk in Baniia, zou ondervondcn zyn aan een llavin, die wel wiit niers
ders in de hand gehad te hebben, als dit Hoorntje, 't welk zy inZee opgeraapt
onder 't trekken van den Zegen; ennaar ftrand gaande voelde zy een kleine jeukiii^^^;''^^'^
in de hand, die door den arm allenkskens opkroopdoor'tgeheelelichaam; enisalzoo
op flaande voet daar aan geftorven.
XI Folatamaailoß, gepiekte Katjes, deze zynookkegelvormig, meteenefcherpen
fpits boven Dp, enaan de kanten wat fcherp,over 't lyf met breede plekken ,
iiA
.ivord
meefthoog geelzyn, zwartoflootverwiggefpikkelt, gelykzommigeKatten, endaar-^^^«^^^^^
enboven met fyneftipjes, alszand, beilrooid, die mecftin ryenüaan: Inplaatsvan
plekken, hebben zommige, aan den bovenften kant van de gieren, zwarte ftreepen, en
het hoofd is met diergelyke ftipjes gefpikkelt; zommige hebbenzooweinigeplekken,
dat ze meeft wi t , of bleekgeel zyn, die men voor flecht acht: Men vind'er ook die «r^
grauwachtig zyn, en van andere verwe; doch alle aan't hoofd met diezwarte fcipjes^^J^
bezet of getekent.
aar
•men
nie ST'
dir fo'irtetf
lixdl.
x n . vo~