• I
' t - ' i •;' i'
Z ' " ^ ' fcherp, gelyk een Weilpbsalfche harn, vol kringen of r ibben, met de kanten paraljl
tven. leel lopende; in Tgevoclen wat fcberp, b!eekgeel,'met roodachtigellraalen,achter
Jerfiortea^
íyji.
De ^de
tSAí
148 D' A M B 0 I N S C H E
by 't hoofd 't zaamen flötende, verbeeidende de l t raalen,diemen' s avonds ziet by den
ondergaanden Zon, als hy water t rekt , daar een regen opvolgt ; Van deze Uraalen
zyn zommige breed, zommige fmal, zommigeSchulpenhebben00kganfch geene of
Hechts eenige v o e t i k p p e a daar van; daar is weinig vleefch i n , om dat ze zoo plat zyn
e n mcn vind ze meeit leeg op ftrand gapende, doch de fchaalen nochaanmalkander
v a i t , 't welk gefchied, als ze by atlopend water boven 't zand kernen , en fchielyk
door de heete zon geraakt zynde zoo magteloos worden , dat ze den fchaal met c
zaamen kennen houden, om dat hec achterfte dikke velletje d e e r de droogtebuuen.
waars krimt, w a a r door zy den krabbekens ten prooi worden. Men vind ze overvioedig
De ToJe
in den Amboinfchen Inham emtrent de WaijnhoeQVi in de op vlakke en
harde üranden: Zyiwordentot den kol lniet gezogt. Men v ind'er oek, doch zelden,
die rood van fchaal z y n , met witte of geele itraalen. Noch een derde foor t ,-.dewelke
g a n f c h w i t i s , en ilecht van k ekur . Een Vierde feor t valt op Oof t -Keram, zyndcde
g r o o t i i e ' o n d e r d e 7 e / / / « « i , vierduimenlang, tweevingers breed, over't geheelelyf
glad enbruin, enzonder ilraalen, dewelke raar zyn.
I X . lelUna U-visis van fatzoen alsde voorgaande , maar wel zoo breed en dun ;
ganfch glad, zonder ribben of fchilderijen ; zommigc wit alsyvoer; zommige lichtgeel,
achter by denwervelmeteenreodplekjeofkruis)e; zommigehebben ook eenige
denkere Ilraalen; dewelke wi tzyn; deze zyn raar.
X. T'olium. Maleitfch, Bia Lida, deze is ganfch plat en d u n , heeft geen uiiftei
Z l r i ' kenden hoek gelyk de haramen, maar aan beide einden r o n d , ofaan 't eene eind rechr.
e n a l s a f g e f n e d e n , en aldaar fcherp getand, gelykende een tong ofeenblad, van verw
e hooggee!, met en zonder ilraalen: zy worden zelden gevondcn.cn zyn derhalvcn
r a a r ; men meet ze zacht handelen, en niet lang iii den zon droogen,want daar door
verbleeken le. ^ , .
X L Petafimculus, Hammetje , heeft de gedaante van een Banquethammetje , te
w e c t e n , aan den eenen hoek rond , en aan den andere faiallopende, een vinger
lang, en ruim een breed, zeer dun van fchaal, eenparig rood; zommige zyn incarn
a a t , dewelke breederenronder zyn: Andere zyn lichtgeel als vuil yvoor , dewelke
g r o o t e r en ilechter zyn: Men heeft ook kleine, fchier zonder h o e k , enrend, med
e rood.
Di
letter L. •fr
XII. Petaßificulusßriam, is een klein langwerpi g Schulpje , in de lengte geribt,
wit of lichtgrauw.
XIII. l'ulfella, Baardnypers, is een langwerpige Schulp 5 aan den ecnen hoek
d i k , en aldaar met een wervel aan malkander vall/ aan den anderen dun , plac , en
r o n d , ZOO dat z e op en toega an; gelyk een tang of Chineefche Baardnypers.de groot.
ite zyn ^en 4 duimen lang, buiten vaal, en ruig, zonder mooijigheit, en gelyken
meer naar een fnebbevan een Eend: Andere zyn kleinder en moi jer , die beter naar
een Nyper gelyken ; zy zyn een kleine vinger lang, wat krom als een Säbel , donkergrauw
of aardverwig. Men vind ze in g root e k lompen by 70 en 80 met een ruigmofch
aan malkander vait hangende, die men dan in water moetleggen, en los laaten wecken.
De Tellin», äefe \ße foort is afgebeeldopdenflaat XLV. by Im er C~ Van de foort,
ontbreekt d' afbeelding. Doch de foort ^ wordaange'wezen byletter D. De 4 c foort,
letier E , dezewordbvons i/fipurpereSonneilraal,Oi?Äwi'/(ie groot e T o u r de Bra,
genaamt. De foort, byletterfiwPeuldoublet, enwordook'tPooKchM^sgemamt.
Vande foort^ontbreekt de ajbeelding. Doch de 7-" foort is, afgetekem,by letterG^
enwordbyom Kohbtiong^ omzynfcharpefchubbeije^, genaamt ,ook wiW^ Segreine
doublet: van dezezyngrooveenfynei degroovehebben bruine plekken; ende
jyne hebben roodeßraale op een 'Witten grond: Dewelke hier als de ßort, by letter
H , ts aange-jvezen. De ^^ Joort^byletter Ijisglad, en khoort onder de Koosdoub-
Dt
fmt.
De Ilde
foort ly
letter A.
tí"
R A R I T E Y T - K A M E R . II. B o e k , 14 9
letten ; waar n^an geele^ roode, witte, ge'vlamde^ geßraalde, en geßreepte zyn. De
loic ¡oort, 'Merbeeidt by letter K, i¡ een andere foort Dan Venuslchulpcn, te Dören
befchreven. Den lUe« [oort, by letier L , noe?nt de Schryver \ Hammetje; doch
worden by om mede onder de Roosdoubletten¿¿>'e¿í«í. Den ii-i"" foort, moetenwy,
em dat de afiekeniHge ontbreekt^ Doorbygaan. Doch de ly'' foort, is verbeeld op den
piaat XLVI. by letter A, dien de Scpryver Baartknyper noe?iit
X X X I V . H O O F T -DEEL.
Solems hivalvy,
Oven in 't XXVII. H o oft dcel., hebben wybe f chr e v e n d e di e maär ^ f « so;
uit een pyp beilaan, nu komen de Tweefchaalige, maakende het vyfde ge- vaivij h'-
ilacht vanfchulpen, dewelkelangwerpigefchulpen fyn,met haare tweefchaa-
Icn een fcheede of pype verbeeide, en beilaan in de volgende foorten :
I. Solenes bivahy, Ungues, Daäyli, vulgo , Fagini, Neérduitfch , Orgelpypen, De iße
Maleitfch, Biabutu en Biafaron, odk Krängfißj en ß w koekoe, om dat haar fchaal-¿^¿¿/J
uit nagelen of fchubben fchynt 't zaamen gezet te zyn, Deze zyn 4 en f duimen lang,
een vinger breed, dunfchaalig, uit den ronden wat plat, aan d 'eene zyde door een vel-xl! v
leken wat t'zaamen gevoegt, aan d'andereopen, dochniet wydgapende, want ilraks^"
daar achter is 'er een velleken voorgefpannen : De beide einden ilaan open, waar van f ' "
het bovenile rechte, hetonderfte rondachtige kanten heeft: De koleur van den fchaal
is lichtbruin, aan zommige met wicte plekken cnilraalen, effen en glad, of metklei--^^^""^'
ne fcheurt jes o v e r dwa r s , wyzendezyne aangroeijingena beneden; het vleefch ishard
en zenuwacht ig, boven met een eindtje, zynde een Hdvan eenduim lang, uitlleekende,
gefatzoeneert als een Membrum virile, met een zwar t e voorhui d naar believen uit en
ingetrokken wordende, en water uitfpuitende: Zyi laan rechtovereindin eenzuivere
zandgrond, altyd aan den rand van 't laagile water, daar de wal begint aftegaan:
Haaren plaats kan men bekennen aan een rond gaatje in 't z a n d , daar men ze behendig
uitgraaven moet met onderfcheppen, want geraakt zynde trekken zezich diep in den^^^*."
grond. Hy de Chineezen worden zeingepekelt en gegeeten, hoewel zezeer hard e n ^ ^ S '
onverdouwelyk van vleefch zyn. In den Middellandfchen zee » inzonderhei t in den Ar-
'^hipelagzis moeten ze veel beter-èù murverzyn; want ik verila, datze by de Grieken
en Italianen aldaar in hoogachtinge zyn. De hedendaagfche Grieken noemen ze
Imeesi de Italiaànen Lanqueiti; doch by Jonfionus Lib. de Aquatilibus
Venetjaanfcheri naam. Cappa longa; te ßononia, Pifche canellui en het is miflchien
de Concha longa van Rondoletius ; hoewel de Middelandfche Solenes van de onze wat
verfchillen. Men behoeft 4rißotelespii\ niet te berifpen, daar hy f chryf t , dat deSolem
namingin
Vnid ik àtnverfcheidentaaUn,
a m beide kanten gei looten zyn; want in der daadde loiTezyde niet ver opengaat^
lynde aSs.gezegt van binnen met e^n velleken toegefloten. ^
II. Roftru?n anatus. Eende-bekken , zyn mede een foort van Solenes bivahij, en ^De .àè
miiTchien de W y f k e n s , want Plimui verdeeltze in Mannekens en Wyfkens; hoewel fe'
deze ook van t w e e d e r l e i flach zyn : Dceer l l e o fgroót i l e üende-bek is d ikke r van fchaal V
enbreedcr, längs de kanten ger ibt , cn alsvol fchenrnn. nW K,-,,;. af c h g r a u w ' , S L Ì
boven met een zeer gapenden m o n d , wienslippcneen weinig üitwaartsgekromtilaan^^f' '
de onderile hoek Iluit wat meer, en zy ilaan overeind omtrent een hand diep in ' t Ä «
Zand, hebbende boven een zwart en zenuwachtig einil u i t i leeken, rimpelig, zichuitÄ^ÄA
en int rekkende, en maakende boven in 't zand twee gaatjes, daar meneen kleine vinger
inftcekcn kan, en waar uit het Dier water fpuit; het binnenfte vleefch is ond eu~
gende, vol zwart bloeden zand, velachtig en onbequaamtot den koi l , behalveneen
^ •• we img .
•Ii