B L A D - W Y S E R .
' M i l l !
Il
MÜm
ÑachtfchuJpen. Zìe Chama litterata
oblonga.
Nageìfchuìpen. Zie Chama fquammata,
en htterata oblonga.
Nancites : Meftika Nanka , een foort
van Suenen befchreven. 324.
— Jyf^aar dezelve gevonden word. ib.
— P^ord zelden gevonden. ib.
— Des zelfs gebruik aangewefcn. ib.
Nautilus major, {. craiTìis : Bia papeda,
een foort van d'^ Eenfehaaìige
of gedraaide Hoorntjes befchreven.
59- 62. 167.
— Des zelfs Schaal befchreven. 59.
— Des zdfs Dier of F^ifch omflandig
befchreven. 60.
— £)' uitlegginge van d^ afbeeldinge dezes
Diers. 60.61
--Des zefs benaminge in verfcheide
taaìen. ói. 167.
— T4^aar dezeìve gevonden word. 61.
Des zelfs Dier word tot fpyze gebniikt,
doch is zwaar om te verteeren.
ib.
-- Hoe tilt des zelfs fchaal drinkkroezen
en lepels gemaakt worden. ib.
— Plinius en eenige andere Schryvers
over dezelve aangehaalt. 62.
— Ken vreemt voorval van een diergelyk
vifcbje, v^elk fleentjes voortbragt.
ib.
— Aammrkinge des Schryvers daar 0
— XJ^aarom dezc T^ifchjes hy vochtig
weér zweeten. ib.
— p^aarfchouwinge, dienende tot reden
van zyn benaminge. ib.
Nautilus tenuis : Roema gorita , 00k
een foort van d' Eenfchalige of gedraaide
Hoorntjes. 63.167.
— Hier van twee foorten, groote en
kleine. ib.
— De groote befchreven van zynlangte,
hoogte en dikte. 63.
— Des zelfs dier befchreven. ib.
— Heeft haar den in H water hangen,
waar mede hy zieh beßiert envoortzeilt.
ib. 66.
— Ais hy gevaar verneemt , trekt hy
naar den grond. 63.
— Hy is los in zyn fchaaF., dewelke hy
daarom zomtyds verließ. ib. 64.
— Hoe hy op den grond en weder boven
komt. 64.
— De kleine van zyn langte en wydte
befchreven. ib. 167.
™ Des zelfs fchaal befchreven. 64.
-^^Deszeifsvifch. ib.
— Zyn eyers befchreven. ib,
— Zyn verfcheide benaming. ib.
— J^ord zelden gevonden. ib.
— - J^an d'' Indianen op hun Feeßdagen
gebruikt. ib. 167.
Des zelfs ivaarde. 64.
— yreemtvorval tuffchen eenenArent
en Nautilus. ib.
By de Grieken en andere Schryvers
ook onder twee gefachten bekent.
6).
— Plinius daar over aangehaalt. ib.
Mutiani befchrvvinze daar van. ib.
B L A D - W Y S E R.
— TVaar dezelve gevonden worden.
118.
— Door Jonñon befchreven. ib. 66.
— Door Bellonius. 66.
— Des Auteurs gevoelen. ib.
l^aarneminge des Schryvers enverdere.
befchryvinge van zoodanigen
Nautilus. ib.
— Door den Schryver verivorpen, dat
hy eenBezaantjezoudeoprechten.ib.
— V Getuigenis van Bonannus, waar
hy gevonden word. ib. 67.
--Hoe hyzyn fchaal verkrygt, is onbekent.
. ' 67.
— Is terßont levenloos, als men hem
maar eeii weinig handelt.. ib.
Neetekammetjes. M. Bia SiiTia, een foort
van de Múrices. 86.
— pf^orden zelden gevonden,en onder d&
voornaamße Rariteiten gerekent. ib.
Nootedoppen, eenfoort van Eenfchaalige
ongedraaideHoorntje» befchreven.
184.
— pj^aar dezelve groeijen. ib.
Nubecula. iV. T^olkjes^ eenfoortvan
de Volute befchreven. 103.177.
— Hier van twee foorten. • ib.
pp^elker eene Jchoonder als d^ andere
5 en zelden gevonden word. ib.
NulTatellana granulata. iV. Ryskorrels .,
een foort van de Porcellanas minores
befchreven. 118.182.
— - Hier van verfcheide foorten. ib.
— pp^rnr
o
O.
Chra. Zie Marga.
'Oculus Cati feri : Meítica Cuts-
300.
• gevonden word. ib.
Plinius daar
— pPaar dezelve
— Bellonius en rimius ûaar over
aangehaalt. ib.
— Een diergelyke in den oog-appel van
een Huiskat gevonden. ib.
— Haar hoedanigheit. ib.
— f^an den Schryver , ^lurites genaamt.
ib-
Oculus Polyphemi, em foort van /
Echini befchreven. 31.
— IVaar dezelve gevonden word. ib.
— Is dienftig voor de maag , en dryft
het water af. ib.
— Hoe tôt fpyze bereidt ivord. 32.
Oefters. Zie Oilreum.
Olyphants tanden. Zie Denticuli Elephantis.
Ondervinding van den Schryver. om de
natimrlyke van de valfche Steenen
te kennen. 290.
— Eerfie opmerking omirent den Diamant
, Robyn en Saphyr. ib. 291.
— Tweede opmerking van d^ Achaaten
en Kryfiallen. 291.
— Derde van de Meilica. ib,
— Vierde van het Glas. ib.
— ^yfl^ ^^^ ^^^^ Cochlites of Cochlea
iâxea. ib.
— Zefde van de T.^oetfleenen. ib.
— Zevende van de Koraaljïeenen. ib.
— Achtfie van ¿/'Enorchus. ib.
Onyx: Jok. 286.
— P^oor den kofùng onder d^ Edelgefteenten
gehouden. ib.
— pp^ordmeer geacht als de Diamant.ih.
— By de Chinezen ook hoog gewaardeert.
— Hier îiit het Keizerlyk fignet van
China gemaakt.
— D' onderdaanen op halsjiraffe verboden
hunne fignetten daar van te maken.
, ib.
— Pf^ord zddm gevonden. ib.
— pp^aar en hoe hy gevonden word, ib,
— Een wonderlyk verhaal van eenen ,
die^ voorgaf den Onyx aan te wyzen,
en niet vindende hem zyne vóeten
afgehakt wierden ; en eindeJyk
den zelven noch te voorfchyn bragt ;
die doe tot het Keizerlyk fgnet gebruikt
wierde. ib.
— Hier van noch eenige andere khchtige
vertellingen. ib. 287.
Onyx Achates en ^^v^iushebbengroote
gemeenfchap met malkander ^ en
maken zomtyds een mengelmoes van
een vierden fteen. ' 289.
Onyx major, T taurina. 87.
— P^',rfcbeide foorten hier van aangewefen.
ib.
'aarom Blatta Byzantia genaamt
ib.
— pp^aar toe dezelve gehruikt word.
ib.
Onyx iecunda. ib. 88.
— PP^aar toe deze gebruikt word. 88.
Onyx minima & moichata. ib.
— PP^aar dezelve gevonden word. ib.
PP'ord voor de befie tot reukwerk gehouden.
ib.
Onyx quarta. ib.
— Des zelfs langte , breedte en dikte.
befchreven. ib.
Onyx quinta. , ib.
— Pi-^aar deze gevonden word. ib.
Onyx iexta. ib.
— J^^aar dezelve gevonden word, ib-
Onyx feptima. ib.
— PP^aar uit deze voortkomt. ib-
Onyx odava. ib.
— PP^aar uit dezelve voortkomt. ib.
Onyx nona. ib"_
— PP^aar deze gevonden'word. ib.
' — Alle deze bovengenoemde zyn foorten
van den Ungius odoratus. 87.
88
— De laatfìe foort weinig gehruikt wegens
zynflechtercuk; dochvan eenige
aangenoomen. 88.89.
— Dioicorides hier over aangehaalt,
doch tegengefproken ; echtervanden
Schryver door reden verdedigt. ib.
—'i Gevoelen van NicoJaus Mirepficus
verdedigt. 80.
z 2 3 J^^^l