iif :
ê I ••.1.
j í í h
2 2 0 D' A M B O I N S C H E
j>uanno, afkomfiig van F?/^?? of da t i s , fmelten, bryfelen, dew>!heteen
lleen is, die in den mond ligc fmelc en verbryfelt word.
if'aar die McH vindzcfchier in alleAmboinfche Eilanden, doch d'cene is wat beter dan de
wJde^ andere; Dieop'cEilandHöw/w^z, m't gcbsrgKe 2thawacca y V/ai er\ Ouwvñlx,
Word voor de belle gehouden,7.yndelichtgrau\ven den -Sí/«/naaftkomende : Andere
Wsrdtot
fpyom Kit
ac huHdu
achten mcerder die v a n o p groot gelegen ; deze zyn harder
en geelachtiger dan devoorige, vail aan de Uppen kleevende , dewelke men graaft
Entvtlie agter dezelve Hegory uiteen bakoven aan 't hangen- van .den berg; In 't riviertje Way-
P)^ if^ 'iland vanoud Haiivev'm^mtn ktonrjes klein en g root , harder en witter dan
devoorige, 7,00dar menzein' tbytenaf knappen moet, dewelke men 00k onder de
belle rekent : D'andere, dewelke men längs \ Hitoéíche land vind, als inoud Eli,
Señalo en Telijfa »worden voor ílechcer ge ho u d e n , en zyndikwyls met zand gemengt.
Men graafcdezeaarden xof 3 voetendiep onder den gemeenen grond, bellaandeoÉ
uit gemeene zwarte , ofroode, ofgrauweberg-aarde; menmoet zoodanigeplaatfen
kielen, die aan een Heilte aftiangende vaneen berg ikan,daarmendanhooien maakt:
•als bakovens, daar men de zuivere Batupoamonáet vermeriging met andere aarde
kan uithaalen, maar in opene kuilen blyft het regenwater iUan, 'i welk den Batucan
onzuiver raaakt.
Alte batu poan isin 'tdagelyks gebruik niet tot de medicyn, ma^r om uit de hand
r e c e t e n , de Inländers vinden groore fmaak daar in, inzonderheit hunne vrouwen,
die bevrugtengewoonlyk met vreemde luitenbevangen zyn: Meneetze nooitzoo
verfch, als ze uil den Berg et uit de Riviere komt , maar men doet ze in een nieuwe
onverglaafdeppt, en hangt zeomrrenr een maand in d enrook, waar doorze een rooka^
htigefmaak (^«»^igenaamt ) bekomt, fchieralsverfcheryft, byd'inlandersaangi.
naam, en dan word ze op de markt verkocht : De Vi ouwtjes weeten niet eigentlyk
t e z e g g e n , w?arom zyzezoograag eetcn, als dat zy daar fmaak in hebben, en malkandcrwys
maaken, dat zy een bleske koleur daar doorkrygen, en zoo op haar manier
wilde wit fchynen, ik meen als 't ongebleekte Hnnen ; De ervaaring leert welj
dat moci^r en kind op haar manier daar door wit worden , maar die ze dagelyks en
te vee! eeten , krygeneenbol vleefch engrooten mik, entenkailenden koek ofkor.
tenaaiem, {TehsUi) met eenvervuildemaag, waar uit Cörfijywid ont fpr ingt : Daarentegen
houd men ze gezond voor die.een fcherpe buik en bloedloop hebben om de
bezeerde darmen te zuiveren , te falven en fmeerig te maaken, dat de fcherpe dampen
daar geen vat op hebben, en met eenen zachrjes te floppen.
Marga /¿(íBrágelyktzeer wel naar nat gemaakteafchvankoleur. zwaarder en verter
dan batu pan , aardachtig van fmaak i Deze vind men overal in 't gebied van oud
Ib'ioi Hatuana i zoo dathet geheele land daar van fchyntgenaamt tezyn, doch word
meeit gevonden aan de kanten van des zelfs rivieren , inzonderheit by Wayfake; als
men xof jvoeeendiepdoordezeMár^i^graaft, zoo komt men op de regte batupan-,
dewelke men in koleur en fubftantie ligt daar van onderfcheiden kan. Van deze
Marga vind men een geheele klipaan 't riviertje Eijer Gosroe Goeroe Kitsjil, daar 't
zelve van boven neerilort, en daar de boots van defcheepen hun drinkwater haalen
gelegen aan de Noord-zydevanden Amboinfchen Inham ;dit riviertje voert eenileenachüg
zap in zyn water, het welk een ileene koril zet aan honten en takken, die
daar in vallen, dochalsmen'twaterwatftaanlaac, tot dat deze fubßantieop denbodemfakt,
zoo is hecgoedt e drinken; De Amboneezen noemen deze Margayliatußihu
i dat is, ¿¿i/w/öw/crofflykileen, om dat men hem in't warer wryveni^e terilont
rotfii kka n maaken; in de Uliailers Batu ktillul. Deze Marga gebruikt men in de
ÜliaOers om formen van tefnyden, daar in men gefmolten tin , koper en loot
kan gieten.
joJi."'" 1 erra Nujfalavietißs komt nader-met de Terra Sigillata overeen, zy is wi t , cen
weinignaar'tgryfetrekkende, alsof'erwat lichtblauw onderliep, zeer vetáis zeep,
doch
Doch
ten onge
De'A
defior
mar
een heeL
kiip is.
Enw.
Uegebr
ke^k.
R A R I T E T - K A M E R III Bock. 221
doch niet kleevende aan den mond, en zoo brokkehg, dat met het minüe handelen
de klontjes van malkander vallen, niette min isäederilukje aan zieh zelfs v a f t cnfmè e -
r i g : De fmaak trektmerkelyk naar onze en z y i s z o o v e t , datzehaar
niet wel met het waterlaat mengen, g e l y k e e n , oiMeédla Saxorum. Men if^aardu
graaft ze op NuJJalaui in 't hangen der[bergen, en op de naaile heuvelen agter de dorpen
SilatnTitaivay. De verfch iiitgegravene doet men in een met water , roert
ze met een ilokje om, tot datdegeeleenroodekleidaarafgaat; want men graaft ze
onder zoodanigen grond i of ^ vcetendiep, endewylde Inländersflordigdaar mede
omgaan, ook t' elkens na 't uirgraven den kuil met die aarde weder ftoppen, zoo
komt zeby' t uitgraaven daar onder, daar anders d'ader ofgangzuiveris: DeuitgewaiTene
in potten gedaan, en in den rook gehangen, word van de Vrou wtjes van dat
Eiland gegeeten gelyk andere Batu Toan^ den buik min floppende, en miiîchien met de
regte Terra Sigillata nader overeen körnende ; doch de Inländers hebben de eerile of
drooge foorte llever, om dat deze Ntflakutfche aardezoo fmeerig is, enaandetanden
kleeft. Inde voorfchreve heuvelen vind msnnocheenanderefoor t , witter, heçi^
grooter klontjes, en isminbrokkelig, die men voor een wi t teßö/Äjmaghouden. Zyfoorua
word gerookten gegeeten als de vorige.
De Batu foan van't Eiland Oma is vry flegter dan deUliaiTarfche, want daar loopt
veel geele klei onder > gemengt met zand en fleentjes, en riekt wat fwavelig.
is tweederlei van koleur, donkerroodenlichtrood, menvindhemin Dt vier.
't gebergte van Vlat en Oacc met kleine klontjes boven op den Batu poan, en ook daar
onder gemengt; hy word niet gegeeten, maar VandePottebakkersgefogt, dewelke
de zuiverfte klontertjes vergaderei), met water wryven, enop denieuwepotten van Dientcm
buiten fmeeren, eer zy die in' t vuur zetten om roodte worden. Zy noemen hem al-i^Lr wfii
daar Haca caultn Tiaul: Dezen Bolus vind men overvloedig op Leytimor aan àtny^Îideren
roodenberg, daar dezelve ileil enafgevallen is: Desgelyksdenroodenen Wittenßflits
byhet Hitueefche àor^ Haußhol.
Terra Aurifabrorum, in de üliaiTers Vmepyal genaamt, is een vette zwaare Margay De vyfde
van veeleklonrertjesgemaakt, bleekgeelmeteenzilvereweêrfchyn, brokkelig, aan^®"!.'^^^®
de Uppen niet kleevende, en niet zonder vermenging van fyn zand : Men graaft ze AurJfauit
een vlakken grond , aan Pya en Kullur, plaatien aan de Noord-zyde v&nVlirJfar
by den hoek'U/Äff/öi??/, De üoudfmeden van/¿<2 gebruiken deze aarde om formen en E»ti>aar
fmeltkroefen daar van te maaken, daarondermengendegefloteneJavaanfcheGorge-^'^^j'^^
lerten : Zy gebruiken ze ook om de holligheden in 't gemaakte goutwerkdaar mede^"»"^-
op te vullen, als zynde hoefden van de goude flangen en dè krishegten, \ welk andere
Goudfmeden met^z^^iz/i?, diùs, Gummi lac kadoen', dergelyke aarde vind men
ook by den hoek van Nuffanive in de Portugeefche Baay, daar de Land weg ovei-gaat,
en by regenweer den weg zoo kleeverig maakt, dat men metmoeitedevoetendaar
uit haalen moet.
Ochra, bruine en geele, word gegraavenop't Hitoeefcheland, opeenberg, daar De [efic
de onde Negory Teliffa geflaanheeft, o'pàQVi'çAz^t^AmahHteîto , x en 3 voeten diep
onder den grond; de bruine gelykt mztdovikQ'cLacca, dochverbicektleelyk, wordende
blauwpaers van buiten: Zy looptmechetgeeledoormalkandergemengt, zoo -
dat menzelden grooteklonters van een koleur vind; daaromtrentheeftmenookroode,
zwarte en witte aarde meer naar den Bolus dan Oker trekkende ; ook treffen de -
gravers zomtyds een bloedrooden zap aan, zynde buiten twyffel een gefmolten Bolus
welk deze waangeloovige voor een quaadvoor tekenaan de gravershouden: De bruine //.•.•<>-•
en geele word gerookt en gegeeten als andere Batu pan. In \ gemeide dorp was eertyds
Ipy^
een gehugt Lifalohoy wieps beurt ' t was hun Stadshuis te fliehten, daar zein' t
graaven de tweevoornoemdeO^ew vonden, envan haar naam hygenaamt Aarde van
Ltffaloho: In 't zelve gebergte lagen ook dedorpen Senalo en£/z, daar men ook Batu
pan uitgraaft, te weeten, tot Semlo by den oorfprong des riviers ¡Faccahtiliy een
E e ^ Wi t t e ,