R A R I T E I T - K A M E R . II Bock. 123
denonder het Zand houden, dit dekzel op den rugge als eenhagel draageride, waer^^j^W^i
van ikdriederlei flach aangemerkt heb; Hec eerileilachiseenlangwerpigbeentje, een^irL^
lid van een vinger lang,- gefatzoeneert als een langwerpig Amboinfch fchÜdje , bened
e n w a t h o l , en bòven gebuh : Het ander is grooter en ronder , als een l'choteltje. ^^^ ^^^
met fcherpe kanten, vuilwit, enwatpaariemoerachtig: 'cDerdeiseenwitbeentjemetivi.
een uitlieekend hoekje, en daar by een bocbje gefanzoeiieert alseenfchonkje van een
varken ; de twee cerile leggen op den rugge van 't Dier, wat uickykend ; maar i' der- N.
de legt in 't vleefch, fchier ganfch verborgen, welk vleefch geilyan reukis, doch goed
van fmaak , als t' gekookt word. Het is moeüyk te vinden, dewyl het zo diep in 'e
7and fteekt: Men heeft het op 't ftrand voor 't kaiteel Vigorìa.
VI. Nootedoppen, deze zoude men ten aanzien van de helft voor een fchulpaanzien
want zy hebben aan den eenen hoek een kantje , als of het de wervel van een fchulp
was, 'c welk echter zoo niet is ; want zy kleeven met de opene zyde tegens de klippen
; op den rugge zyn ze gefchildert, als ofhet kleine hoendervecren waaren.
VII. Orlamjes of Vifchhuiven , zyn vuilwitte wratjes , met de tuitwat
gende, gelyk de OrlamfchemitjesderMatroozen, ofdehuivender Vifchwyven;
nen hebben ze een rond beentje. gelyk een halve pyp en met de opene zyde zitten Z bj
2e vaft tegens de klippen. ,
VIII. Melknapjes, dit is een kleine vlakke PaU/Za, glad, en van bmnen
Schryverßap Her afvan het geflacht, h ons bekent ander den bmaming van Hoorns,{;;;;/j.^f
en zaat over tot het mdcre, vamefitlyk der Eenjchaaligen, by ons bekent onder den naam
•• ' - • ^ .— klippen aan'i^it ^en butte n
van
ommeteen
van
o/Schoteltje
' xyner veek ßerten, waar
! eenlge verbeeldtzyn op de plaat XL. 1> 'te by letter A> 'iioemt ;{yn Edt. een Lampje,
\als mede die byletters\\,Q, en D,x:inaange-we:ien/Deid' foort y byletter¥.,
Zeeooren by den Schryvtr, wordbyonsde lange Paarlemoerfchulp^c»ö<z»?i:
By letter E, is de huitenße, cn by ^Je binnenfie zjdevertoont. T>ie byG.H, en ^worden
00k Paarlemoerlchulpen gebeecen. 'De ßort, is ajgebeeldtopdeplaat'üU.
letter A, ¿ie- ¿y i?« J Fokken worden genaamt; zygroijen onder aan de fcheepen, en zyn
hen hiuderlyK in 't:ietlen, ook welaan rotxen, fchulpen ,ßeen, cn hont; zy zya veelderlei
vangedaanteen grootte, doch dexe is wel de voornaamjie. 't Geen by letter C , word aangewexeny
isdeVifch, die in dez^lve xttmet zynen uitgefirektenbaard-, endat by letter
D, isde:^lve, doch in een geßooten. De foort, is afgetekent op de plaat XL. by
letter K, ¿jfiwSchildpadpok; dei^zynheelxeldxaam. Defoort^ is verbeeldt bj
letter L, van welke wy heele qroote hex^ttsn: Van dei^ is noch een en een foort,
afgetekent by de letter s M, en N. De fi'foort, is verbeeldt by letter O. De by letter?^
vanbuiten, enbyOl, van binnen. De-x^ word by ons genaamteen Schilp of
Hoorn voortyds too ongemeen, dat men plagt te zeggen, als men ¿iergelykenniet be-
Xat, nochnietindenkaptezyn jÄyiJÄöi-Ä'ny^W?^, alshywatgroot is. DeU'foort,
byletttr^, noemtde Sehryvereen Melknapje ; dochwyhebbenhem altoos den Witten
üorfchulp genaamt: Zy zyn heelx,eldxaam, en , voor x^oveelikweet, maar drie bevan
de7e is noch een andere foort.
X X V I I . H O O F T D E E L .
Solen : Ca^^ang^
4 HEttweede flach van de Eenfchaalige Schulpen beilaatuiteenlangepyp ;iiie ^ßi soie^
zommige recht; zommigekrom, cn aan de beide einden open zyn ; dochj;/'"'"
zoodaanig: dat het eene eind altyd fmal is, als een afgebroken fpits, al-^zW''«^^
waar de ichaal op 't dikfle i s , en van binnen ziet men de holligheit door
een fcheiding in tween verdeelt, 't welk echter niet diepingaat, en hier heeft het Dier
hun begin, zynde als de wortel daar van: het ander eind 15 altyd grooter en dünner
Q i van
Fr
r« lii^
•Ih'I.-ÌÌÌWKÌ^.'
V ; 'Iii®