é
¿ Ì
1 3 2 D' A M B O I N S C H E
fpeldekoppen : Van'de grootße vind mentweeofdrieomtrenthethoofdvan den band,
ganfch hoekig en korl ig, als of ze uit veele fleentjes 'c zaamen gezet waren, niet te
minhardenvaftaanmalkanderhatìgende ; zommigewitgeei; zommigelichtpaars: Het
• ¿ i Ì / " " goedje legt daar onder, aan zommige zoo voi , dat de geheele tendo van
fleentjes fchynt'c zaamen gezet tezyn; alle niet veci byzonder , envangeen groote
mooijigheid.
ßr^'^Xer- ^ ' Schetfjes, zyn kleine ronde fchulpjes van dikkeen piatte fchaaien, zyhebbeeidt
by ben de groote van eendubbeltjeenfesje, vanbuicenmetgrootekorreisbezet, vuiiwit
w D. jjjgj xwartachtige of roiTe plekken aan den kant ; de enkele fchaaì op den flrand leggende
zoude men voor dikke fcherfjes van een gebroken fchotel aanzien; de grootfle
zyn zoo dik van fchaaì, dat men ze voor een fìeen zoude aanzien ; de kleinder zyn
berer met voorens getekenc, vuiiwit en ros van koleur ; beide zyn ze gemeen in den
S i f ' ^"^•^o^^^chen Inham. Op den witten Zanditrand van Marnalo vindmenzefchoonwit,
als of het een klompje gekookt e witte ryit was, zy zyn alle goed om te eeten.
V . Tefiapeefinata, Wildde Scherijes, zyn ook rond als een fchelling , en dik van
fchaaì, met voorens en ruggen getekent als de p6ìmes ^ doch veci groover, vuilwir.
en metzwartacht ige plekken en tekenen.
V L CartÌJf^ , Hertjes, Bìa hati, dit zyn de raarfte en mooifte van alle Cham^,
dan van fchaaì, recht hertvorming, fcherp van kanten, en aan dezelve zommige getand,
zommige niet; aan de onderfte zyde platachtig , aan de bovenile met een verhevene
buik, dewelke fcherp toeloopt , en ter weérzyden veele halvekringenofrìbben
heeft, dewelke op een doorfchynende wyzeverkleinen; overdezenbuikgaatdeopening
, daar de fchuip van malkander gaat tegen de manier van andere fchuipen , en
echter in het kloofje van het hert hangen ze aan malkander , en ieder ftuk in 't b\
zonder gelykt een halve maan. Zy hebben driederlei fatzoen: De gemeenfte zyn onder
en boven buikig, doch van onderen minft, aan de kanten getand, en witgeelvan
koleur: De tweede zynwitter, van onderen en aan de kanten ongetand, enaanzommige
opgeworpen : Het derde ilach is van onderen wat hol, maar boven zeer gebulr,
ook meeft ongetand. en met roodachtige ftipjes. Het Dier daar in is meeft flym,
zwartachtig, en, als men het een nacht in verfch water legt, ligt uitvaüende. De
meefle en befie vallen op Nufalauf, weinige ook op Hitoe. Men legt zetwee daagen
m verfch water , tot dat het ßeeil uitvalt, daar na moet men ze een halve maand'in
de regen enzonbleeken, waar door ze zuiver en witworden, en ten laatften met een
draadje 'c zaamen binden. Men rekent ze onder de voornaamfte Rariteiten.
V I I . Quaärans, 't Quadramje heeft de gedaante, als of men eenkaasken , 't welk
fmalien kanten heeft, en in demiddenbuikigis, in v ier f tukkengefnedenhadde, wefhalvende
afgefnedene zydeplatis, eneeniangwerpighertvertoont, endeiTelfsranden
zyneenigzinsgetand, doorgaans muisverwigofdonkergrauw, en eenweiniggeftreept
Men vmd ze zeer wemig, en meeft op de buiten Eilanden van Amboina.
l^e ftukken van Eia Garu , Eia cattam, en Reuzen ooren hebben wy gezegt, dat
door langheid van tyd in iteenen verändert, en door de zee zoo glad gefleepen worden,
dat men zevoor keifteenen of andere raare iteenen aanziet : Dezelve kan men al-
. dus onderfcheiden : Twee witte en half klaare keifteenen, by nacht tegen malkander
geflaagen, vuureii helder en veei, maar twee ftukken van VerfteendeSchuIpendoen
het met, of zeer wemig, doch eenigzins de ftukken van de Verfteende Berefchulpen
in 't volgendeHooftdeelbefchreven.
De tendo of fpan-ader yan dezen fchuip hiet in 't Maleitfch ook Joncaten Toncatnja,
dAt IS , een pilaar. De Badjos en MakkalTaaren eeten uit dezen fchuip al het wit en
hardvleefch, wegfmytende het witte of geele vet , om dat het zelve wat dronken
maakt, als mede al het z warte bloed.
Men verhaak veel zeldzaams van een groote Biagaru , dewelke op eenbinnenmeir
van £ t l , i l a n d 7 - / w W zoude tezienzyn, dewelkehaarbyuachtopenende eenklaar
licht
gcvoad,
vjsrd
Des
Joort,
De
joort, af.
gebseìdt iy
¡cllcr E.
Et omftmdig
be-
¡(brevtn.
Fea ivjce-
(le.
Àh medi
I-Joe wen
Si tuiveri.
fiori, afbeeldt
by
Uutr F.
r,eze z^
hecl zeiddeze
din
gcnfteen
oj maar
verfleent
zy».
De tend
leUhrtven.
En wat
eclbaar is.
Vcrhaal
faa-een
lichtende
ßcen «
R A R I T E I T - K A M E R i II ßock,' m
Hchtoffchyn van zieh zoude geeven, 't welk men ook van verre bekennen kan:
ander ooggetuige van Hitoe heeft my verhaalt, omtrent d'Eilanden van Kei m zee^,v„/
gezien te hebben eenen ongemeen grooten Bia Garu wyd gapende , en daar in iets
helders als een koßelyke iteen, 't welk zy Lieden voor deffelfs Mcßica hielden, doch
niemant derfde beflaan daar na te'duiken , dew7l het op een plaats was, daar een
groote ilroom ging. , ^ •
Van Bia Garu is te verfiaan, het geene men in zommige Autheuren aangetekent^Biar^sm
vind, dat'erin'tjaar 164^ op t'Princen Eiland , gelegen in de mond vandenitraac^>„ '
Sunda, gevondenis een Uefter (Schulpen) van 7 ellenindenomloop, oi 2, en i el m ««
den diameter: Defgelyks, dat men op Java Oefters vind , die 300 pond wegen.
In 't iaar i6§i in Februarius heeft de Gouverneur Robbertus Fadbruggem ¿ev^ i^r^zi,
Lembe \aan de Noord-Ooilhoek van Cckha gelegen, tweevan dezeüeltersaanboord ^
gekregen, waar van de eene acht voet en twee duimen ; de andere 6 voeten en ,
men in den omioop hadden: Z y w i e r d e n aldaar genaamt , overeenkomende,
r g ?egt is, met het Griekfche C Ä . . . . zynde dat flach , waar van het dorp en t
gebergte /^. . . . xyn genoemt geworden , dewylzealda^
L a k e n de Noord-Celebifche Bergboeren armringen , weetende die harde fchuipen
met een ftukje porfellein aan een ftok gebonden, aardig door te dnllen endanver- ,
volgens met ¿amboezentepolyzen, engladeneffentemaaken Deze chulp, met
kelLergehaalt,lagopdenoverIoopdesfchips,engaapteaIsofzedoodwas wcshalven^^^^^^^^^^^^^
een Matroos eenkoevoetdaarinftiet, om dezelve opentehouden, maardefchulpneep
toe en hield den koevoet zoo vaii, dat hy bochtig Wierde. Zy zitten gemeenlyk^,^^;-^^
aan de klippen vaft, zoodatmenzemetkoevoetenmoetlosbreeken: DeMakkaiTaaren^^^^^^^^
houden uit den fchuip voor 't beile , 't geen zy Subaug noemen, waar door ^Y fjf^ffftaannietalleendenWc',
maarookden5>.;.^;/./«:ofhethardachtige(r^^^^^^
't welk als een wervel daarom legt. -
Hier ^aat de Schryver overtotdeT-meefchaaüge, diewySMytnmemen.enfoosmet
Ztmduitjch wird Doubletten, Schulpen, dte ieder weder haare by^ondere benamin,
hebben; dewelke wy vervolgens op Zel lautende de bcnaminge van den Schryver blyvcn , daar wy gcbreektg zyn. 'De
eerie foort, is verbeeldt oP deplaat by letter K. en word by ons genaamt de
Nageldoublet, ook Nagelfchulp .• Vandez.eiseerf^äefoortjverbeeltopde
x.elfde Plaat hy letter ß. waar van noch meerderfoorten zyn: /.y verfchillen tngedaante
i » koleur -, waar van de roode wel de ongetneenße zyn. 'De ^^'foort van den
Schrvver, isverbeeldtby letter C. dochbj onsde'p^x[v^a:^YeOoMHQigenaamf,omdat
hy oUyn platte zyde eenige ßreepen heeft loopen, die verminderen, enkrotnomgaande
eenhert verbeeiden, gelyk by dex^e aftekeningis te ^en. De ^'^'ßort, by W D .
Van de ßort ontbreekt de af beelding. Doch de foort, ^^ aangeweexen by letter iL.
't welk een V enus Hert je noemen: van deze zyn ook verjcheide foor ten, doch haar
waarde beßaat daar in, als zy roodeßippels hebben. Jr.üortmans endeHx. \ mcent
beittten ieder een, die citroenverwigzyn-, dewelke voor de alderwaardt^^^^
houden. De foort afgobeeldt by letter F. is em heelongemeene Doublet chu p; myßaat
voor maar eenen van de^e ge^en te hebben in V Kabinet van wylen de H r . Dr s Gravezande
tot Delft. Het is een andere foort van eeit V enus bchulp met hair, dewelke wy
hier »a zulkn vertoonenop de laatße plaat van de Schulpen.
X X I X HOOFT-
- I i