Î
• r i
V : ^
i ;:
;
I k ' i ••i-'
'' i-.i
f -
; « ••
R A R I T E I T - I C A M E R . II Bock, 85
X V L H O O F T D E E L .
Múrices r BU Vnam,
E t Vierde flach, van't vierde hoofdgeflacht, lyndege t akt e e n doorenachti-^^^^^
ge Kasketten , die wy voor Ooil-Indifche MitriceshoMàtn, en in gedaant e /fchrcvm.
maar niet in eigenfchap , wat verfchillen van die in de Middellanfche zee
gevonden worden , hebbende een gemengdfatzoen van C^^xen
ZOO dat zommige van dit flach voor een Buccimm mögen gehouden worden ; daarentegen,
zommige onder de Buccina aarden naar dezen Kasketten. Zy beftaanindevolgende
foorten.
1. Murexramofus. Ne e r d . Getakte Kas^etUff. M a l . Bia unam. An^omicii Lay noaen D' ecrße
9alay noa, op Leytimor Safalon. Deze is de grootfìeen voornaamf t e van dit geflacht j^J^É^itó.
met een kort op malkander gedrongen en verheven fchaal, dewelke driezydigfchynt,^^^^^?'^"^
waar van de twee fchuinfe den rugge maaken , en de derde den buik ; ieder zyde is»««
aan den kant bezet met k romme doorenachtige takken, te w e e t en , 5 grootere aan het ""
lyf, en 3 aan den flaert of fnui t , die b r e ede n watverheven is ; ieder tak is w e d e r verdeelt
in andere kleindere, endaar door ganfch i leekel ig, alleeen weinigachterwaarts^«''"»^'-
gebogen , van binnen hol , en van vooren een weinig geopent , gelyk ook den flaert " '
of de fnuit is ; de fchaal is daarenboven längs de gieren geribt, ruig, en met ftompe
knobbelen bezet, de voorfte helft zuiver , maar de achterfte kalkachtig , 't wel k byk
o m t , om dat de voorile helft altyd de jongt teis, want aan dezen hoorenop'tkennelykft
te zien is, hoe die met toezetten aangroeit, te weeten, t'elkens een derde van
den omloop, waar door alle d e tegen overftaande t a k k e n , gelykmeermaals hier vooren
gezegt is, door de wonderlyke eigenfchap van' t dier week gemaakten nedergelegt
worden, zynde de overblyfzels van de g e t akt e ryennocha anhe thoof d tezien, 'twelk
tot den uiterflen tip toe doorenachtig is, maar drie ryen ziet men altyd volkomen, 'Beflaa»
als mede driefnuiten; binnen is dezen hooren wit, glad en b l inkende als porcellein
aan den mond llchi rooa of mi tarnaai , gciyK ook d e tanden z y n , die mcn aan d e getakte
ryen ziet ; de mond is gefloten met een rondachtig fchild, boven met eenuitilee- /««W
kendhoekje en wat krom , als deklauw van een dier, ter grootte van een Schelling,
zomtyds ook van een ryksdaalder, zoo dik als een ftroohalm , o fwatmeer , doch de
eene kant is altyd dikker en ronder; de buiten zyde is hoorenverwig, ofvuilgrauwin
verfcheide verhevene kringen verdeelt, zoo als het na malkander aangegroeit is, ' c
welk gemeenlyk met het getal der toezetten, of doorenachtige ryen, over een komt ;
de binnen zyde loopt ook metveelekringendoormalkander, rimpeligendonkerbruin
gelyk harpuyen, maar de eene kant is rond en glad. Dit fchild nu is derechte'Uw^azV Ungujs
Odoratus. te weeten, van het breede flach, die men inde
, so - t B l a t t a tta noemt , waar van hier na meerder. bitamia
Deze heeft noch eenkleinder flag, witter van fchaal, enkorter van t a k k e n , dewelke
in vyf ryen ilaan , gclyk 'er de voorige drie heeft ; zyn Vtiiuis is mede zwartbruin
niet grooter dan een nagel van een vinger , en mede k rom, die voor de bef l e onder alle met y ryea
word gehouden ; de eerfte foorte houd zieh wat diep in zee , en is veel te vinden in2u"hnar
den Amboinfchen Inham by den hoek Martyn Alfonfo^ doch op 't meeilenietgrooter'^/' '^^^^ive
dan twee vuiilen, maar in de Eilanden van Aroe^ en op Novaguinea^ vallen ze zoo eÌz^'J"
groot als een kop , en haaren Vnsiiis grooter als een kleine hand 5 de kleine foorten
vind men in de Eilanden van Tukkakß.
II. Mnrex Saxatilis, heeft de groote van de voorgaande, doch zyn hoofdoffar^öz??
fteekt verder ui t, zoo dat hy meer een Buccinum gelykt; hy heeft geendr i e dooren-^/^J^fJ"
achcige lyen , maar uitfleekende knobbels en rimpels over 't geheele lyf ; de mond is °P P'""*
F /I , AXVI.
i - 3 flechtj/«/frß.