v-î ti^
'H
li
B L A D - W Y S E R.
— Hier mn verfcheide fior Un. 97.
Buccinuin lineatum. ib. 174.
— Is vergiftig gclyk de Paiiskroon. 97.
Buccinuin angulofùm. 98.175.
— Scalare. N.het prende!trapje. ib.
— Spirale. ib.
— In Portugaal Bozios genaamt. 98.
— Hier iiit van de Nonnen, KranJJen
en Hoedbanden gemaakt. ib.
Buccinum foliorum. 98.175.
— Pi^aar deze gevonden ivorden. 98.
— De grootfie hier van wordcn van de
Inl.wders gegeeten. ib.
Bîiikjes. 84.
— Hier van twee fiorten. ib.
BulJa. N. Blaasjes. 91.173.
— Hier van verfiheide fiorten. ib.
Bîiltjes. Zie Epidromis gibboia.
BygeioofderEîiropeërs van den P^arkenftecn.
292.
— Der Indiaanen van den T rochus . 74.
— Der Ifraéliten aangaande htmvifchvangft.
310.
/ ^ A l a p i t e s : / i 7 i ï ^ £ i w : Meilica Calappa.
319,
— Z-^an Plinius ander den Dendritis
gerek&nt. ib.
— Hun verfcheide benaminge
— Hîtn gedaante en eigenfcha
— Kenteken of ze kvendig
Calcar. N.fpooren. 16S.
— In twee fiorten verdeelt. ib.
Canarium. in-180.
— TVaarom in 'i Makitfih, Bia Canary
genaamt. ib.
— Hier van verfiheide foorten. ib.
— Hoe in dezehe een Cancellus of
Ctiman van aìidere Cumans ver-^
fibiiknde groeit. in.
Canarium latum. m. 112.180.
Cancelli ; Cuman. 23.
--- Anatum : Cattam bebec. 27.
Cancer ¿eneus. 18.
— Barbatus. 26.
— Calappoides : Cattam Calappa. 21.
— Caninus : Cattam Andjin. 12.
— Crumenatus : Catattut ; Benrskrahbe.
7- 9.
— Hier van een zeldzaam voorvalaanen.
ib.
ib.
'oot zyn.
ib.
— l^aar ze groeijen. it). 320.
— Zyn verfcheiden van gedaantens en
koleuren. ib.
— J^erhaal van hun rypheit. 320.
— ]/f^aar ze gevonden worden. ib.
Hoe men ze toetzen moet. ib.
— V Gevoekn van Plinius over dezehe.
ib.
— Hoe men ze vuil geworden weder
zuivert. ib.
— Der Inlanders bygeioof van dezehe.
ib. 321.
— Tot een geneesmiddeltegen de koorts
gebruikt. 321.
— Hun voaarde. ib.
— V°rhaal van emçn gevondsn Calappiis
fleen.
gewefen.
Floridas : Cattam Bonga
— Lanoiüs : Cattam Biia.
— Longimanus.
Lunaris : Cattaui Bulan,
7'
ÏÔ.
II.
10.
22.
— Marinus : Cattam Aijam
— Moluccang.
- - N i g r i s chelis : Cattam gigi itam,
19.
N o x i u s C a t t a m pamali.
— - Perverilis : Balanças.
— Raniformis.
— Ruber : Cattam SaliiTa,
— Rubris oculis.
— Saxatilis ; Cattam batu.
— Spmoiùs : Cattam Baduri.
— Terreitris tenui teftâ :
darat.
17^
21.
13-
18.
14-
9-
Î5-
Cattam
13-
20.
14.
ib.
335'.
— Venenatus.
— Villofus.
— Vocans : Cattam pangel.
Cancri lapide icent es.
— l^aar dezehe gevonden worden, ib.
336.
• — 'i Gevoekn van P. Martinus , ho&
; dezehe in fleen ver ander en. 335:.
— Der zeher kracht en gebruik in de
geneeskonß. 336.
I — ^tVerhaal van Mr. Chriiliaan Ge-
' rards van dezehe. ib.
Canjang,^ Baßmrt-Dkmmit. 283.
Canrena Üma. 16.
Ca-
! • Ì
B L A D - W Y S E R.
Caput Medufa; : Bulu Aijam. 41.
J4^aar toc, hoc en van wie het gebriiikt
word.
Carina Holothuriorum ; Quaìle-hootjes.
_ (^8.167.
J^^orden zeìden gezien. ib.
Zeilen over zee. ib.
— Hchhen een fchoone weérfihyn. ib.
Ondcr de Nerita; gerekent. ib.
— P^aar dezehe gevonden worden. ib.
Carneola. ii^.iSi-
CartiiTa:. N. Hertjes. 132.186.
— In drie foorten verdecìt. ib.
I4^aar ze gevonden worden. 138-
— Haar Dier hefchreven. 132-
— Hoe men ze ziiivert. ib.
— Haar tmarde. ib.
CalTides kves f cinere® : Graiiwe
Kasketten. 83-1?!-
— In verfcheide foorten verdeelt. 83.
Hoe dezehe aangrueijen. ib.
pf^anneer zy vergaderen en voortteelen
; H wcìkdoor eyersgefihiet. ib. 84.
— - Haar benaming in verfchcide taalen.
84-
CaiTides tuberof® : Bia Cabefette.
79.170.
— In verfiheide foortenverdeeìt.Mt.
—-Verrucofa prima ì: Ceramica,
— In vier fiorten verdeelt. 79-
-- De eerfie fiort , CaiTis tuberofa
prima f cornuta. N. Gehoornde
Stormhoeden of Ofiekoppen genaamt
ib. 170.
Hoe deze aangroeìt. 79. 80. 170.
— pp^aarom zeìden onbefcbadigt gevonden
wordcn. 80.
Haar benaminge in verfiheide taa-
Un. ^ ib
pp^aar ze gevonden worden. ib
— Hoe men ze fihoon maakt. ib"
™ De tweede fiort , Caffis rubra ge
naamt. ib. 170
l^aar deze haar ophoiidt. ib
™ De derde fiort, CaiTis pennata genaamt.
8i. 170
Deze word weinig gevonden. ib
IVaar dezehe gevonden word. 170
De vier de fiort ^ CaiTis aiperajiV^
fleekelige Kasketten , genaamt. 81
170
— P^P^aar dezehe gevonden word, ib
Cailides verrucofe." Fimpeìtjes. 81.170,
81.
P^Vaar ze gevonden v)ord. ib.
Verrucoià iècunda. 81.82.
ì^aar deze gevonden ivord. ib.
— Deze alle onder de Múrices gereu.
83'
Cafuaris-eyers. nS-
— Zyn verfcheiden van foorten. . ib.
Caudi 0/Cauri hefchreven. rq.
— Hoe ze gevangen en vervoert worden.
. 'f
— Haar groote vcaarde. ib.
— Francifcus Pyrard aangaande dezehe
aangehaalt.
Ceilonfche Slangenßeen. Zie Ophitis Se-
Ionica.
Cepites 5 een fiort van Achaat. 289-
— 0^aar zoodanig een , hebbende de.
grootte z-äu hoenderei , door den
Schryver gevonden is. ib. 290.
— Tiùnfieen genaamt. 290.
Ceraunia. Zie Donderfleen.
— Metallica. Zìe Donderfihopjes.
Cereola. N. Kcersjes. 103-177-
— Hier van een ander foort. 103.
Chalcolibanon. Zie SuaiTa.
Chama afpera : Bia garu. 126. 131-
— In verfiheide fiorten verdeelt. 126.
— Haar verfiheide benaming. ib.
— Door Piinius¿?2 twee gefachten verdeelt.
ib,
— Pf^aaY dezehe gevonden zvord. 131.
Chama circinata. 139.187-
— pp^ord tot de kofi gcbrnikt. ib.
— PP^aar ze gevonden word- ib.
Chama granofa. 140.187.
Chama Isevis. N. gìadde Gapers. 138.
186.
— In verfcheide fiorten verdeelt. 138-
p^oorde Glycymerides i'ízíí Plinius
gehouden. • ib.
— PP^aar ze gevonden worden. ib.
— Hebben een wachter. ib.
— IP^erden in China tot fpeeltiùg gebruikt.
ib.
— Haar benaminge in verfiheide taaìen.
ib.
Chama litterata oblonga. N. Letterfchidpen.
139.187.
X x 2 "B i a