Haan migc ceti kopcnmecr groot, meeit fchoon wit of een weinig naar den geelen trek-
S Z - ' kende, latendezich ligt fchilÉferen, inzonderheid tuiTchen de tanden, het is fraerig
fiandigbi- in 'taantaiten, doch de vingers geeniins befmettende of vetmaakende, zonder fmaalc^
fibrteven.
278 D' A M B O I N S C H E
of met een flappen zeereuk, die wat naan Ambar riekt, maar op koolen riek lier als
gefmokenongel; De groot teftukkenzynmeei t plat met kuilen en hoeken, als zy op
den itrand geworpen worden ; van buiten met zand bekleedt ; binnen vind mcn zoo
wel als in den amber de bekken van zeekat ten, ilukken van Schulpen en OeilerÜukken;
zommigenietboven zvingeren dik, tegen'tlichtgehoudenzynzeklaaren halfdoorfchynend
/enwathet
V-edeííen
tlanTvan
gelyk witte Bernlteen, doch die vind. men zelden , dergelyken een van
SfAr/.^P®^'^^^'^ rny naar/'/orf»/o gezonden is ; andere Ilukken hebben van binnen een
wxfswf^zwarte Itoffealsüykjdikwylsdoordengeheelenklomp verfpreid,dewelkc men voor
"'zwartemodder houd: Maar ikoordeele, dathetzoo weldaaronderkomt als de bekken
van zeekatten en Schulpen in den buikdes walvifchs ; want hoewel ik eerll: tot
diemeeningegeneigtben geweeft, dat ¿pima Ceti Qm vetcigheid van de zee zy >
en eenige gcmeenfchap met des Ambars oor fpronghebbe, zo heeft echter her zeggen
van de Inländers my anders doen gelooven, te weeten, dat het waarfchynlyker zy,
dat het niet alleen een uitfpouwfel van den Walvifch, maarookietszyinden zelven
voortgeteelt : Dit bewyfen niet alleen de voornoemende dingen, die men daar onder
v i n d , maar ook de vette en fchilfferige fubftantieen d' ongelachtige renk,van alle voorgaandefoortendes
Ambars merkelyk verfchillende, en nietduilter te kennen geevend
e , dat het eenvirchachtigefubilantiemoet zyn. Onze Europeers houden het voor
' t z a a d of de natuur van den Walvifch, waar van het den naam van Sprma Ceti en
Walfchotbekomenheeftî immers dat fchilfferige goed, hetwelkmenin de Noordzee
opfchept, kan in het Ooit-Indifche niet wel zyn, om dathetzoo veelvande natuur
des zaads van alle andere dierenverfchilt, en ingrooteklompengevonden word,eu
de voornoemde vreemde dingen daar onder gemengt zyn, wat het dan eindelyk zy,
moet denadere ervaaring en' t naaltig onderzoek ons leeren.
Wynoemen hetin't gemeenin'tLatyn SpemaCeü totonderfcheid van het Europifche
fchilfferige : Ook Ambra alba ^ in't Miûeitkh Atnbar poeti, de wyl geen andere
witter Amber te vindenis dan dit g o e d : Zommige Maleijers noemenhet Ican poenja
monta., datis, 't uitfpouwfel van een vifch, welke naam eigent lyktoekomt het volgend
e Z e e f p e k ; anders ook da t i s , Walvifch-zaad,doch ikvertrouwe,
dat hun dit van onze Natie wys gemaakt is.
Men vind het in zommige jaaren redelyk veel in d e Amboinfche Eilanden, inzonderheit
op Boero en Manipa^y na 't uitgaan van Ae Oofte Müuffon hier en daar op Itrand.
geworpen , daar het niet lang leggen m o e t , om dat het de varkens anders opilokken:
Ik hebbe gemerkt , dat het in Amboina en de Moluccos , als mede längs de Ooitkuil
van Celebei meer gevonden wor d dan in de zuid-Ooftere Eiland en.
Menhoud voor 't bei te, het welk wit is of een weinig geelachtig , ligt fchilfFerig
en zonder devoorfchrevezwartevuiligheid; hetgeenefmeerigisfchilftertnietligt,en
inzonderheit hetgeene de Boeroneezen fmeltenen in Bamboezen verkoopen.is verr
e zoo göed niet, als dat vermengt is met Zeefpekofdoorden Walvifch o fdoorpienfchen,
en derhalven van een ongelachtigen renk.
En gebrmk ^ Y gsbruiken het hier te Land op dezelve manier en tegen de zelve gebreeken als
^etVaderlandkhe Sperma Ceti, namentlyk tegen d e pyn van' tgraveel en nierenlieen,
w« «»/. ^gggj^ longe gebreken en etter fpouwen, tegen geronnen bloet in' t lyf om 't zelve af
t e zet ten : De ervaring heeft geleert, dat het zeer ongelyk by de eene of andere menfch
w e r k t , want by zommige graveelige menfchen heeft het zoo iterk afgezet, dat 'er
bloet navolgde, daarentegen by andere deed het weinig werkinge. Het is mocijelyk
in te neemen, om dat hetzoo ligt in den mondi l remt , al is't in eenige vochtigheid
gefmolten , daarom doet men beter als men een ilukje zoo groot als een hazelnoot in
de mondknauwt cn doorzwelgt, 't welk ligt om te doen is, wyl het van geen viefen
reuk
Ve naam.
Vaats.
VirkUßiig.
I I A R I T E I T - K A A Í ER. III Bock. 279
renk noch fmaak is, en daar op een dronkje van eenig warm vocht doet , latcnde
Itct dus in de maage fmeken; Anders fmelt het zeer ligt in heet water enallerleivoch-^^«^^''
(igheit, en kout geworden komt het weder tot een ma a rme twa rme - o l y e n t S ' S / .
vermengt het zieh; op deze manier kan men het vuile eenigzins zuiveren, wanneei-^'^''"*''''
Kien het in heet water fraeit, waar door de meeile en grofite vuiligheid zieh op den grond
zet: Doch dit gefmoke goet krygt een ander gedaante, word zoo wit niet m e e r , en
h e t o n g e l g e l y k e r , daarom ik voor beter achte, dat men dei tukken beware, zooals
it uit Zee komen, al loopt daar wat zwart onder, 't welk doch geen quaad doe t , als
het maar gezuivert word van d e buitenae zand-en vuiligheid j de brakkigheid beneemt
men hcra, als men het eenige malen in verfch water legt, en t 'elkens weder in dezonncdroogt;
zommige we e t enhe took wittebleeken,a]ledekleine ilukjes eerll fmel tende
tot dünne en platte koeken, die ze daar na met zeewater in de zonne zoo lange
bleeken tot dat ze wit genoeg en weder wat fchilfferig w o r d e n , waar uit ze dan bollen
en klompen maaken.
Op Sumatra in de bocht van Lampón valt het ook, maar als het in de Negorv sebragt
word, zoo verbieden ze de jonge Vrouwen het zelve te bekyken ofte hande
len, zeggende dat ze den Witten vloet daar van krygen zuHen, ik geloove als ze het ^«"p"™"
inneemen, waar in ze milfchien dit goet ongelyk doen: Zommige ChineezenwiJden""'
my wys maaken, dat het een G om zy, uit oudeenopgefpleteQWr-Boomenzwce
tende het welk niet veel wederleggens behoeft. want de klompen zyn tegroot en
geen Crom fmek als vet in 't w a t e r , noch heeft zulken reuk. Matthiolus en andere heb
ben genoegzaam beweezen , dat het geen van Viofcorides en PUmus zv
waar mede ik het ook houde; maar dat het een vettigheid of Bitumen zoude zvn
uit de zee o fderzeiver grond zweetende, heeft fals gezegt) zyn zwaarigheid- Im'
mers uit den traanigen reuk op koolen, als ook om dat het zoo ligt in het water fmelt
en zieh met olye vermengt, kan men befluiten, dat het geen Bitumen, maar een
vectigheid uit eenig Dier voortkomende,zyn moet. Als men de ilukken in een vat wil
kuipen om lange te bewaaren, op dat ze niet t'zamen fmeken , moet men Z lerfí
bewmden met droog gras, en dan inieggen in eenig zaagzel van hout: Anders kan
men ze ook bewaaren in een ileene pot en aan koele piaatzen ,maar men moetzebv
geen Imnenofpapier leggen , het welke daar van verrot wegens de brakkighek
d:e langen tyd daar m blyft, dewelke echter haar bewaarmiddel is; want Spermaclt)
cn andere looiten yan Ambar, als z e t e o u d en droog geworden zyn,moet men im
mers alle l o jaaren eens, een nachtje in zeewater leggen en in de zonne weder droo"
gen waar door haare kracfhten vernJeuwt worden. Uit de FranfcheGefchiedeniflen
van de Anthil. blykt, dat dit goet in de Weit-Indifchezeeook valt, e n a l d a a r Z l,-
rmus genaamt word- ' ^
Nu zal ik noch eenige bewyzen aanbrengen, waar uit mynes oordeels biykenkan,«
dat eenige Walviffchen haaren oorfprong hebbe. ^ 'i T i ^ ^ , ?
Voor eeril kan den kzer • vinden in de Epbemeridibus Natura Curioforum in 't e e r - Ä i .
^ Deel . . i3Ö.dat eenzeker perfoon langen tyd voor eeng^
feim heeft gehouden doch eindelyk in 't licht is gekomen, namentlyk,da?hyinde-- '
tót ™ veeie WalviiTchen gevangen, en uit der zelver brein het opLhtei r"«' ' '
Spmna Cm hadde weeten te bereiden: want hy nam het brein van den Vifch deed
het m een groote pot , dewelke beneden een gaatje met een prop hadde; dit Het hv
«an eene warme plaats een tyd lang ilaan, daar na opende hy het onderfte gaatie en
liet de olye of traan daar uit loopen,zoo bleef het zuivere Spema Ceti in de pot • Die
foorte van walvifch word aldaar genoemt het IMannetje, in 't Latyn Orm, dewelke
-veclelanden hadde,en daar onder zomn«gewaaren,dewelkeomtrente€npondwoeaen.
i^och m de zelve Oí/, ilaan eenige Exempelen, dat deEngelfche in d e E iWe n X
2 / « . w o o n e n d e , h e t % , - . « C . . g e h a a ! t hadden niet alleen uit het b r d n ,ma a r ^ o k S
^ b m k van een getanden walvifch,denwelkenzymedevoor het Mannekenhk^^^^^
Vor-
N
Ii*