3 0 6
D ' A M B O I N S C H E
ßhap e. ingccftgoüt flaan, daar in hy zyne krachten verliefen xoude; hy is wit met blauw
genien^t, haltdootfchynende, boven op lag méñ een zonneken, en binnen mveele
lieldere ttrsitlen, die zieh verroerden als inen hembewecgde, hy trekE alhetvergifc
uic geitekene wonden, en in azyn met zouC gelegt kookl hy, 00k beweegt hy zieh een
weinig; hy was meeft rond, behalven van ondcren, daarhy in den ring ilont, wat
platachtig met cen klein kuikje niet diep in den Iteen gaande, waar mede hy zoo hec
fcheenin eeft bccn van 't hooft gelleken hadde; de kas van den ring was van ondcrea
öpen, 200 dac menden Iteen nirneemenen weder iniet ienkonde: Denuicgenomen
Ug ik in wyn-azyn, daar in wilde hy niet kooken maar wel in zap van Lmon.
niph, en noch meer in fterk Saguvveers-azyn, waar in hy veele bobbelen opwi e rp, doch
zieh niet verroerde, en uitgenomcnwas hy helderder dan tevoren: By avont tegens
Kryihl öf klaaren Keiileengeüaagenvuurdehynict , welke beide kentekenenxyn van
een Mcßkx, Ní3. Naar myn giüingzal de voofnoemde Slang een Cobra CaMozyx,,
dcweike mede op vait, daar de voorfchreve Steen gcvonden is. _
ee. Ular W , anders rsijnde of ülar Petóla , in 'c Sineefch , Backimg > m ^ Mak.
'¿r kafläarfch, Tomma Laboe, is gefpikkek van bruin, rood en zwa r t , met een plat hoofd,
' daar op ihät een kring, en in den zelve een kruis, makende de gedaante van een
oog, waar van hy in 't Sineefch den naam heeft, inaar in 't Makkaüaarich, om dat
welhrs hy methethooft opgericht gaan kan, hy doetgeenquaat aan de menfchen, en word
S ^-^-^Maaromvan de Chinezencn Baliers inhun vaartuigen en huizen opgevoedt en als een
huiigodekengeeert,omdachyhungoedgeImkaanbrengE; hyzmgt egter d eyerszeer
graaguitendatzoobehendig, dat men bynageengat daar in bemerken kan: üitder
' ^ ' i P ^ z e willen de Chinezen den regten Slangenlleen hebbén, den welken hy (naar hun
zegaen) in 't hoofd zoude dragen; dog zodanig dat hy hem afleggen k an, wanneer hy
eeten of drinken wil, dan moetmen fnedig oppaffen en den Steen wegroven , want
die men van dendoodtgeflagenenkrygt, licht by nacht geenzinsgelykhy anders doen
m o e t , als de ilang hem by geval in 't water laat vaMen, kan hy den zelven met weer opnemen,
en dan kan men hem ook krygen : Van dezen Steen giíTe ik , dat BdÁm
f p r e e k t , den welken hy den natuurlyken noemt, waar van m 't voorgaande Hooitdeeh
doch hier ilaat te merken, dat Ular Pethola by d'Maleijers een andere Slangis,
dan die wy hier in Amboina zo noemen , dewelke is de Coulauber boa of Hmsüang,
eerli met eyers en hoenderszich behelpende, daar na zoo dik geworden als een dye
tailzedierenen menfchenaan: Maar devoornocmdegekroonde Slang, die de Sinezen
eere aandocn , is niet boven i en i vadem lang, ruim een been dik, met een rond
h o o f t , en over't lyf200 fchoon gefchildert als dekleedjes PahoU; ty doet niemant
qnaad, maar vergenoegt haar met den kof t , die haar de Sinezen voorzetten; het welk
den Satan ccn groot vevmaakzyn moct , dat zoo een groot gedeekc des waerelts zyn
beeiteniiTe 200 veel eer aandoet.
De gedaante der Slangen, die den kollelyksn Ophitir geven, tot nader onderzoek
uitilellende zal ik voortvaren te befchryven den tweeden Ophitis, dewelke my daar
voor gegcven is. Deze is my gebragt en gezonden van den Räaja tomboucco woonende
op CÄJ -Oof tkui h zynde gekomen van een Slange» die zy my zoo afgryzelyk befchrcven,
dat de regte Baßtjcus niet lelyker kan afgemaalt worden, want zy zoude
. „icnrcven^ ciac a e rcgic xjiytuji«^ i"«-«- -.¡^ — , ^
. . . t . r. J. Ko o t ^ -inn, ^rf^roifrior HttT VV TTlPt
.wee voecen hebben, een hooft en een kam als een haan, 200 vergiftig dat zy met
e« ~ 1 t _ .,„1. ií7<-\r>i S l A l haaren azem een menfch dooden k a n , gelyk zy ook nergens wo o nntr dí^a-inn imn •aif fgfpeJj^eOg'Pe
gebergten. daar de venynige fpatten-boom groeit, cn daar onder zy haar ophoudt:
DcztBaßlifcus kan derhalven niet levend gevangen worden, maar was van verre met
doot gefchoten. en in haar hooft vvierde deze Steen gevonden; hy was in de
L e v a n een dubbeltje, aan d'eene zyde plat, aan d'andere buU^ a s een halv
L g e l doch wat platter, klaar doorfchynende als een donker Kryüal, doch d eene
helft was donkerder dan d'andere, en aan de fcherpe kanten was hy
.nachtlichtende ü ^ n f c h a p was aauhem ganfch niet te merken, maartegen een K^yeemerkinge
R A R I T E Y T - K A M E R ; ÜI. BOCL 307
iUl of-klaaren Keifteen geflagen vuurde hy by nacht , in azyn of limoen-iap wilde
hy niet koken; dit aan den verkoper voorgehouden zynde, datzulks immers geen
ei?enfohap van een Meßica was, gaf tot antwoord dat de nachtlichtende eigenfcbap
bydenfteenniet blyfc, aishetdier doot gefchoten word j maar alleenby die men van
levenvende flangen krygt, waar van egter weinige zyn, die zulken gezien hebben.
hoewel a l l e I n d i a n e n Z O O veel daar van fpreeken: Daarenbovenalleiif^/?/V^, dieklaar
enhard7yn, zoiiden in azyn noch limoen-zap niet koken, het welk ook zyne reden
h e e f t , want een digteklaare Steen heef tgeenegaar j s s, [-P^r/] daar de azyn mdringen
mochte: Voorts hebik geeneondervinding van dezen Iteen, ende verkoper wift er
my ook niets van te verhaalen.
DederdeOiÄ/VwismygebragtdooreenenDuitfchenhandelaarvanhet groot iLiland
mndanau, by de Inländers Magind^no genaamt, by hem aldaar gekogt voor een iluk
Guineeich Lynwaat op eenafgelegeNegory aan de Zuid-Ooll hoek van de Inländers > p-acondie
hem gevonden. hadden in 't hoof t van een Slange, en fteelswyze by hem bragten,
omdat hun Koning alle zoodanige fteenen voor zieh begeerde: Hy was m de grootteennatuurlykegedaante
van een Roo.mfche boon, längs de rugge rondom met een
uitßekende englasachtige kant-, veel klaarder d an^e voor ichreven, hetKryßal ofeemg-
Kryftaliyne glas ZOO gelyk, dat men hem daar voor aanziet: De verkoper zoude by
my geen geloof gevonden hebben, had ikin de oude fchriit niet gelezen, dat de opttgieVraconth,
waar voor men deze beide fteenenhouden moet. zoo ze waarachtig
uit flangenkomen, aan koleur gelyk moe t zyade n Kryftal , e n aan gedaante een boon:
H y lichte by nacht niet noch kookte in azyn en limoen-zap, maar vuurde by nacht
tegenseenenanderenKryftalgefiaget'eenemaalalsdevoorfchreven.metdenwelkenhy
ookaanden glasachtigen rand overeen quam;endewylzy beide van.zoo verfcheidenatie
quamen. dieeenderlei verhaaidaarvan dede, zoo zoude ik het by provifie geloven,
dat ze van ecnigp Slange moeften komen. , 7, j n r.envie-
De Vierde Oplntisxs my gebragt uit de Zuid Ooflere E i l anden, die ender Banda Haan,
mede in' t hoof t van een Slang gevonden, dewelke de brengerniet wiüe te befchry-.^Ophi
• ven: Hy was van aanzien onder de v o o r n o emd e , indegrootte vancengrauwerweet,
half rond als een doorgefnede kogel, beneden plat en blauwachtig, zonder gaatje ,
boven toen hy my gebragt wierd grauw ofvuiiwit, maar na 6 laaren merkelyk naar
' t g e e l e t r e k k e n d e , met een fcheurrje overdwarsals of hy geborften was . dochpas
kennelyken zonder zonnetie, van ¿^nChamites, die uit Biagaru komt. qualyk te
onderfcheiden: Hy kookte in Limoen-zap. maar vui^de by nacht met.
Ein fJe
foort
Op7<7^^iiseen grootte Bofchflangeofgemeene OW^r'iP^i/W^; in welkershoott
gevonden is een witte Ofhitis , langwerpig, ruim een halve vinger lang, hard
L d en blinkende : De M a l e i j e r s hangen hem aan hunne krilTen, benaaijen hem l a
laaken, enhangenihem de kinders aan den hals, omvoor toverybevrydtrezyn: Mett
e r t y d W i e r d e hy ookgeelachi ig, danleggenzeheminLimoen-zap, daarinhykookt
enzich verroert , fcraks neemt men'er hem weder uiten weekthem mwater , daarm
rysgewalTenis. w r y f t hemook een weinig met den rys, 2 0 0 word hy weder zmver
en klaar. die men dan in kattoen bewaart.
N o c h a n d e r e Slangen worden ergenoemt, dewelke e e n klaaren Steen zouden heb-^^^^^^^^^^^^
ben als 1 een i / r i i :^»^ in' t Sineefch g ena amt , datis, Nagga ofDraco, dewelke
de binezen voor de groofte Slange houden. en deze zoude gevonden >^;orden op het
Eiland het welkmiiTchien P.eloCondor daar deSinefche Admiraal
Sampo een tydlang zieh opgehouden. en dezen Steen voor zynen Keizer opgezocht
heeft • gelyk hy ook gedaan heeft in de ftae Burneo. daar het land vol van dergelyke
Shngen zal zyn: Doch de Shinezen zeggen, dal hy op zyn geheelereis maar
een zoude gekregen hebben, die by nacht lichte. en den zelven aan zynen Keizer
gebragt. 2. TanjBo Si/Iis de alderdikfte Slang met harde fchubben bekleedt en
met een'groot gedruis van 't gebergte naar 't water körnende. 3. TerreBelau^een
r
1