i I
i ' - i !
i Jí
2 4 + D - A M B O I N S C H E
ooKkondenien bekennen, dat de bovenße Ring aan den hoe\te zaameñ gelaß wai.
Letter ^.Was een Amr 'tngvan zuiverea beider glas, met ccnverbeeverug, die
van anderen hol was, .dwars over den krhig lie_pen witteflreepn, als of xe daar op
ge'émalieert waaren: "Den eerßen by letter S.. bielden de ?z^o\\^hûogervant:jaar.
den, enzeiden eertyds in de Molukkosgeèragf te zyn door de Portiiseex^n:Den
tvjeeden, ^ B. bielden zy v9or een Sineeßb maakxel.
Scbnvir
IVtgiVS
etnandtren
Arm-
Di.
ytä
ifcpge.
hragt
VJierds.
Hof die
te vo»r.
ß f ' y . s
^eiotnitM,
XX VI. H o o F T D E E L.
A r m i l l a M a g i c a & r C o t i c u I a Mufa;.
Pirhaai Ya a n k i d i n g van den voorfchreven M&makur moet ik hier een dergelyken
Armring verhaalen, doch van een ganfch andere fubflantie met noch een
f w a r t e n l l e e n , waarvanmyhetvolgende opgegeevenis: In'tjaar í66t . alsik
noch op Hila woonde, z y n my door een Moor van 't dor p Mefap^eláQ-LQ twee
dingen te koop gebragt , zynde daar toe gedwongen zoo hy z e ide , cm dat z e in z y n geflagt
geen geluk meer daar mede hadden.
Het eeri l e was een iteene Armr ing van die g root t e , dat mc n hem gemakkelyk over
de Iiand kondeftryken , driekantig, binnen plat, een kleine vinger breed, bovenin
een ftompe rüg toelopende, doodfch, zonder glanSjnaar alle oogenf chyn door menfchen
banden gemaakt, zynfubftantie was als een harde enzwarteLeye- f teen, hier
e n daarmetzilvere glimmetjes, góylí Antimonium', dergelyke groote klippen ik op
H o e a m o h e l , inzonderheit op de ilrand van Erang: Dezen konde men
met een mes g emakke l y k fchrappen tot een g rauwe poeder; des verkoper s O om hadde
hem aldus v e r k r e g e n :Op d e n h o e k van ha d d e hyin'cbofch i' arbeidengcweefc
om eenigebofchtouwenvoor zynbobber te kappen , wanneer hy hoorde, dat uit de
lucht door de takken der boomen in d e ruigt e ietsafviel , welk hy nafpeuren de dezen
R i n g v o n d , dewelke in' t eerft k lein g ewe e f t , maar daar na allenkskens tot die grootte
uitgewairen zoude z yn; hy geloofde dat hem een 'Djing ofT)ttmon moefte gunftig geweeft
zyn, entotzyngebruik hem dezen Ring befcheert hebben ; hyheefthem ook
alryd aandehandgedraagen, alshy ten oorlog uitging, inzonderheit om een plaats
te bei tormen, Wanneer hydikwyls als Capitein de ordre ui tgevoert heeft» en naar'c
z e g g e n van z y n neef weet men niet , dat hy eenmaa! in zyn leven gewond z y geweeft;
o f e e n d r o p p e l b l o e t s gelacenheefc; eindelyk toteen hoogen ouderdom gekomenishy
arm en zonder mannelyke oir overleden, nalatendeeene dochter , die met een vreemdeling
getrouwt en van den zelven verlaten is, die dezen Armring met den volgenden
• f teen tot een byzonderen fchat voor zyne vrienden naliet; doch zyn voornoemde neef
niet genegen het voor fchreve geluk uit te f taan, en dan in zyn ouderdom tot armoede
en eenzaamheid te verval len, heefc die beide dingen aan my verkocht, my verz
e k e r e n d e , 'twelk ikookvolkomentlyk aannam,datzegeenkrachtenbymyzouden
hebben, gelyk naar hun zeggen aile zoodaanige Rariteiten doen, die men nietzelv
vind of gefchonken krygt, maar met gelt koopt.
H e t tweede was een ö t e en, naar 't aanzien t' eenemaal als een zwar t e toet f teen, g!ad,
uit den ronden wat gedrukc, in de groote van een ronde pruim, of gelyk hy in den
voorichreven R ing afgetekent ftaat: De vinder van den voor fchreven r inghadde hem
gevondenfcekendeineenFzjrá»^-ftronk, nietverboven den g r ond, opdezelve plaats
van Mamoa , en dewyl hy hem op zoo een ongewoone plaats vond , heeft hy hem
mede in eeren gehouden cn tot het voorfchreve gebrui k be w a a r t , den zelven in zyn
gordel draagende als hy ten oorlog ging, Ik konde niet anders daar van maaken dan
f e n zwarten toetfteen, hoewel hy war fmeerigenglad w a somhe t gout enzilver ter
d e g e t e v a t t e n ; miíTchien h adhy z y n toefende eigenfchap verlooren, omdat hy zoo
lang
t:aalaangaande
zynfchat.
Het tvjet
lieftuk,
zynäe eei
ßem.
U'atr e
hoc (tilge
vouäea e
S'èruikt
R A R Î T E I T - K À M E R ; iiiBocfc. ¿+5
lang in de vochtige P/jT^w^-ltrönk gefteken had, of om dat hy met çivet en andere
v e t t i g h e i d b e f m e e r t w a s , gelyk z e met die i leenen doen, die zetot by^eloov be^Vaat
e n : IkzoudegiiTen dat het een Donderileen was, om dat men op die plaats, daar Dtt
deze Tifang-hoom Üond, geen Toetsüeenen vind ; maar dewyl de ftam geheel en
onverfeert w a s , kan dit o o k niet zyn ; derhalven volgei lmoet , dat dit Steencje by geval ^''«diz.té
d a a r g e f m e e t e n, en doordenopwalTendeny/^Äi - f l ronk ingeflotenzy, gelykmsermaals
gemeene Steenen gevonden zynin 'tonderfte van een üam o f byde wortel , buiten
twyf fel daar gelegen hebbendeeer de ilam opfchoot.
In'tjaar 1684. Wierde my een groote platte en ruige Keifteen gebragt , gevonden mhtin
tnde
'•fooTS
in ' tonderf t e van een Cdlap^us-Îkzm, dewelke miflchien de planter o p de Calapj>us-nooi
a l s e e n d e k f e l gelegt heeft, toen hy de noot plante: Zie deze beide uitvoerlyker be-^
fchreven in' l volgende Hooftdeel.
XXVII. HOOFTDEEL.
M u t u Labatca.
Oewel dit Hooftdeel mede te vinden is in 't twaalfde boek van ons Her^ T)t Muta
barium-, echter heb ik het hier'medewillenzetten, omdathet onderde
raareSteenen g ehoor t ; doch 't w e l k wonderlyk is, hoewel het val t en meef t
gedraagen Word op Solovy en de omleggende Eilanden, daarPortugeezen
en Hollanders nu zoo lange jaaren koopmanfchap gedreven en g ewoont hebb
e n , ¿00 is nochtans zyn oorfprong en geboorteplaats aan onze Europeers ganich Huno^ronbekent,
en b yde Inländers zoo onzeker en verfcheiden voorgeftelt, dat men n i e t iSl ' * '
w e e t , wat men daar van fchryven zal: Ik heb veel moeite angewend om des zelfs .
oorfprong en-natuuruit tevraagen, zoobydenatuurlyke inbooringen der voorfchreve
fc-ilanden, alsdoormynevrinden, die het Commando aldaar voerden, en die het ^ ^//"r^ai»
ook door zekere Heeren opgelegt Wierde zulks uit te v raagen, doch alles te vergeef t > 'Inii^igt
g e l y k ik den lefer uit de navolgende aankoudigingen vertoonen zal.
"^acob fPykerßoot'O^'gQxhooid. van Timor, op Coepan zyn verblyf h o u d end e , heefc my
i n ' t j a a r 1680. dit berigt toegezonden: Matu Labatta zy, en waarhet gevon.
den Word , zulks kan men niet recht t ewe e t e n k r y g e n , want de Inländers om de Ooft^oo"^
meenen, dat het van de W e f t , en die van de Wei t meenen dat het van de Oollkant
dezes tilands Timor komt, gelyk ook die van Rotty zyn in de meening, dat het van
J d w ö k o m t ; maar als men de oudr teRoct ineezen daar naar v raagt , zoudenzede Mu'
van een Ei land, ¿^x. Rotty enSa-wo was voor by komen dryven, bekomen
hebben, 'twelk nuniet meer te viiiden is, endat zyn ook maar giffingen ofinbeeldingen
van deze Narien, zoo dat niemand weet waar hei van daan k omt , noch des
zelfs kracht weet uit te l eggen; doch door den Broeder van den Moordenaar Talo verftaan
wy, dat de Maf » Labatta op Sah, omtrent een mafquet fchoot van de iVi^öry
Timor op een klein bergsken uit een diepenkui l , byna een manslangte d i ep, zooais
m e n z e tegenwoordigzietmetgaatjes enaisgefleepen, zy gehaalt, maar, omdatze
alle in 't körte ftierven, hebben die van Timo en hy Talo zelf den kui l met fteen en aarde
onder een gemengt toegemaakt.
Rad ja Salomen verdreve Koning van Ade mantuttu , op de Ooftelykile hoek van p-gr^f
Timor gelegen, in't voorfchreve jaar hier inyi?»^ö/«i2tegenwoordigzynde, hoewel ^""'X'
een nauwkcurig man en van veel e dingen ondervindinge hebbende , heefc my geen an- ^moif
der berigt weeten te geeven, als dat Mutti Labatta, zoo wel in zyn Land als in de
verdere Eilanden naar't Ooftengelegentot T^Äa^c renr /wi r Lizai toe , een gemee-
H h 3 ^ na
I
I J ' f i ï
J
4 !'>J