í.ll
2Ç2 D ' A M B O I N S C H E
hy worden by aile de Indianen in vry groter waardc gehouden dan by onze natie, hoe:
a^htâ^ wel ze van geen byxondere moijigheit zyn, omdat ze dezelve toelchryven veele verge^
cht. borgenc krachten, die meeil in een waangeloof en inbeeldinge beliaan. hi't gemeeii
Hrnhy worden hun de krachten toegeichrevenvan den dragenden gelukkig temaakenofin
^e/eof T),
Sféryufj'
iegengefpmit
».
den oorlog of in de koopmanfchap of in eenig andere hanteering, nadat hct dierof
plante is daar ze van genomen zyn, hierom plegen zy dezelve zoo vcel by malkander
te zocken als ze krygen können en in een gordcl om 't lyf te dragen, zoodanig dut
de Üeenenzoo dicht op het bloote vleefch liggen, dat ze xomtyds met het vel ovei>
trokken en daar in genezen worden; ditdoen mzonderheit dewelke hun in den oorlog
vaft en onquetsbaar willen maaken, het wclk de Maleijers Cahbai noeracn , hebbendemiflchienzulkenkonitje
van de Joden geleert, die door hunneCd^^Z/zzulk vatt
maaken en andere wondere dingen beloven. Hct iswaarenmenverteltonderdcngemecnen
manvceleraarevoorvallen, dat'ermenichcngezienzyn, diemetgeenderleije
vvapenen hebben können gedoodt worden, cot dat men hun een of me er diergelyke
lleentjesuithetlyfgefnedenheeft, daarzedezeive ingedrukthadden; diergelykegecabaîizeerdemenfchen
zyn ons volk in d' oorlogen voorgekomen, en de zaak is van geioofwaardige
officieren in derdaat aldusbevonden, zoodathetmyniet iuitdezelvetegen
te fpreken: Maar een ieder gezond Chriitcn weet wel, dat zulke krachten geenzins
natuurîyk van een Iteen of hout, maar gemeenlyk door duiveîery by de kinderendes
ongeloofs zy mögen Mooren of Naam-Chrillenen zyn,) können voortgebragt worden •
Derhalven alswyin'tvervolg van eenigeM/2ic^ dcrgelyke dingen fchryven, gefchied
geenzins dat men ilraks geloof daar aan itellen zal, maaralleenom te toonen wac de
Inländers daar van verhaalen, en waarom zulke by ons ongcachtelleenenbydezenatie
in ZOO groote waarde komenj daar het doch allegaar beÜaat in de inbeeldinge en
fmnelykheit van zonimige menfchen.
Zeker wy Europeanen behoeven de Inländers niet uit telacchen,.want wy zyn aan dat
euwel zomtyds mede ziek : H o e is anders in vorige tyden de Bezoar in zulke achcint
i ge gekomen en nu zoo veracht geworden ; daarentegen is hedendaags de ledyke Varkenileen
tot zulken hoogen prys gefteigert, dat menmeer goet gout daar voorgeeft
als hy groot is, als om dat men zieh ingebedd heeft ved grootere krachten daar
in te iteeken dan ze in der daad hebben.
Om nu de Me(iic<e van andere lleenen, die't zdve fatzoen en koleur hebben te onderfcheiden,
hebben ze veele proefjes bcdagt, die doch alle niet vail gaan; inzonderheit
itdlcn zy tot een generale proeve, dat een Mt^Ua in fcherpen azyn of zuur
Limoenzap gdegt koken moet, dat is, kleine bobbelijes rondom zieh opwerpen,
dit is wel in de meeile waar, echter houd ik die proeve niet voor goet, om dat de
mooilteileentjesdaar doorbederven^enhaarenglansverl iezeniMendoetdan becer dat
men naukeurig kennen leert de gedaante,koleur, ilreepen en inzonderhdt de plaats,daar
eenig Ue^ica gevonden is met eenig eigenfchap, als wy by ieder in 't byzonder zeggen
zullen. Door'tvuurenby nacht kan men ze niettoetfen, dewyl geen donker Meßca
zulksdoet, behalven weinigeenhalf doorfchynende, gdykin 'tvervolgop zynplaats
zal aangetekent worden.
Alle Meßic£ te befchryven is myn voornemen niet, maar alleendie my voorgekomen
zyn, en voor écrit zoodanige die in menfchen en gedierten groeijen cn dan ver Velgens
die in iioutc planten en andere üeenen gevonden worden: Waarbyinzonderheit
aan te merken itaat., dat de Meßca op geen land overvloediger gevonden worden,
¿an op hec land van Makkaffar, op hec gehede Eiland Celebei cn de naalt rondom
Meeßo» gelegene f.ilanden, zyndezulks buitentwyffd een dgene natuur van die landen, dat
in de dieren en planten meer Iteenzap uit haarvoetzdaangetrokken word dan op andere
piaatzen. De Meßiu in 't gemeen wordook die eigenfchap toegefchreven, dat
ze by niemant gelukkiger zyn dan by den vinder, of die zevan den zdvengdchonken
gekregen hecfc, maar by geen koper : zoo willen ookde Mooren, dat zedoor
hunfFaar
•Sa» hy £
Europea
nen met
Deprmf
•Van dezelw
iegen-
Zffproo-
Dh
galtßhoK
farenC
lebes.
E - A R I T E Y T - K A M E R ; in. Boek. 293
hunne Papen eerft moeten belezen zyn , en dan op ieder vrydag met eenig goet
reukwerk berookt worden,
Onder de Meft iwxoráen mede gerekenteenige andere fteentjes, dewelke niet op
de voorfchreve manier in dieren, houtcn of planten maar buiten gewoonte in andere
ileenen van een ander fubitancie gevonden worden.
X L V i r . H O O F T D E E L .
Encardia humana, Mattiara manufia.
OM van de l^eßic^ te beginnen , dewelkc in de dieren groeijen, zoö komt jj,
ten eerlten voor de Menfchcn-iteen, Encardia humana , in 't Maleitfch"''^'''
Mimiara oí Meß¡ca manufia genaamt; waar van ik er maar twee gezien?^'*«
hebbe: De eerlle naar "t zeggen van den verkoper gegrodt in 't herte van^^,!^
eenmenfch, zynde geweelt een Javaanfche Paap, ik weet niet om wat oorzaake door
die van Tombomco doot gdlagen, en wiens hert omtrenc deszdfsfpits deze ileen gevonden
is: Hy was in degroot teen gedaante van een oude en gefchilde Finang^ dat
is, als d'oiiderile en llompe fpitfe van een hert.; aan de bovenite zyde platachtig •
vankoleurzwart; aan de platte zyde zvvarter; aan de fpitfe wat naar den gnmwent r ek- Hun h .
kenae, rondom met heel kleine gaatjes als of hy met fpdden gefprikkdt was: Om- ' Z Z T
trent de fpits zag men veele en pas kenndyke ilreepen flangswyze rondom
de, dochbogtigen geenekringen maakende: Voortszeer hard, zwartenaltydkouder
dan andere fteenen ; indien hy de voorfchreve gaatjes en ilreepen niet hadde die
de zwart e koleur en gladdighdt verminderen, men zoude hem voor een toetileen
aanzien, want hyook demetalentoetííe. Delnlanders zeggendathy gdukkig zyin
d e n o o r i o g t e draagen, de menfchenftout , liüig en anderer Luiden voornemen liet
bekent maakt. ^
Een ander Menfchen. ileen; doch niet bekent in wat ded des menfchen hy geziten
hadde, IS kleinder, m de grootte van een Amardle keríTe , niet herformig maar
onordentlyke rond, harr ,zwaar, nog kouder dan de voornocmde, donkerrood en wac
r o s , volmerkdykegaatjes van buitenruig enwatkorlig zonder.Ilreepen, maaraan
de platte zyde met bullen, als of erüukjesukgefprongen waaren. Hy is mvvanMi i -
kaßer gczonden met den naam van Menfchen-ileen, doch ik hebbe den Eiienaar niet
Ipreekennochvraagenkonnen, hoeentnwatmenfch hy gevondenzy
Cap. ro. heeft driederlye ileenen, die hy Encardia en Caräifce Piini.
noemt : De x^^ ver toonteen zwart her t . afgetekent op een vdd van een ander L ^ T
leur; De ^.e een dtisdaamg groen hert : De vertoont een zwart hert . mLr t s '
aan zyne andere deeleri wit. Het kan w d zyn dat ze alle drie foorten zyn van Schates
o f O « . . ; evenwe hebben wyonzenMAV«;i^.««yi«denzelven naam willen Z v Z
d e w y l t « u . ^ ; . in't GrÄchtekennengeef teeni leendiei n 't hart gevondenf^^^^^
den naam van C. .^,/. .hebbenwybovcninhetII. Boek'tXXVIILHooi?dee ^
hartforniig fchulpje gegeeven. "o o r t a e e i aan een
nieren en gai van m onder de Meßica met gereekent. enfchen v i n d t ,' worden
O o XLVIII.
i / n
„
teil
M
! V
iii ¡i
••ti;