r ?[|ii!i
• 1' ' ' II 1 R A R I T E I T - K A M E R i
M l
x ^ ^ ^ ^ x I Boek, 13
W e i t maakt. Zoo weet zy ookdeHoenderentebekruipen, dezelveby devoetentei ;SJ, -
^ u e n , en naar haar hol te Heepen, waar door dat geraas kernt, 't we lkmenzomtyds - . , .
by nacht in de Hoenderkotten hoort. Als man heet water an haare oo engiet, moe Wird,
' ' o t r b " e E H , n d e n , inzonderheUop
xeer sroot, met een dik, bultig fchild , en fchaeren die ruig, en een band lang zyn ,
aan 't voorfle lidt rond en korrelig, meeil op de ftruiken zieh ophoudende.
en oneeibaar.
C a n c e r Caninus. De afbteUing onthteekt\
I •
Ii • ) D
X L H O O F T D E E L ,
V a n ¿en C m c e r B.aniformis,
E Cancer Raniformh^ is een zeltzaame Krabbe, omtrent vierduimenlang,
en by't hooft drie duimen breed, beftaande meeftuiteenebolagcigerugge-^;:^''^«^;^
fchaal, Over al bezet met ruige en iteekelige puntjes, en by de fchaeren
loopt ze fchielyk inwaarts, en wort fnlaller. De iiaert is kort en loopt fchielyk
af, beftaande raeefl: uit twee kennelykeleden, eindigendeineenfmalfnuitje, dat Haar aart ty onder den buik verbergt, en daaromfchyntzezonderftaerttezyngelykeenpadde.^«£'M^
Aan't hooft is ookriiets tekentien, daneenkleenenmondmetkortebäartjesbezet, en
daar bowen npiq de fchai»! haairig, ter wederzydenmetkleenekorte cogen. Devodrnoemde
fcHaal is vuil wi t , aan de kanten fcherp getant, of gezaagt, en gelyk een dik
bladt,eindigendeintweekörteiiyfCIO. vv^i^vj.., w^.awAz.j'ai^ii ,diicpuuLcii
van eene byzondere gedaante, aan de kanten haairig, en eindigen in een langwerpig
h a r t j mede cen blaadje gelykende. De cwee agterften zyn mede plat en haairig, en
haar hartje is wat krom, als een fikkel uitwaarts ilaande, en den ftaert befchermende.
Aan ieder zyde onder de fchaal heeft ze een geut of kloove, daar in zy de zes pooten
Verbergen kan. Zoo trekt zy ook de fchaeren zodanig onder het lyf, dat men {chierßL
niets bekennen kan; warineer zy dan recht een padde gelykt. Zy is in
veel bekent, en men vint haar op de vlakke en iteenige ftrand van Loehoe: of zy tot «'i-?-'"»»».
het eeten bequaam is, kan ik niec zeggen; immers d'Inlanders zyn fthroomagtig haar
te nuttigen.
Haar naam in't \^2XynisCancer Raniformis. Mal. Cattam Codoc. Amb. Hyu Allaac, Benaamwi
gemeen met andere. •^ « ¿ ¿ ^
C a n c e r Ranifortnis. Zkt äe Plm VII. UtterT. daar men hatr van lovmzUt, enletier V. van onderen:
tuegens haare zeltzaamheh bebben wy nod'tg geagi haar dus tweevoudig te vertoonm. Zy is ons mede toegtzonden
door den Heer e Do£tor D'Aquet.
X I I . H O O F T D E E L ,
V m den Cancer Terreßris t e n u i t e ß a : Cat tam D a r a f ö
D E Landkrabben zyn mede van verfcheide foorten , waar van wy in dit f/^^ßi^;^^
Hooftdeel de dunfchaalige zullea befchryven , waar van zommige mtde/olrL' '
i n ' t water gaan.
Cancer
•; I
i: '
•,i I