Vit
iit^'i
r
2 6 2 D' A M B O I N S C H E
dikwyls in Ja^an r yke l y k aan verfcheide piaatzen valc, en voornament lyk de Liquefche
Kilanden, dieonder de Japanfche regeering behooren , en dan nochop andere plaatfen
¡e befihry
Van 't
voortkoo •
mcH des
Amben.
meer , die ^apan te vinden zyn; körnende uic een vi fch zeer gelykende naar den
Noord-kaaper , van gedaante en van grootte, uitgenomen dathy verfchilt in dezen,
tc weeten, dac deze voorui tzynenmondtweeuicüeekendewi t tetanden nedervvaarts
afdalende, en een ongekloofdeilaert heefc, diemydooreenjapanfchetolki diezelv
cen walviich vangev lange j-\aren geweei l is, vereert en medegedeek is; voegende wyders
daar by, dat ze zekere cekens aan dezelve h ebben, daar uit z y können oordeelen.
wanneer die viiTchen een mcnigte Amber Lnhunnebuikbezitcen: Deze viiTchcnzoml
y d s vangende zynde vifTchers gehouden, zulke vifTohenaan landte brengen, enaldaar
in tegenwoordlgheid van eenige afgezancen, die hun Landheer daar over Itek
o p verbeurte van 'c leeven teopenen, wanneer de g rooc l leraai i ievei tukkenvoor den
Landheer daar uic worde n genomen, 'c overige vankleinebrokken,endac nochflymachtige
dun is, vervalc aan de viiTchers mec het lichaam , daar zecraan uic kookeniEn
w a t U . E verdersaangaat, degrooteftukken Ambar, die in der viiTchen buik gevonden
worden, waar van U. bL. fchryft; dat z e n i e t z o u i e n können worden ingefwolg
e n , cm dat de walviflchen een zeer klein keelgat hebben, daar inbenikmec U.E»
van een gevoelen, dat namentlyk de ItofFe van d' Ambar 't eer l l e week en vloeibaar
i s , en doordezee hard word, gelyk my die van ^af>an mede beveiligden ,endatde
viirchen, onmachtig zynde de voorgedagte ingefwolgen ftofFe te können uitfpouwen,
nootzaakelyk ziek worden, endeeindelyk daar van moeten üerven of verlHkken; welke
g r o o t e f t u k k e n , wanneer de vifch v e r g a ano f v e r r o t i s , dan d o o rde z e e wel len worden
aan ürand gefmeten en dusdaanig meermaals verkregen worden.
B E S C H R Y V I N G ,
V a n het Stuk
GRAAUWEN AMBER.
D a t de
K a m e r v a n A m f t e r d a m ui t O o f t - I n d i e n heeft: g ekr e g e n
W e e g e n d e 182 p o n d e n s xievenseenekörte verbändel
i n g v a n z y n e n o o r f p r o n g e n kragten,
M I N H E E R ,
Y weet dat de Ooi l-Indi fche Kamer van Amf t e rdam heefc verfcheide plaaten
laaten fnyden en d rukkenvan eenftuk Graauwen Amber , ' t geenzegekregen
heeft. Ik heb 't geluk gehad van die ßuk te zien, dat, wegenszyne
ongemeene groocte , te zeldzamer is. 't Pond houd 16 on9en,endege.
vvoone prys van den graauwen Amber is, van 30 tot 4,0 guldens de on^e , zoo dat
mcn 2912. onfen rekenende , dat het gewigt is van dit I luk, zal bevinden , dat het
omtrent riÖ400 guldens waardig is, en dat gevolgelyk , dezen kollelyken klomp,
voor die dien gevonden h e e f c , zoo hy de waardye kende , zekerlyk eenen v r y goeden
fchat is gcweelt.
R A R T T E I T - K A M E R . II I B o e k . lö j
G e l y k nu de afbeeldzels van dit ftuk zekerlyk wyd en zyd verfpreidt, en tegen- .
woordig in banden gevallen zyn van alle naukeurige Onderzoekeren van de verborgentheden
der nature, cvvyfele ik niet , of z y maaken verfcheide bedenkingen over
den o o r f p r o n g , den aart, de hoedanigheden en eigenfchahappen van deze Amberfoorce,
cm, ware'c mogelyk, de voortkomi lvandi t iluk, en de wyze hoe het is t' zameng
e g r o e i t j uit te vorfchen.
Indien ik verzekerc wäre, dat iemant dezer Geleerdcn de moeitewilde neemen»
cm'er ons eenig berege omtrent te geeven, en zyne gedagten wegens deze iloflfe ce
ontvouwen, ik zou de myne zoo dra niet in 't licht brengen, noch myne twyfelingendienaangaande
eerder vooritellen, dan na ik zyn gevoelen weldoorkekenhadde.
Maar dewyl deze Heeren zieh mogelyk niet zullen verhaailen , als mct wigtiger
bczighcden belemmert, om onshunne bedenkingen medc te deelen, en dat het Jammer
wäre, dat'er d e nieusgierigel iefhebbers langer van v e r l l e ekenbl even, zalikeeril
het ys breeken, om heil hier door aan tezet ten, datze de waereld met hunne bevin,
dingen en gevoelcns over die Ituk willen verryken. Ik zende Udan hier neven, myn
H e e r , 't geen ik'er over ontworpen hebbe, en gelyk ik weet dat gy my zyttoegedaan,
houde ik my ten vollen verzekerc, dat gy wel de moei t e zult willen neemen,
om myne gedagten dien aangaande intezien, enmy vervolgensde uwe , omtrentmyne
twyfelingen en gi i l ingen, ce ontvouwen. Maar voor dat ik ze Uopgeeve/ zal c
niet onvoegzaam zyn hier de verfcheide meeningen der Schryveren, over den oorfprong
van den Grauwen Amber , voor te draagen.
Matthiolüs heeft eenige Leerredenen , in zyne verklaringen over Dío/foríWej , ge-,
maakt; maar aangezien z y zoo overvloedig, noch zoo wydiuftig niet z y n dan deredeneeringen
van ^h/^wj- Kloúus in de Philofophifche verhandelingen van Engelland,
zal ik ze hier onder itilzwygen voorbygaan.
Ik ben zoo gelukkigniet g ewe e i l , van d e laatile dezer twe e S chr y v e r en, watmoelt
e ik' e r om hebbe aangewendt , te können bekoomen; maar volgens'tgeenik'ervati
in de Philofophifche handelingen van Engelland heb geleeien, haak hyachttienderlei
gevoelcns over den Grauwen Amb e r op,en o n d e r z o e k t dat voornament l y k, het wel k
w i l , dat dezen G r a uwe n Ambar van 't ui twerpzel van zekeren V o g e l voortkomt , die
in 't Eiland van Madagaskar gevonden, en door d'Inwoonderenvan \ L m ä Afchibo'
¿«c&geheeten word Odoardus Barbofa, Portugeefch, heefc ons d e befchryvinge van
dezen Vogel gedaan. Daar zyn andereSchryversdie bevefligen, dathy zoogrootals
een Eendvogel is, hebbende een groot hoofd, en ongemeen fchoone vederen. Ik heb
dezen ^fdMuchmde Vogelbefchryvingen van Aldro^anäus , en Willugbeiy äe leite
een KngeUchman, g e zog t , doch niet g e v o n d e n, dewyl'er van g e enenvog e l die dezen
naam heeft ingewaagcword. De zelve Jußus zegt, dat niet alleen deze flag van vogelen
in 'c Liland van Madagaskar gevonden worden; maar dat 'er ook eene groote
inenigte van in de Maldivifche Eilanden zyn: Dat z e eveneens als d e kraanvogel s vergadercn,
en gewoon zyn hun verblyf rontom de hoogf terotzen, op den zeeilrand»
te neemen, waarafhunuitwerpzelin't water valt. De zelve Schry v e r , na d a t h y over
deze meening heeft gefproken, en zyn gevoelen geuit, gaat tot eene andere over,
die hy meent zekerderte zyn, namelyk, dat de Grauwe Amber 't uitwerpzel van
zekeren Walvifch is,waar van hierna zal gehandel t worden.
Nademaal nu deez e k lomp, cen aanzien van de waerdye, veel kof lelyker dan 't gout
i s , en dat niemant tot noch toe zynen rechten oorfprong heeft können ondekken
hebben veele perfoonen van tyd tot tyd onderzogt, waar eigen t l yk z y n beginfel , van
't welke mcn in' t algemeen zoo onkundig was, in berufte. Overzulks leezen w y in
cen b o e k , dat het opfchrift van Mijcellanea Natura Oirw/ör«;»draagt, en inDuitfchland
in den jaare 16^0 is gedrukt , dat Honniui Vollqiiadus eene van zyne ondervindingen,
onder den tytel van 300 u l tgaf , by hem gedaan over een iluk Grauwen
amber,dac vyfhondert vicrentagtig oncen en cen half woeg. Dezeamberbrok, die
irj