200 D' A M B O I N SCHE
il
§
v i '
frc^f.
de -van
diin.
e^rorf.
rechte, aan debuitenílekoleur is nietveelgelegen, wantdewylonzeOoflerfcheámbar
gemeenlyk uit den xwarten ambar gevondenword, den welken men afichrappen
moet, tot datmen op het Härder komt , 'twelk de rechte amber is, zoo behowd hy
van buiten eenen zwartachtige of donker grauwe koleurjvan binnen moet hy grauw zyn,
niet eenparig, maar met witte plekjes gemengt: D' onze vergelyken hem by droo,
g e koeftront; ioopt'er dan wat zand, üeentjes offchulpjesonder,datmaakt de ambar
nietÜimmer inqualiteit, maar minder inprys: Indien de verkoper niet roeliaatde
bollen in I lukken telaaten breeken, en gy echter gaerne weeten wiit,oi'zand, ileentjesenbekjes
van Zeekatrcn daar inlteeken, zo neem een lange heet gemaakre naald
e , Iteek diedaarin, zoo zuk gywelgewaar worden, ofdenaaldecenigehardigheid
ontmoec, daar naar gy den prys kontmaaken, dewelke in Amboina en Banda is van
De inaar. 12 tot I f ryksdaalders voor een on9e, zynde de prys van gemeen gout: Veele hebben
hier van een proef willen maaken, als men mct een«heece naalde eenige olye daar
uit brengr, maar ditgaat niet vait, wanc de valfche ambar doet dat ook: Het is met
meerder zekerheid, als men een brokje op een heet gemaakt yfer of mes legt, het weik
fmelten moet als wafch en c'eenemaal wegbranden of wegrooken, zonder iets na te
laaten.
Den reuk kan men niet befchry v e n , den welken men uit ondervindinge hebben
m o e t , vermits d' ambar een byzonderen reuk geeft, die niet kan n ageboot i l worden;
Boven hebben w y hemZee-reuk genoemt, den welken men ten naaüen by kan leeren
kennen uit den Unguis oäoratus. Die van /Cfr«?/? hebben my noch een andere proet
geleert, hoewel zemy onwaar voorkomt, te weeten d' Ambar een hoen of haan
gegeeven doetdezelve iterven, het welk vtonderzoude zyn, daar d'ambar aan geen
ander dier fchadelyk is: amber in den mondgenomen, zoo men zegt, kan niet verminderen
, of immers zoo ligt niet als andere gomachtige dingen : doch ik hebt e dez
e preuve al medeonzeker bevonden, want ikhebbe goeden ambar gehad, dewclk
e i n 't byten kort afknapte als glafch of wafch, het wel k doorgroore koudehardger^
eierbe- vvordeois, en tuíTchendetanden bryzelde , dat men hem infwelge konde; wederomeen
ander liuk goeden br y z e lde weltulTchen detanden, maar men konde
het ligter tot een- k lomp brengen, dewelke echter door lang knauwenal lenkskens verminderde:
Daarentegen de zwarte taaije Ambar in den mond genomen zal niet verminderen,
al'knauwt men eenige uurenlaflg; zoo dat meiiopdezeproefnietvailkan
gaan: W anneer de Ambar op koolen gelegt een vifch-reuk of een lymachtige geur>
gelyk een üeenk-oolofzwarte ambar; van zieh geef t , of eenigzins naar dien reuktrekt,
dat is quaade of f lecht e Ambar ; want de Maleijers willen hebben, dat hy een aangenaamen
bloem-reuk zal hebben, daarom zy de beüe foorten noemen Ambar Bonga, dat
is, Bloem-Ambar: Amber met den eenen hoek aan 'c vuur gehouden , dat hy een
weinig fmelt, moet aan de vingers zoo vaftkleeven, datmen hemmet afwry ven kan
en de géfmoltenepiekmoet afchblauw belkrven, welke beide de valfche niet doet.
Van de krachten en eigenfchappen des Affibars zal ik my gedraagenaan de Euro,
pifche boeken, alkenlyk dit zeggende, dat d' ambar zieh niet vermengt met warer,
olye af andere vogt igheid, noch zieh tot i loflaatmaalen, doch als men hem fyn fchrapt
en met eénig droog poeijef verniengt , zoo laat hy zieh met andere dingen vermengen;
Men kan hemook eéiíigzinsontdoeninden bellen geeil van wyn,ovcrkoolen warm
gemaakt: Debekenditekracht, diemenvanhem weet, zyn deherfenenofzenuwen
te veriterken, de levensgeeñen te verqaikken, inzonderheit, 't welk hem ook zoo
duurmaakt, de mannelyke krachten te vermeerderen, een. konftdie inzonderheit in
Indien groot geacht word, voorts om reukballen daar vante maaken en welriekende
Faternofiers, dewelke men zoo wel bloot als op de huid draagt , als ook in eenig
hol of doorbrooken goudwerk fliiit om daar aan te riken : Hier toe kan men den enkeldenambar
niet gebruiken, maar men moet het meei lendeel van zwarten ambar daar onder
doen, dewelke hem het harde beilaan {confifiens) geeft, aU ook Bmjoin, Mufcus
Dochc
Meerder
froevsif.
Arabar
Bong»,
Bloem.
Krachte«
enfilenfibapi^
van den
Ajnbar.
Hoe men
dien ¡os
T.?¡vjirar
toe die gebruih
•word.
H A R I T E I T - K A M E R . III Boek. 261
en Unguli odoratm, alles met het beil'e rofc water gewaiTchen, en dan met Styrax liquida
of Rafmalla tot een klomp gebragt. '
Aangaande de plaatfen daar d'Ambra valt, zyn doordegeheelewaereld verfpreidt:
De Hiilory van Ambili-, verdeilt hem ten aanzien van de plaatfen in Weiielyk {Oc-^¡^evah.
ddental) en Ooi\c\y\i{Oriental:) Occidmal noemt hydcwelkegevonden word in Weü-^^"^^^^^^
Indien, Flmda, en de Eilanden van Caribt, den welken hy boven den anderen«V».
waardeert, maar dewyl hy door Orientai verflaat, die gevonden word op de kuil van
BnrbaYia^ Marocco en Guinea^ zoo heeft hy eenigzins gclyk , dewyl de zelve mede
zwart is : Maar zoo men onder den Orientai ook den Ooil-Indifchen verüaat, zoo
k?n zyn zeggen niet doorgaan, want de geheele Ooil-kuil van Afrika, inzonderheit
van Sophala tot Meünde ja tot hetRoodeMci r toe,d'Eilanden Madagafcar, Mauritius'verfM-e
en de Maldi'vas geeven zoo koitelyken amber-grys als zyn Welt-Indien , hoewel de^^"^".
zwarte ook overal gevonden word: Ik geloove, dat men tot noch toe niet genoegzaam
opgclet beef't, namentlyk dat de goede ambar grys, dikwylsmet den zwarten
omgeeven, gevonden word,cn'derhalven moeitmenaltyd den zwar ten befchouwen,
of die niet eenige harde klompjes van goeden ambar in zieh verborgen heeft,• immers
w y hebben het in deze gewelten dikwyls zoo bevonden; Voorts word hy gevonden
in de Zuid-Üoilere bilanden, inzonderheit die omtrent Ttneinber leggen ; doch de
Eilanders zyn door onze Kooplieden zoo fnood gemaakt, dat ze den zelven meeii
mec wafch vervalfchen, 't wel k men gewaar w o rd, als de klompen te geel zyn dool
't handelen, en in warm water leggende ligt wcek worden,' t welk de rechte ambar
niet doet.
Drie Ilukjes van ambar-grys, genaamt PiJJàng, Loehoe , Baber ^ op het heete ycrfchriblik
gecoetll, zyn aldus bevonden : Alle drie hadden geen goeden reuk , inzon-'^^/«"«'^
derheit Loehoe rook als gebrande foute vifch, en liet vuiligheid op het blik na zieh,ì^dow
gclyk ook zyn zwart kleed dede: De?/JiZ«^enßa^erhaddenbeter reuk,vorrookten^
geheel weg zonder iets na te laaten, gelyk ook het zwarte kleed van den PiJJang/"'^'-
het welke noch al wee k bleef; zoo dat geen ambar op koolen of heet blik een aangenaamen
reuk geeft, daarentegen Lo^ÄiJf en zyn kleed (het welk met veel zand
vermengt nii tot een Iteen geworden was) hadde rauwden betten r euk, z e e r naar C/«-
gu(j oäoratus trekkeade: De Piffang en zyn kleed vermindert niet tui lchen de tanden^
gelyk ook het Ceylonfche ftukje, maar Loehoe en-Bakr bryzelca en vergaan; Door
Ambar PiJJang verilaa ik het boven genaamde ilukje zwarten ambar in zecgevonden:
Door Loehoe verllaa ik het voornoemde groote iluk op denilrand vmLoeboe gevonden
: Door Baber het geen uit de Zuid-Ooiiere Eilanden komt.
In 't jaar 169-5. heeft de Koning van Tiaore van zyne Papoefche viiTchers gekre- Eeno?igen
een on g eme en groot Ituk Ambra de g r y s , zw aar 194.. p o n d , waar voor de E . Com-^""""
pagny geboden heeft 11000 ryksdaalders ; het hadde de gedaante van een fchildpaddcj^wisr!'*
doch de kop was daar van afgebföoken-,waar over hyeenigevanzyi i onderdaanen liet f/lf^J
gevangen zetten » doch heeft het niet krygen können. wJ tj'
Ik moet hier by voegen het verhaal, 't wel k my van den Hr . Dv, Andreas Ckyer ,ge-Li fw«
wezen Opperhooftin^iZ/Jijwmede gedeel isinverfcheidebrievenvaneen Ambar-vifch,S
dewelke in .^iJ)"«» z oude te vinden z yn, waar van het eerlle berigt hier onder volgt.
trokken uic zyn E. brief van den 28 Februarius löpj-.
D e Vifch, waar van d'Ambar de grys voorkomt, word in 't Japanfeh genaamt
Hay ang kie, en is van gedaante een Walvifch van de Ideinlle foorte zeer gelyk, ver-^l^i
fchillende met den zelven maar in dit e enige, dat de Walvifch (Noord-kaaper) gcen^'"-^^®"
fanden, wel een vifchbeenigen mond; maar deze Vi fch den mond voi tanden hebben
waar onder twee groote uitiieeken, gelyk aan een wilde zwynsbeer, of Wairus te'
zien is.
In eenandere briefvan 'tvoorgaandejaar 11594.fchryft zyn E . van den Ambar-vifch Eeua,:.
aldus: OmU.E,eindelykookt e dienen metdekenniffe van den Amber degrys , die^X;,
K k 3
Hoofidee!.