I '
i • ,
,1
f "
Mi-
178 D- A M B O I N S C H E
Koorhoenders, ofGoudelakens: De tweede is kleinder, recht als e e n r o ì , metdicrgelyke
doch witte vecren gefchildert, en word Zylverlaken genoemt.
II. Voluta maculofa, gepiekte Katjes, deze zytiook kegelförmig, meteenfcherpenfpits
buv^n op, over-'t ^ i n e t breede plekken , dewelke meeil hooggeeV zyn,
met fwart oflootverwig gefp^ikkelt, gelyk zommige katten zyn^ aan het hoofd zyn
zy met fwarte llipjes getekent.
I®. Voiktit c'mitea. Neéxduitfch , AiTchepoeilers, zyn de voòrige gelyk, doch
•render aan d e kanten vaa ' thoofd, meteen fcherpen fpics boven op, over 'ilyidon'-
t e r afchgrauw, en zyn zonder fchilderyen.
VGluuJpeBrornm^ Spookjes, deze gelyken de ma snen, dewelke de Kaartèmaakers
fchi lderen, zy worden gevonden in den grooten woeilyne LQ} tuflchen den
Zandzee en de Tartaren, gelegen aan den Weft-kant van Cbin*.
14. VolütA mscüloja granulata-, gegranuleerdeKatjes, hebbengrooteplekken, en
over 't lyf bezet met itekelige korreltjes van twee of driederlei gedaante.
i j . Voluta ßlis cin5ia, is cen körte Welle, meteenbrecd hoofd, bruin, enmet
fwartachtige draaden omgeeven als zeÜgaren, cn is zelden te vinden.
iP. Volutaßlo/ay is eeneplompeWel , het lyf is getekent met roffe kromme äderen
als verwart garen, daarenboven met eenige grove banden, vaüvermengdefatzoen,
als ' t Arakans garen.
17. Voluta fa/data, is van veelderleì fatzoen, maar heefc tot ecn gemeen merkceken,
dat ze eenbreedebandin' tmiddenom' t lyf hceft: De derde foort isde raari
l e , fchaarseen pinklang, kegelförmig, met een plat hoofd, en in deszelfs midden
een grove fpits ; het lyf is boven onder bruin, met verfcheiden fpikkeltjes, en
in 't midden een witte band, 't welk ook weder gedeelc wor d door een rye van fpikkeltjes,
zeerglad enblinkendealshetpolyüeletterhout; zy word Speldewerks-kuffen
of BU mantal genaamt: Onder deze behoortook d i foort, de groeneK-aaSjgenaamt.
18. Voluta arenata y Vliegefcheetjes, waar van d'eene g r o f e , en de andere fyne
fcheetjes hebben.
1 9 . Mußca Rußicorum, BoerenMufyk, is fchaars een duim lang, met grove V i e r -
kante fwarte plekken, die in ryen ftaan, als aan het Mufykhoorn.
10. Grauwe Monniken of onde Wyven, deze zyn over 't lyf ilecht grauw meE
eenige rimpelen,
t i . Terehellumgramlatumy is over' tgeheele lyf gegranuleert, en daarenboven gevoorent
en ger ibt , van koleur is ze vaal oi ros, zomtyds ook met plekken als de Katjes.
11. een gemengdefatzoenvanesnFö/sfdenvandePauskroon,
dunfchaalig, vuügrauw, met fyne voorens längs de r ibben, en aan deszelÈ kantea
zyn weeke doorntjes, dewelke zomtyds 09k flomp zyn.
H E 'i
R A R I T E I T . K A M E R . ilBoeL 179
HET NEGENDE HOOFDGESLACHT
ü d ß die wy Alat^ , dat iy, '
Laliyd ieedMoopti miAmhomfrh, Ta t a l k n ,
de uitgehretde ^leugelen des Vogels Tallan , den
ivelken ivy Scheer-Vogei noemen
k Het Mannetje heeft fmalle dikke takken, aan d' emden zonder holgheid,
de plekken zyn meer ros dan fwart : Het Wyfj e is dunner vaa
fchaa!, fwa r L gefpikkelt, de takken zyn ftomp, en wyder geopent ^s
een geut ; een foorc hier van zonder takken is moöi , enfchynt eenjong van deze te
wezen, hyTlinius, PentadaByli ganoemt.
Plinius. Hcptadaäylim\c\t^oY., BiaCattam^
b e ^ D e z e y / Mannetje en Wyf.e: Het Wyfle is hgter dan het _
S n n e k e n ; zommige zyn geel; zommige met fwar tengeel vermengt.
3; decumana, is in Ambon onbekent , en valt alleen op Bono4,
. Cornuta milkPeda. Neérduitfch, Duizentbeen, deze ii platter dan de voor-
OP denrugge isze vaal, en dicht gefpikkelt met roffe fireepen ; die hp v^-
Ä a r T n . ook in x . takken, alle na a c h t e r e n gekromt. waar van de
t i t e n tToofidelangftezyn; op den ruggeheeftzeverfcheideneknobbel t^s, en
de läppen zyn mooi gefchildert met fwarte en roode ftreepen.
r nodofa, Kéerduitfch, Podagra of Schorpioen, is het kleinfte van dit
m a r vandf ìaar t langen kromis,alsdeilaart
geüacht, waa^vau , . f .^i^f of als de vingers van die het Podagra
, » . . l i n de . « n a IS
geribt met fwarte en roode ftreepen.
Ä J l a u UU, Breedlip g e n a g t , om dat r y zeer breed uitloopt , l y is dik e«
kamis van « " die zotntyds van binnen hol is, over ' t lyt donkergeel . m=t wemrge
„ f f e plekken. van binnen glad en rood, en is zelden te W e n .
, Epidro,nh, eenBexaantje, dezes tip looptop' tbreedf te, deeene fpits van de-
« fteetl als ¡en Bucc.uu. , xy is van dooirgeelen koleur, andere zyn eenpar.g
van koleur, en zommige met roCfe ftreepen.
8 Epidromisgibbofa. Neérduitfch, Bultjes, zyn vandiergelykenfatzoen, behalven
d « de Up dfkker is, van buiten naar den donkergeelen koleur « ^ ^ e n d e Een
I ^ f c r flach L £iiA-»-Visrmalder, zonder vlerken, maar langer dan de voorgaan,
d e , dien men den opgerolden Bezaantje noemt.
Efiromsmnim., is van den zelfden gedaante, maar ' ™ " ^¿^^
ke? van Ichaal, op den rugge bruin, eE v o o rmd e n mond geel: Malet.fch. B^
Lejer,
Z 5 xo.
•i I
•I
1 • i
i'
i!
•! 1
IVS
. i S t ,