r r
R A R I T E I T - K A M E R . I Boek, 5
om dat hy zieh
In 't Laryn biet deeze Kreeft S<iuilh Arenaria Terrefiris. om dat hy zicti wel om- ^ ^ ^
daar het zeewater niet heenekomt, of opzoodanige,^;,/«;.
trent de Stranden ophoud, maar heenel _
Banken die meell droog leggen. Mal. Vdang laut, met cenen algemecnen naam. Amboins
Lokkt en Loe. doch cen kleender foort daar van, d i e n i e t l a n g e r daneenvingeris, noejnenze
op Hitoe in 't byzonder Miltrna. Onze Natie noemt hcm Knyper; op 't Leytlmor
Hehei-Lain. ^ r. j
Hyheeftzyn woning omtrent de ftrand , op vlakke zandige Oevers, of by den^^^ •
mtgang van eenige rivieren, daarmen vcde opgeworpeneheuveltjeszier. gelykmollehoopen;
hier vergraaft hy zig,drieenvier voecen diep onder 't zand,iot dat hy eenen
hardenileengrondvind. By nacht, of by afloopend water, komthy daar
keil te zoeken, die hy dan naar zyn hol fleept. Hy word aldus gevangen ; men ruimt de
opgeworpene Aarde ZOG diep o p , tot dat men zyn gat ziet, daarmen dan eenitrop aan
legt van taaije iloffe, als paerdshaair, gemaakt, dwars aan een ilokje valt gefflaakt. - .
Aan den kant legt men eenig Aas, daar hy niet by kan of moct door den llro^kruipen ^ het
welk hy aanvattende, met eenen den ilrop toehaa!t,en zoo aan 'r Ilokjeblyfthangen,'t
welk hy in zyn hol niet brengen kan, om dat het dwars leit; doch als men niet gauw daar ^
by komt ,kanhy,met zyn fcherpe fcheeren, het touwtje wel afknypen. De InländersJJ^^X
eeten hem meeil gebraaden, dochwanneerhymeermodderdanvlecfchheeit,fraytenzc^«'£>v^_
hem weg. De fcheeren, of knypers, worden onder rariteiten bewaart, wegens haare
zekzaamheit. De Inwoonders van Boero houden zyn vleefch -beter dan van andere
Garneelen en Krabben, en gezond voor den buik.
II. De Sqmlla Arenaria Manna is van 't zelfde fatzoen , doch kleendct:, en veelj^^^'i«
fchoonder gefchildert 3 te weeten met donker-groen, wit en blauw gefpikkek over 't geheele
lyf, enroodaan de einden der pooten. Hunne fcheeren zyn anders geformeert^^Xir
want de twee achterile leden zyn rondagtig , groen of gefpikkek ; het voorlle.lidi: is
regt, zonder fikkels, cnrood; waarom deze Scheeren, afgebroken, niet qualyk een
Zwaantje met een roode fnebbe verbeeiden, t'zaamen omtrent een halven vinger lang ,en
veele die hec beeft niec l^ennen, zien het voor een halsen fnebbe vaa eenig gedierte aan.
De gekorkte word ook niet rood, maar doods-groen. Het vleefchis witteren beter dan^^^^
van den vorigen; hy houd zig op in diergelyke kuilcn; en zoodanige Stranden, daar groo- hi^piZts
te iteenen en zand onder malkander leggen, en daar het zeewater met beurten op
afloopt. Hy werd ook op de zelfde manier met ilroppen gevangen.
In 't Latyn word deeze Kreeft Squilla Arenaria Marina, geheeten , om dat hy zyne^y«^^,^,
woning heeft in piaatzen daar de Zee op en afloopt, en in 't byzonder Squilla Cyg ^^^^^^
nellorwn. In andere taalen heeft hy de zelve naam als boven. De onze noemenze'»'"?^''».
Zwaantjes Krabben,wegensdemooijeZwaantjesdiemenui t de Scheertjes maaktjcnuit^^/^^.
deezen in zigt word hy ook meeft gevangen, die men hcm dan levendig aftrekt;het ove
rige kookt en braad men, als Garneelen. Men kan hem zelden vinden, en nochmoey-'^'^'^'"'
lyker vangen, om dat men zoo nauw het afloopend water moet waarneemen.
Een kieender flag, van de laatlte foorte, is vier vinger lang,waar van het hoofd o f j ^ ^®'
Schild een Vierde uicmaakt: het hoofd looptfpits en fcherp toe, als aan een
waar van detweemiddelltcnintweengefpleetenzyn jCn ten vvc^rzyden hebbenze twee^e'^'-
haairigeblaadjesofvinnetjesjdieoverdwarsßaan. Het overige van't lyfis de Staefc, gemaakt
van 9 kringen of banden, waar van de voorile fmal, de agterite allengskens breeder
2yn;deeigentlyke Staert is het breedite van' t geheele lyf>zeer iteekelig,gemaakt van
vier ilyve doornen, en aan de buitenkanten met twee haairige vinnen. In 't midden
van deeze doorns itaan noch twee fcherpe klauwen, tegens malkander ziende, bedekt met
eenen doornagtigen Nagel, ünder devyfagterfte enbreedile kringen,heeft hy 10 gehaairde
lapjes, als poocen. De voorile en fmalile kring heeft niets, de di ie volgende middciilelapjes
hebben onder zieh zes pooten, kort, dun, en met de voorile leden opwaarts
geboogen; voor dezelve, aan het fchiid »itaan de Scheeren ofKnypers,zynde hec
raärile van dit dier, verfchillendevandetweevoorgaandeGarneeIen,wanthctzyngeen
A 3 fchee