t:,. I
ì'' !•
- 2 3 0 D' A M B O I N S C H E
doe waaren de andere ftukken weg. Die van Boston wcigerden ook meer daarvante
brengen, niet zoo zeer om dat dczelve Koning niccmeerleefde, aan wien ik kennis
hadde, als omdat zy die fteenennietgraagaanonzeNaiie willen openbaaren, vermits
Dtx.e Äy dezelve, zoo ik verilond, gebruiken in plaats van kogels om uit hun kanons daar
fchieten , dewyl ze in veele loo liukken fpringen, als of men met fchrooc
ixndtri „t fchoot; Dergelyke ilach Batu goela vaíc op Makkajfar^ een grootedagrei s achter Maiwkt.
i' rus-, in een zeer hoog en koud gebergte, 't welk men doorreifen moet, als men na
'c land der BoegiiTen gaat, boven op kan niemand wegens de groote koudeduuren,
ja geen gevogeice noch gedierteziec menaldaar; omtrentdehalvehoogcevanditgebergte
heett men groote ípelonken, daar in men groóte l iukken enkegelsziecaf hangen
aan fmalle hallen van al.erhande gedaance yfelyk om aan te z ien; die metrer tyd
ook afvallen, van buiten zyn ze wir, doof en krytachtig, van binnen klaarjendoorichynend
als krillal, doch zonder deszelfs glans, behalven hier en daar met een zilverachtige
weerfchyn, niet maflief, maaruitveelelangwerpigeftukkent'zaamengez
e t , die meeft v ierzydig, zommige vyf en feszydigezyn, dochganfchonordentiyk,
en derhalven met een kleine llag iigc van malkander te fcheiden, uit te nemen en weder
i n t e ileken; De meeitc hebbendcdiktevaneenfchaft, weinigevaneenvingerofeen
duim: De Makkallaaren brengen deafgevallene ßukken naar huis, en Hypen de grootile
brokken tot platte taiels en ruitjes, die zy tot verfierfel aan hunnekrilTenzetten«
het ilypeü gaat gemakkeiyk toe met water op een ruige ileen, wantzezyn weeken
geeven een witzap van zieh, zy vuuren niet by nacht, noch rieken als KeiUeenen,
g t l y k ook de voorige Batu goela y anders zoude men zevoorKryitallenhouden. Op
mede
e, o btrgffiknk
Dienen
ooi tot
-jerjier-.ele
» der
MükUíf^
MukkaJ/kr, Batu dat is, glimmende Steenen genaamt.
Eft a
d-rifoor.
Antimntcbc.
l-Jer!.
Saccharites Ambonicus of Amboinfche Batu goela verfchilt wat van de beidevoorgaande
aan fatzoen , maar niet in fubilantie: de Amboinfche valt mede in groote
kiompen , devvelke buiten doof en kalkachtig zyn, maar tìraks daar onder legt de
Saccharites t'zaamen gezet vanontelbareilukjes, zooklaaralseenkryflal, dochveel
wceker ; Ueze iìukken zyn ganfcfa onordentlyk van grootte en fatzoen ; want die in
'de cerile laag zyn lankwerpig en onordentlyk, zoo datmenqualykeenilukjevinden
kan, 't welk ieskancigendenKryihlgelykzy: Onder deze zyn anderegrootereßukj
e s , zomtydsindezelvelaagen, zomtydsindenaaftedaaronder; zyndedelaagenmet
een kalkachtige fchoriTe van malkander onderfcheiden : Deze üukjes zyn mooijer en
denKryilalgelyker, hebbeneen, tweeofmeergladdezyden, doch geen vaile fìguur
en de andere zyden zyngei lreepc, als o f ze van fmalle ftukjes t'zaamen gezet waaren, iij
manieralsde^wß«?/6Kj-: Alle deze klontjes, zoo kleinealsgroote, hoc onordentlyk
van hoeken dat z yookz yn, Icggenzoodigtgefloten aan malkander , dat'ergeeoleeg
e plaatlen tulTchen zyn, egrer met een kleine flag kan men de groote klompea van
malkander flaan, en dellukjes met devingersafhaalen; dewylgeeneofweinigeilukjes
van deze de dobbelileenen gelyken , zoo können ze geen eigen ti y k e Argjrodamas
fih-.oxder z yn, welke naam de bovenflaande Boetonfche foorte beil pali, hoeweldeAmboin-
""ft'-f' Iche Batti Goela veel helderder en mooijer van aanzien is dan de Boetonfche,
dewelke donkerder van fubllantie is, hier en daar met een zilvere weérfchyn, la.
tende zieh in piatte tafeltjes of dobbelileenen deelen, welkekentekenen ^liniuszy
nen Ar^yrodamas toefchryft: Den beften hier van vind men op Leytimor in de valv^
Ti à.Q IVaytommo aan den voet der bergen, endigtbyderivierkant, lleekende
mec groote kiompen in andere klippen. de groove en koraalileenigezynvaneenonjuivere
gemengde fubilantiej gelyk de regte enfeshoekigcKriftallentoteenmoedir
ITatrtU
Zeke ^e-
•T^inita
uordt.
of voet hebben een anderen roiTen of grauwen fteen, die eenpariger van fubftantie is.
Ook groeit de regte Kryftal nooi tzoodigt tegenmalkander , hoewelzyneftukjesmet
, hun voeten digt aan malkander zitten Alle Kryftalien groeijen oofc buiten 't lichaam
'van den f teen, daar aan zy zitten als een vrugt of uitbotting der zelver fteenen, de
Argyredamasy ioo w e l de Boetonfche als d 'Amboinf che >is van bui tenmet de voorfchre-
OaJtr.
R A R I T E T - K A M E R 111 Boek. 231
ven fchoriTe bedekt. In de naafle rivier van den rooden berg vind men eenf legter foorte
Batu goda, meeft van langwerpige ftukjes t'zaamen gezet , gelyk een grò ven Amtanthiisy
zonder tafelen of vlakten: BatuGoela verfchilt van het kryftal,- behalven aan
de figuur, ook hierin, dat al tyde en doovenglans heeft, mec een kleine
i l a g b r y z e l t , by nacht tegen malkander geflagen ganfch niet vuurt, ook in'cvrywen
geen keyachtigen reuk vanzich geef t , al het welk 't kryftal doen moer: Men zou- -Enhmt
de dicAmboinfche ^diaGof/«/ vergelyken können met dat onvolmaakte flach w^n^etZZ
baftaart kryftal , 'twelkmeninZwitferland G let fcher notmi, 't welk egter haar corfpronk
zoo 't fchynt niet uit eenen fteenzap, welkende koude vochtige klippen uit- Glctfcher
.zweeten, maar uit een veroudert ys heeft.
¿'Argyrodaraas, door denHr.^\i\'ap\ù\isèefcbreven , die ons genieafheeldtn^en van
àefelvegeefì, veelligt om dat het by z^n Ed. tneeflgedaantelooTf x,'iakeni(iitt, gelyk
•wy ook. verfcheide hebben, -zynde rnaarruwwe klotiten, en niet waardig afte beeiden-.
Dexeßo^eword by de bergwerkers alhier Kryl'cal-ta!k, of ook wel glets-kryftal
•naamt ; waar van verfcheide Joorten zyn , doch onder defelve mimten uit, die in Enge
land ^ en wel in:ionderheit tot Cornuwa!, gevonden worden : Zy zyn fchoon t^Iverglan7ig,
wit enmeeß doarfchynend\ Haargedaante isdie altoosvaneen/cheeve
ruity fiat ennaar de kanten met een lyfl fcherp t oe loopende y als of defelve geßeepen
•waaren'-, echter zynzyzponatuurlyk^egrositi tenbewysis, datveeltyds in 'tmidden,
ookwelopdezydevan defelve weder om een andere van die gedaante ter halver
wege uitßeekt. Zieop de flaat Li), een groote verbeeldt by No 1. en een andere by
^ 0. X. uit welkers x^de een halvegegroeit is : Haarfiof en hoedanigheid komt over een
met debejchryvingvan dentìt. Kumphius,
X X I . H O O F T D E E L ,
C r y f t a l i u s Atnbonica.
E n hcefc in de Amboinfche en omleggende Eilanden een foort van flegt De Cri-
Kryftal opde zelvemanìeraan ruiiwe klippen groeijende, als de ^mbLi
Men vind weinige ftukken , die den regten gelyken, en die zyn klein
niet boven eenfchaft dik jd'andere zyn meeft vol fcheuren jfchurfc, vuil^^"'
van koleur en onefFen ; zommige zyn aan de eene zydeenkeide donkere keifteenen,
•uilwit of geelachtig, aan d'andere helft doorfchynende als Kryftal : zy hebben alle
6 z y d e n , gelyk hetMathematÍfcher(?r/'»jC¿rí/w2<a of eenhoekige Cy/i«</fr, en eindi-¿ji- N0.3I
genboven m een punt van evenvcel zyden als een Diamant, doch aan de meefte afgebroo'ken:
Degrootfte, die ik in Amboina gezien hebbe, zyn een vinger dik en
•lang: zy groeijen als een vrugt uit ruuwe engrovebergfteeoen , altyd veele by malkander
, niet regt opwaarts, maar fchuins en verwert door malkander, hebbendegemeenlyk
een oftwee grootere , en daar rondomal kleinder, en kleinder?
ook dikwyls op de vlakte van den fteen kryftalachtige korft, als hun voet;hun
natuurlyke plaats zyn de groote grauwe klippen, daar in de keiltjes fraan, zoo
wel buiten als binnen d'aarde , ja felf die onder het water ftaan ; degrootfte vind ^''"••r'^e
men op hooge bergen aan zoodanige klippen, die overhangen, en daar ontrent een f / T Ä
rivier ontfpringt, welkers kuilen men van binnen bezet vind met kleine kryftalleties, '¡''¿f'
een lid vaneen vinger lang, een fchafteneen halm dik, alle feskantig ende puntig,
doch de zyden zyn alle effen breed , maar onordentlyk , zoo dat 'er zomtyds een
geheelezydetoegcgroeitis; waar door de fteen vyfkantig word; In de rivieren vind
men deze itukjes hier en daar verf trooi t , zomtyds ookin' tveld, alsmengraafc, de-f^'J/'jat
v^elkedaargeenzins gegroeit, maar van de bergen afgefpoelc zyn; want het JlYl^/
dat dezefteentjes'tzy doorhunrypheid, 'czy doorftormwinden. plas-regen , ofan-¿»¿/''
der geval vati hun maeier-kl i p afraaken, en z do msc de rivieren afgeipoelt wjrden ;
oh-
: ! 1: